Theater / Voorstelling

La Voix Humaine

recensie: La Voix Humaine

Een paar duizend dwingende, gevoelige en niet mis te verstane woorden in een uur. Eén actrice en drie musici in een onverbiddelijke strijd met dat ene sentiment: De Liefde. Muziek en taal gaan elkaar te lijf in Orkaters versie van La Voix Humaine.

~

“Hallo, hallo” (echo echo). “Juffrouw… Juffrouw” Er zitten meerdere mensen op dezelfde lijn, de telefoniste heeft het wederom niet voor elkaar gekregen om de vrouw alleen met haar ex-geliefde in contact te brengen. De vrouw is de wanhoop nabij. Ze heeft er alles voor over om hem nog één keer te spreken.

Lijntje

Op het sobere zwart-wit ingerichte toneel staat pontificaal in het midden een ouderwetse zwarte telefoon. Daar draait alles om in deze monoloog, gespeelt door Ria Marks in een roodbruine jurk. Met haar ogen dwingt ze de telefoon te laten rinkelen. Ze wil hem nog zoveel zeggen. Als ze hem eindelijk aan de lijn krijgt, beseft ze dat deze telefoonlijn het enige lijntje nog maar is dat de relatie in stand houdt. Ze houdt zich sterk terwijl ze bang is voor de eenzaamheid, maar dat wil ze niet aan hem laten merken omdat ze te trots is. Ze praat, fluistert, roept, kermt en zwijgt. Maar de relatie is niet meer te redden.

~

Tijdens dit laatste gesprek liegt ze nog een aantal keer tegen hem. Zo houdt ze haar ex-geliefde voor dat ze oude liefdesbrieven gaat zoeken, maar terwijl hij aan de lijn blijft, maakt zij stapgeluiden terwijl ze in haar stoel blijft zitten. En probeert ze hem voor te houden dat het prima gaat, dat ze net uit is geweest. Maar niets is minder waar. Ze zat daar alleen in de kamer, gefocust op de telefoon met tranen in haar ogen. Ze wil nog een aantal dingen gezegd hebben tijdens deze laatste verbinding met hem, maar zal er uiteindelijk achter komen dat het eind van het gesprek toch echt in zicht is. En dan is de vraag of ze sterk genoeg is om de verbinding te verbreken.

Andere kant

Een telefoongesprek is een originele manier van een monoloog, maar tegelijkertijd ook heel moeilijk. Uit haar antwoorden en gezichtsuitdrukkingen moet blijken wat de man aan de andere kant zegt. Dat doet Marks goed. Af en toe valt ze een beetje uit haar rol als ze net iets te snel antwoordt, waardoor de man aan de andere kant nauwelijks een halve zin gezegd kan hebben. Maar dat is een futiliteit. Ze weet zich mooi staande te houden tijdens de voorstelling; spelend met de telefoonhoorn, het draad, haar woorden en haar blik.

Ze wordt bijgestaan door drie strijkers (Jeffrey Bruinsma, Nina Hitz, Noortje Köhne) die ook op het toneel zitten. Ze storen niet en zorgen met hun wisselende spel op bepaalde momenten voor dat extra beetje emotie. De muziek van Maarten Ornstein past heel goed in deze voorstelling.

~

La Voix Humaine werd al in de jaren dertig geschreven door Jean Cocteau. Poulenc maakte er toen een opera van. Regisseur Olivier Provily, die voor het eerst samenwerkt met Orkater, heeft het weer anders aangepakt, maar wel de jaren dertig-stijl gehandhaafd. Hierdoor lijkt het stuk in eerste instantie iets van je af te staan, maar door het spel van Marks en het thema dat van alle tijden is, komt het toch dichtbij. Hij is er goed in geslaagd om het telefoongesprek een uur lang boeiend te houden.

La Voix Humaine wordt tot en met 20 december in het land opgevoerd. Voor meer informatie: www.orkater.nl

Film / Films

28 Days later

recensie: 28 Days later

Regisseur Danny Boyle had geen beter moment kunnen kiezen om met een film over een verwoestend virus te komen. In een tijd waarin de longziekte Sars over de wereld slachtoffers eist, is 28 Days Later aantrekkelijker om te kijken. Het zal je maar gebeuren: je wordt wakker in een ziekenhuis, de straten zijn verlaten en er is in eerste instantie niemand meer te bekennen…

~

28 Dagen voordat Jim (Cillian Murphy) zijn ogen opent in een ziekenhuis in Londen, hebben dierenactivisten apen bevrijd die besmet waren met een gevaarlijk virus. Het virus wordt overgedragen door bloed en veranderd mensen in twintig seconden in razende zombies, die maar één ding willen: nog meer slachtoffers maken. Jim gaat op zoek naar onbesmette mensen die nog in leven zijn. Hij treft Selena, Frank en Hannah. Samen gaan ze op weg naar Manchester, waar militairen hen kunnen beschermen tegen de zombies.

Nageslacht

En dan volgt een verassende wending in het tweede deel van de film. In de ingerichte kazerne van de militairen, achter het prikkeldraad en het mijnenveld, lijkt de kust veilig. Maar Jim en de andere drie kunnen maar even opgelucht adem halen. De militairen slaan namelijk zelf een beetje door als ze beseffen dat ze waarschijnlijk helemaal geen toekomst meer hebben nu de mensen of Engeland hebben verlaten of besmet zijn met het virus. Ze hebben in hun hoofd gehaald dat ze met de twee dames (waarvan één nog minderjarig) in het gezelschap seks willen hebben. Nu moeten Jim en de vrouwen niet alleen een gevecht leveren tegen de zombies, maar ook tegen de militairen.

~

Oké, het tweede deel van de film lijkt misschien een beetje te ver gezocht. Maar twee uur lang naar een verhaal over zombies kijken is ook niet alles. Daar kun je niet constant mee verassen, dat blijkt wel uit het eerste deel van de film. Het is juist het tweede deel van het verhaal dat je verrast en je tot denken aanzet. Mensen kunnen soms rare sprongen maken. En zelfs een kleine groep mensen die een ramp overleeft kan niet eens op een normale manier met elkaar omgaan. Wie zijn er nu eigenlijk gek?

Bloed kotsen

Dan terug naar de zombies. Die zijn goed neergezet: ze zijn vreselijk! Ze hebben bloeddoorlopen ogen, bijten onschuldige mensen om ervoor te zorgen dat zij ook besmet raken, rennen als een bezetenen rond en kotsen bloed. Daar moet je van houden. Desalniettemin is het wel tactvol in beeld gebracht, zodat je rustig kunt blijven kijken zonder je ogen van het doek af te moeten wenden. Dat geldt ook voor de schrikmomenten; die zijn voorspelbaar. Je zit zeker niet op het puntje van je stoel van de spanning tijdens deze film. Maar dat hoeft ook niet. 28 Days Later heeft andere kwaliteiten.

~

Zoals de manier van filmen. Dat is gebeurd met een digitale videocamera. De soms schokkerige beelden en de fletse kleuren versterken de film, waardoor sommige scènes beter tot hun recht komen, en laten je meevoelen met de acteurs. In het begin bijvoorbeeld versterkt de manier van filmen het gevoel van eenzaamheid en traagheid (de tijd lijkt stil te staan) als Jim door een uitgestorven Londen loopt. En dan de acteurs: Cillian Murphy, Naomie Harris, Brendan Gleeson, Megan Burns. Geen grote namen, maar ze doen het goed. Ze kunnen precies de typetjes neerzetten die je hier nodig hebt. Eén voor één zie je ze ook ontwikkelen. Verder verveelt de film niet in zijn genre. En dat komt omdat er van alles inzit: horror, sciencefiction, drama en humor. Regisseur Danny Boyle (o.a. Trainspotting) heeft na zijn geflopte film The Beach laten zien dat hij toch weer een verassend goede, maar ook zeer aparte film neer kan zetten die je moet durven zien.

8WEEKLY

The Revenge of Shinobi

Artikel: The Revenge of Shinobi

.

In dit spel neem je de rol van de legendarische Shinobi op je, en moet je de aarde weer eens redden van een gevaarlijke schurk. Deze schurk was al eens verslagen door zes Japanse krijgsheren (nou ja, 5 heren en een dame dan), maar deze overwinning corrumpeerde de ziel van de krijgers, en één voor één vervielen ze zelf in kwade daden. Om het kwaad echt te verslaan moet Shinobi dus weer eens op pad. Zijn mentor zal hem tijdens de trip mentaal begeleiden en hem met raad en daad bijstaan.

Arcade Vs. GBA

Op de Mega Drive heb ik nog wel eens een potje Shinobi gespeeld, en ook de arcadeversie is geen onbekende van me. Die laatste is zelfs mijn favoriet van alle Shinobi-games die ooit zijn verschenen. Ook deze GBA-versie maakt daar geen einde aan. Dat heeft niet direct met kwaliteit te maken, maar vooral met nostalgie. De GBA-versie bied dezelfde side-scrolling 2D beat ‘m up gameplay die we al kenden uit het origineel. De beelden zijn net even iets anders, en je kunt hier en daar door ladders op of af te gaan de levels wat meer afschuimen, maar dat is het dan ook wel.

Mystic moves

~

In de arcadeversie van Shinobi kon je in tijden van nood altijd vertrouwen op de speciale krachten van de ninja. Slechts een paar keer in het spel kon je die aanspreken, dus spaarzaamheid was geboden. Juist het feit dat deze special move weinig te zien was maakte het voor mij een hoogtepunt van het spel. (hey, we leefden toen nog in de jaren ’80 en waren snel tevreden). Nu kan je speciale moves en krachten opsparen door hier en daar levensenergie op te pikken. Leuk gevonden, maar gewoon niet hetzelfde.

Conclusie

Shinobi voor de GBA is niet direct de Shinobi die ik kende van de Mega Drive en Arcade, en ik heb er een beetje gemengde gevoelens aan overgehouden. Het spel ziet er op zich redelijk uit, maar de gameplay is wat al te simplistisch. De oude Shinobi was erg moeilijk, maar erg eerlijk. Deze versie is nogal pittig door de kwetsbaarheid van zijn karakter. Voor de fans misschien geen aanrader, het origineel houdt hen wel zoet. Voor jongere GBA bezitters een Ninja tussendoortje.

Muziek / Album

Koude rillingen

recensie: Kashmir - Zitilites

~

Begin juni komt het nieuwe album van Radiohead uit. Thom Yorke en de zijnen mogen echter heel blij zijn als hun opvolger van Amnesiac zo goed is als het laatste werkstuk van het Deense Kashmir. In 1999 verraste de band al met het, ook al behoorlijk als Radiohead klinkende, The Good Life. Een album vol met pareltjes van popsongs. Vooral het openingsnummers met daarin de briljante zin: every home should have a mom in love and a daddy in space, bleef enorm hangen. Zitilites is nog beter dan The Good Life. Wederom met een fantastisch openingsnummer.

Gespannen

De vergelijking met Radiohead lijkt altijd een beetje makkelijk, maar is in dit geval wel heel erg voor de hand liggend. Kashmir maakt intens emotionele muziek, die ongeveer in dezelfde sfeercategorie valt als het werk van Radiohead. Wel heeft Kashmir toch een eigen, zeer overtuigend, geluid. Zitilites klinkt van de eerste tot en met de laatste minuut zeer geënspireerd en gedreven. Het album ademt een bepaalde gespannenheid uit, een ietwat opgefokte atmosfeer. Met name zanger/componist Kasper Eistrup is met zijn vaak ingetogen, soms zeer schelle stem verantwoordelijk voor een uur lang prettige koude rillingen over de rug.

Het songmateriaal is van een uitermate hoogstaande kwaliteit. Je hebt wel eens van die bands die op de plaat al het kruit al verschieten in de eerste drie à vier nummers. Kashmir maakt zich daar echter geenszins schuldig aan op Zitilites. De eerste nummers zijn prachtig en zouden het kruit kunnen zijn, wat er echter daarna nog verschoten wordt is ongelooflijk.

Vernietigende uitbarsting

~

In het prachtige Ruby Over Diamonds gaat de iets vervormde stem van Eistrup door merg en been. Het uit een drumbeat opgebouwde nummer laat horen hoe goed de heren van Kashmir weten waar ze mee bezig zijn. Dit noem ik nog eens songopbouw. Hetzelfde geld voor het volgende nummer Melpomene, het absolute hoogtepunt van Zitilites. Je voelt bij het luisteren al een bepaald gevoel opkruipen, een gevoel dat na een prachtige, ingehouden brug overslaat in een vernietigende uitbarsting. Met schreeuwende gitaren en een jankende Eistrup.

Meters dik kippenvel

Zo zou ik elk nummer wel proberen te omschrijven. Het oordeel is echter duidelijk. Wie niet bang is voor meters dik kippenvel op beide armen doet er goed aan eens naar Zitilites te luisteren. Je wereld zal er niet vrolijker op worden, maar dat was ook niet het geval bij The Bends en OK Computer van eerder genoemde Britse voorbeeldfiguren.

Link:

www.kashmir.dk

Theater / Voorstelling

Aïda leeft!

recensie: Aïda

.

~

De voorstelling begint in de Egyptische vleugel van een modern museum met witte muren. Mensen bekijken de tentoonstelling, staan stil voor de glazen vitrines. Een man en een vrouw hebben oogcontact. Op dat moment komt Amneris, een vrouwelijke farao, tot leven. Ze neemt het publiek terug in de tijd mee naar Egypte, dat in strijd is met het buurland Nubië. Aïda, dochter van de koning van Nubië, wordt aan de oever van de Nijl gevangen genomen door de Egyptische legerkapitein Radames. Afkeer en woede is in haar ogen af te lezen. Hij schenkt haar als slavin aan zijn verloofde Amneris, dochter van de farao. En dan gebeurt het onvermijdelijke… Radames wordt verliefd op Aïda. En hoewel zij eerst nog ‘hard to get’ speelt, valt ze uiteindelijk nog net iets te snel voor de stoere Radames.

~

Honderd levens

Een dramatische driehoeksverhouding ontwikkelt zich, net zoals in de musical Miss Saigon. Maar de twee musicals zijn niet te vergelijken. Aïda heeft weer hele andere wendingen en brengt een totaal ander verhaal. Toch houdt ook deze ‘geheime’ liefde geen stand. Maar Radames zweert in zijn graf dat hij honderd levens lang zal blijven zoeken om Aïda terug te vinden. En dat brengt het publiek op het eind weer terug naar het begin, in het museum. Een hele mooie symbolische manier die laat zien hoe een man en vrouw elkaar aankijken en zich op een eigenaardige manier tot elkaar aangetrokken voelen.

Gevarieerd

Over alles lijkt nagedacht te zijn in deze musical en met een succesvol resultaat. De kostuums die in contrast staan tot de knallende achtergrond, de muziek, het decor.
Het decor is eenvoudig gehouden. Dit keer geen kroonluchter of helikopter op het podium, maar een sfeer die wordt opgeroepen door de kleuren van de achtergrond in combinatie met het licht. Samen zorgen die voor een dramatische ondersteuning van het verhaal, zodat ook de aandacht makkelijk bij de acteurs blijft.
Opvallend zijn de felle kleuren die gebruikt zijn, niet alleen in de achtergrond, maar ook in de kleding. Veel aandacht is besteed aan de pakken. Er zijn meer dan driehonderd kostuums met de hand gemaakt en meer dan tachtig met de hand geknoopte pruiken van Aziatisch-, buffel- en Europees haar. De meest wonderlijke creaties zijn te zien tijdens een modeshow van Amneris. Die show leidt wel erg af van het verhaal waar het om gaat, maar het is vermakelijk om naar te kijken en het maakt duidelijk dat Amneris een schoonheidspoppetje is. Uiteindelijk is het de muziek die de musical helemaal afmaakt, je net het emotionele duwtje geeft. De muziek van Elton John is onmisbaar. Up-tempo en ballades wisselen elkaar af en de verschillende muzieksoorten (rock, reggae, gospel en pop) zorgen voor de vaart in het verhaal.

Alternate

En dan de acteurs. Zij moeten toch elke avond de naam van de musical hoog houden. En dat lukt ze prima. Aïda wordt tijdens de meeste voorstellingen gespeeld door Chaira Borderslee, maar deze avond neemt alternate (invaller) Carolina Dijkhuizen de rol op zich. Het is haar musicaldebuut, maar dat is niet aan haar te zien. Ze laat indringend acteerwerk zien. In het begin heel fel en moeilijk te doorgronden en later wat meer als een prinses.

~

René van Kooten zet avond aan avond een stoere Radames neer, die weet hoe hij moet verleiden, maar die ook wanhopig kan worden. De zangpartijen zijn misschien soms iets te zwaar voor hem, maar op zijn acteerwerk is weinig aan te merken.
De rol van Amneris werd deze avond ingevuld door Talita Angwarmasse. Ze valt niet zo vaak in voor deze rol, maar daar was weinig van te merken. Ze stond er, zo leek het, heel zelfverzekerd. Misschien iets te lieflijk op de momenten dat ze belangrijke beslissingen uitspreekt. Maar het is dan ook geen gemakkelijke rol, omdat schoonheidspoppetje Amneris vrij snel van een oppervlakkige in een volwassen, wijze vrouw verandert. Een andere aparte verschijning is Chris Tanamal als Mereb (de bediende van Radames). Hij krijgt de lachers op z’n hand met zijn vrolijke en soms wat onhandige verschijning. En ook de dansers zijn een lust om naar te kijken.

Aïda, de musical vol intriges, hartstocht en verraad weet te boeien van het begin tot het eind. Het is een enerverende show met mooie kostuums, kleurrijke decors, heftige dramatische scènes en goede muziek. De acteurs weten met hun spel een indrukwekkende voorstelling neer te zetten over een onmogelijke liefde.

Aïda is nog tot en met 3 augustus 2003 te zien in het Circustheater in Scheveningen.
Voor meer informatie: Musicals.nl

8WEEKLY

Big Scale Racing

Artikel: Big Scale Racing

Het kan nog steeds, games maken in Nederland. Onlangs legde de gamedivisie van Davilex min of meer het loodje, maar het kleine bedrijfje BumbleBeast gaat het gewoon toch proberen. Het eerste project is Big Scale Racing, een racespelletje met radiografisch bestuurde wagentjes. Er wordt tegenwoordig veel van een game geëist om mee te kunnen in de top, en we zijn benieuwd of BumbleBeast aan die eisen kan voldoen.

~

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: Big Scale Racing is leuk! Na al die racestimulatoren waarbij je alles kan instellen en afstellen is een eenvoudig pick up and play racespelletje echt welkom. Big Scale Racing biedt juist dat wat ik zoek. De eerste keer dat ik het spel begon te spelen bekroop mij het gevoel dat ik Micro Machines 3D aan het spelen was. De besturing is redelijk vergelijkbaar. De circuits zijn klein en fun, en zorgen ervoor dat je duidelijk met schaalmodellen van auto’s aan het rijden bent.

Unlock

~

In BSR kun je in verschillende klassen met verschillende autootjes rijden. Niet alle wagentjes en klassen zijn direct speelbaar, de meeste moeten eerst ‘unlocked’ worden. Dit kan uiteraard door in de kleine cups goede resultaten te boeken. Het mooie van het spel is dat je meteen redelijk kan mee komen, maar even niet bij de les zijn is dodelijk. Echte racefans zal de besturing een beetje vreemd overkomen, maar je moet niet vergeten dat we hier met radiografisch bestuurbare karretjes aan het racen zijn, het is dus allemaal net even anders.

Pionnetjes

Het spel ziet er erg goed uit. Sommige circuits zijn erg grappig terwijl anderen meer uitdagend zijn. Afsnijden is er vaak niet bij. Als je niet netjes om de pionnetjes gaat kan je dat heel erg veel tijd kosten. De eerste keer dat ik een pionnetje miste besloot ik door te karren, en een eventuele tijdstraf maar te accepteren. Niet dus. Mijn hele rondje werd gewoon niet meegeteld! Nog maar eens proberen…

Conclusie

BSR is echt een leuk spel. Zowel jongere als oudere gamers zullen er prima mee uit de voeten kunnen. Naast dat je soms een middagje bezig bent met diverse klasses te winnen heeft het spel ook een ‘even snel spelen voor ik naar college (of werk) moet factor’. Van internet zijn diverse gadgets zoals nieuwe circuits te downloaden, zodat het spel nog lang speelbaar blijft. Een zeer geslaagd Nederlands product, dat de concurrentie met de buitenlandse markt prima aan kan!

Boeken / Fictie

Normen en waarden?

recensie: De langverwachte

.

~

Centraal staat een Marokkaanse familie, vader Driss Ajoeb, moeder Malika, zoon Mehdi en dochter Jasmina. Mehdi’s vriendinnetje, de Hollandse Diana, is zwanger van hem en het nog ongeboren kind vertelt het verhaal dat zich in het boek ontvouwt. In het eerste hoofdstuk vertelt het nog ongeboren kind dat ze een gave heeft. Ze maakt alles mee, terwijl ze in de buik van Diana zit en tegelijkertijd vertelt ze ook over de geschiedenis van de personen, hun gedachtes, verlangens en angsten. Het ongeboren kind is de langverwachte, zoals ze zelf zegt. Ze stelt de geboorte uit om precies in het nieuwe millennium geboren te worden.

De personen in de roman maken van alles mee. Soms is het eerder dat de gebeurtenissen hen overkomen, ze hebben geen invloed op wat er gebeurt en lijken soms lijdzame wezens. Soms hebben andere personen invloed hebben op wat ze doen. Zoals Driss die er onder lijdt dat Malika niet meer tegen hem praat en daardoor zijn handelen verandert. Hoe klein de rol van sommige personen soms is, ze krijgen allemaal veel aandacht. Dit komt dan meestal omdat ze tijdens hun rol in het verhaal iemand van de familie Ajoeb tegenkomen. Alle elementen die in Rotterdam wonen bewegen langs elkaar en komen elkaar soms tegen, terwijl ze elkaar nog niet kennen. Ze zijn op zoek en vinden soms even. Grappig zijn de advertenties van allerlei dokterachtige mannen, die hun diensten aanbieden. Ze vormen een illustratie van de verstrooidheid die de personen soms hebben.

Een heel mooi motief in het boek zijn de glazen van Malika. Ze is een fervente theedrinker. Ze poetst de glazen en koestert ze. De glazen zijn zo ongeveer het enige dat ze uit Marokko heeft kunnen meenemen. Soms probeert ze in de glazen te kijken wat de toekomst haar zal brengen. Ze zijn misschien het verlangen naar Marokko, maar tegelijk ook wat haar weghoudt bij haar geschiedenis. De glazen staan voor theedrinken en het verlangen iemand te vinden om bij thee te drinken en je bij die persoon te rusten leggen.

Abdelkader Benali schrijft onhollands. De kille en zakelijke stijl die bij veel Nederlandse schrijvers te lezen is ken je niet terug in De Langverwachte. De woorden lijken soms over elkaar heen te vallen, weer op te staan en dan een zin te vormen. Ze buitelen bijna over elkaar heen. Er zit soms een ongelooflijke vaart en beweging in de zinnen. Ook onhollands zijn de mooie, oosters aandoende spreekwoorden en wijsheden, waar het boek vol mee zit. Je zou zo een bundel mooie one-liners uit deze roman kunnen samenstellen.
Sprookjesachtig zijn de verhalen over Marokko over de peetvader van Malika die verleid werd door een jurk uit een gesloten koffer, die hij eens kocht en die zijn dood werd. In deze jurk zal Malika moeten trouwen, maar ze maakt haar eigen jurk, die ze aan zal houden totdat ze trouwt.

~

Ze wilde weten of hij nog potent genoeg was om met haar mee te draven en toen hij zei dat hij niet wilde, dat zij, de jurk, hier moest blijven, heeft ze zich van de waslijn losgemaakt waar ze al die tijd hing omdat hij niet kon praten met iets wat niet bewoog, en is door de kleine blauwe deur naar buiten besprongen. Hij vond haar, keer op keer, op alle plekken waar hij haar niet grijpen kon en hij kon zich geen moment van haar losmaken.

Het is eigenlijk geen boek over de allochtoon die een vreemde is in Nederland. Eerder is het een familieverhaal à la Marquez waarin van alles gebeurt, wat soms niet meer goed na te gaan is. Oude tradities worden gekoesterd, maar tegelijk willen de personen de familiegeschiedenis vergeten. Volgens het juryrapport is De Langverwachte is ‘een gedurfde roman die (…) in de verste verte niet wil moraliseren’. Het is een verademing in deze tijd van het ‘normen en waarden’-debat. En misschien een signaal van de jury? Ach nee, gewoon een mooie roman.

Boeken / Achtergrond
special: Een gesprek met de eigenaren van Catharijne Press

Klein? Miniatuurboekdrukkunst!

De thee en koekjes op de ene tafel blijven strikt gescheiden van de boeken op de andere tafel. Lezen met een kopje koffie erbij kan echt niet. Maar eigenlijk zijn de boeken van Trijnie Duut en Gerjan Heij, eigenaren van Catharijne Press, ook niet echt om te lezen maar om te verzamelen. Bibliofilie in het kwadraat, zou je kunnen zeggen, hoewel dit geen grote verzameling is, maar juist een extreem kleine: miniatuurboeken.

~

Wanneer Gerjan en Trijnie over hun (uit de hand gelopen) hobby vertellen is de reactie altijd hetzelfde. “Zoiets heb ik nog nooit gezien, zeggen ze altijd,” zegt Gerjan. In Nederland weten mensen vaak niet eens dat er zoiets als miniatuurboekdrukkunst bestaat. Zelfs in het boekenvak weten mensen vaak niet van het bestaan van de extreem kleine boeken. “Er zijn maar vier of vijf verzamelaars in Nederland. De Miniature Book Society, de internationale vereniging voor miniatuurboekliefhebbers, heeft rond de vijfhonderd leden. De meerderheid woont in Amerika, maar er zijn ook kleine aantallen in Engeland en Canada. Duitsland heeft een eigen vereniging.”

Het begin

Trijnie: “In 1987 studeerde ik een jaar in Engeland, en toen ik bij een vriendin logeerde kwamen we in een winkeltje een heel klein boekje tegen van de dichter Robert Burns. ‘Ik moet het maar niet kopen,’ dacht ik bij mezelf.” Trijnie voorvoelde al dat dit het begin zou worden van een verzameling. Ze kwam terug naar Nederland met een stuk of dertig miniatuurboekjes in haar koffer. Vrienden en familie keken rond, en zijzelf zocht antiquariaten en markten af. “Het groeide, het werd een sport. Van een vriendin die met de Transsiberië Express had gereisd kreeg ik het Rode Boekje van Mao in miniatuur. Losgepeuterd van een Chinees die het in zijn broekzak had.”

Meesterproef

~

De geschiedenis van miniatuurboeken begint eigenlijk al bij de kleitabletten in spijkerschrift, maar kwam in de Middeleeuwen pas echt op gang. “Het materiaal was kostbaar,” vertelt Gerjan. “Afgesneden reepjes werden hergebruikt voor kleine boekjes.” Veel bijbels werden in binnenzakformaat uitgegeven. “Maar ook ondeugende boekjes,” voegt Trijnie toe. Veel drukkers zagen in het maken van een miniatuurdruk een meesterproef. “Het is veel moeilijker om in het klein te werken, want je fouten worden enorm uitvergroot. Probeer maar een A4-tje dubbel te vouwen. Eén of twee millimeter ernaast geeft niet. Maar een A6-je is heel andere koek. Je moet daarom ook veel zorgvuldiger werken.”

Hoe zorgvuldig je moet werken, blijkt als we de thee op hebben en naar de boekentafel gaan. Trijnie pakt een paar kartonnen dozen en opent ze. Er liggen stapeltjes bedrukte vellen in, kartonnetjes, garen, naalden en nog veel meer. Die vellen krijgen Gerjan en Trijnie aangeleverd van gespecialiseerde drukkerijen. “Het is geen kwestie van kopiëren en verkleinen,” zegt Gerjan. “Nee, want dan zou het onleesbaar worden. De regels staan heel dicht op elkaar en de letters zijn niet veel groter dan een speldenknopje. Als je dit door een handelsdrukkerij laat doen, beginnen ze te huilen.”

Beetje gek

~

“Kijk,” legt Trijnie uit. “We binden onze boekjes zelf. Eerst vouwen, zodat je een katern krijgt. Dan gaatjes prikken, zodat je het katern vast kunt naaien. Dan alles op maat snijden. Om de rug van een stapeltje katernen gaat een bandje voor de stevigheid, en daaromheen komt dan de kaft.” Ze toont mallen en reepjes papier met streepjes erop: aanwijzingen voor waar en hoe te prikken of te knippen. Trijnie laat een boekje zien met schaatsende kinderen voorop: The Twelve Months. Elke maand is gevat in een tekening. Die zijn echter niet ingekleurd, dat moet namelijk nog met de hand gebeuren. “Dat doet mijn zus met waterverf,” zegt Trijnie. “Die vond dat zo leuk om te doen.” De zus heeft nog ruim een halve doos drukwerk in te kleuren. Gerjan lacht. “Een beetje gek moet je ook wel zijn.”

Trijnie opent verschillende dozen en toont gevouwen bladen en half afgemaakte boekjes. De dozen liggen vol nog ongevouwen katernen. “We maken er een paar tegelijk. Het duurt dan ook jaren voordat een druk uitverkocht is.” Trijnie en Gerjan namen begin dit jaar Catharijne Press over, de enige uitgeverij in Nederland die zich alleen bezig houdt met miniatuurboeken. Er zit ook een miniatuurboekenantiquariaat bij. “Catharijne Press geeft elk jaar één miniatuurboekje uit. Dat zijn niet zomaar boekjes, vaak is er ook iets speciaals mee.” Catharijne Press laat tekenaars speciale illustraties maken of benadert een schoonschrijver voor mooie kalligrafie. “De uitgave van vorig jaar, een passage uit Gulliver’s Travels, is gedrukt in het lettertype Gulliver.”

Vergrootglas

~

We laten de bezigheden van de uitgeverij even voor wat ze zijn en bekijken het antiquariaat, gevestigd in verschillende dozen. Van buitenaf lijkt het weinig bijzonder, maar als de deksel er eenmaal afgaat, zie je kunstwerkjes die je nooit voor mogelijk had gehouden. Het volledige evangelie van Mattheus (ook een uitgave van Catharijne Press) is gedrukt in een letter van 2.5 punt groot die in 1827 werd ontworpen. Dit is alleen nog te lezen met een vergrootglas.
Sommige boekjes zijn zo klein dat zelfs een vergrootglas weinig zal helpen. Het boekje A Kapa van de Joegoslavische kunstenaar Károly Andruskó meet vijf bij vijf millimeter. Er staan ook nog twintig houtsneden in, maar die krijgen we niet te zien. “Laat hem maar in het zakje,” zegt Trijnie. “Je bent ‘m zo kwijt.”

Poppenhuisboekjes

De vijf-millimeterboekjes zijn van een hele andere categorie dan de luciferdoos-boekjes. “Officieel moet een boekje kleiner zijn dan drie inch of 7,6 centimeter om in aanmerking te komen voor de titel miniatuur,” legt Trijnie uit. “Miniaturen zijn tussen de één en drie inch groot.” Dan zijn er nog de micro-miniaturen, die kleiner dan één inch zijn: “Gemaakt op de schaal van poppenhuizen, dus 1:12. Of nog kleiner, zoals A Kapa.”
Trijnie laat een paar van die poppenhuisboekjes zien, werkjes van misschien anderhalve centimeter groot, maar wel met goud op snee en ingenaaid in blauwe zijde. Ook weer met de hand ingekleurd. “Die zijn inderdaad vrij prijzig.”
Trijnie laat ook een in leer gebonden boekje zien met een tekst van Columbus. In het leer is een indrukwekkende tekening van een schip geperst. De stempel zit ook in de doos: een metalen plaat met ragfijne lijntjes, haast te fijn om nog enig detail in te ontdekken.

Oost-Europa

~

Hoewel je de miniaturen volgens de regels echt moet kunnen lezen worden ze eigenlijk alleen verzameld vanwege het formaat en de uitgave. De druk moet zorgvuldig zijn uitgevoerd, iets waar Oost-Europeanen heel goed in zijn. De Joegoslaaf Károly Andruskó verzorgde helemaal zelf zijn A Kapa, maar ook vele andere boekjes. “Er is zelfs een miniatuurboekencatalogus met alleen uitgaven van hem.” Ook weer in miniatuur uitgegeven, uiteraard.
Hongarije is het walhalla van de miniatuurboekenverzamelaar. “In de jaren zeventig kwamen er in Hongarije jaarlijks zo’n honderd miniatuurboekjes uit. Er waren ook verenigingen, waar je miniaturen kon kopen, plus nog weer micro-miniaturen van hetzelfde boekje. Nu geven ze er jaarlijks nog enkele tientallen uit.”

Nut

Gerjan en Trijnie brengen dit jaar hun eerste geheel zelfverzorgde uitgave op de markt, de twintigste in de rij van Catharijne Press. Welke titel het wordt, weten ze nog niet, maar vast staat dat ze er, hoewel gestaag, een flink aantal zullen verkopen. “De extra bijzondere edities gaan bijna allemaal naar Amerika,” zegt Trijnie. Ze hopen dat de belangstelling in Nederland groeit. “We hoeven het niet te hypen, maar de kring van liefhebbers mag best wat groter,” zegt Gerjan. “Het is allemaal handwerk, dus het heeft een flinke prijs, maar het is zo leuk.” Waarom dan? Wat is het nut van miniatuurboeken verzamelen? Trijnie heeft deze vraag al vaker beantwoord. “Wat is het nut van het verzamelen van koekblikken?” vraagt ze gedecideerd. “Small is beautiful!”

Meer weten?

Catharijne Press heeft nog geen website, maar wel een e-mailadres. Voor meer informatie kun je mailen naar: CatharijnePress@tiscali.nl
Zie ook: The Miniature Book Society

Muziek / Concert

Allemaal klassiekers

recensie: Bettie Serveert live

Eigenlijk is Palomine de enige CD van Bettie Serveert die ik goed ken, alhoewel “goed kennen” nog zwak is uitgedrukt voor deze plaat: ik ben er in de loop der jaren praktisch mee vergroeid. Ik ken elke noot, elk woord, elke zucht van zangeres Carol van Dijk, en toch weet Palomine me bij iedere draaibeurt weer te raken: een kenmerk van Grote Kunst. Opvolgers Lamprey, Dust Bunnies, Private Suit en, meest recent, Log 22 hebben hun momenten, maar ze bevatten geen van allen de magie van het debuut uit ’92.

~

Dacht ik. Want na afgelopen woensdagavond moet ik blijkbaar mijn Bettie-collectie weer eens uit de kast trekken, want de band deed mij op het Verapodium de oren openen: wat klonken ze goed, fris en vooral lekker! De weinig opvallende liedjes van CD’s twee tot en met vijf kregen live een heel ander gezicht, sprankelend en heel erg levendig. Was de band in het eerste deel van de show al heel erg goed, tijdens de toegift werd het echt emotioneel met een prachtige lange uitvoering van het rustige Captain of Maybe en tot slot een briljante versie van Palomine-opener Leg.

De tophit Tom Boy werd, in combinatie met een nummer dat ik niet kende, uitgesponnen tot zeker tien minuten en Kid’s Allright rockt live nog harder dan op de plaat. Maar voor één meisje was het nog niet genoeg. “Meer klassiekers!” riep ze vanuit de zaal. “Ach lieverd,” antwoordde bassist Herman Bunskoeke droog, “het zijn allemaal klassiekers.”

Film / Films

Ja zuster, nee zuster

recensie: Ja zuster, nee zuster

Zoals dat zo vaak gebeurt met zaken uit het verleden, heeft ook de tv-serie Ja zuster, nee zuster inmiddels de status “legendarisch” gekregen. Waarom precies blijft, ook na het bekijken van deze DVD, onduidelijk. Gelukkig is de remake een stuk leuker.

~

Loes Luca speelt in deze nieuwe versie de rol van zuster Klivia van het gelijknamige rusthuis. Ze wordt samen met haar patiënten al in de eerste scène van de film door hun nare buurman Boordevol (Paul R. Kooij) voor de rechter gedaagd omdat het rusthuis volgens hem allesbehalve rustig is. Vooral de Ingenieur (Beppe Costa), een uitvinder van onduidelijke komaf, moet het ontgelden vanwege de regelmatig mislukkende proefjes die hij in de kelder van het rusthuis uitvoert. Als medebewoonster Jet (Tjitske Reidinga) dan ook nog verliefd wordt op de charmante inbreker Gerrit (Waldemar Torenstra) zijn de rapen gaar.

Zenuwen

Pieter Kramers campy update hangt tussen parodie en hommage in, en is daarmee een voortzetting van zijn werk met Arjan Ederveen, waaronder Theo en Thea en 30 Minuten. De film zelf heeft weinig om het lijf, maar het is duidelijk te zien hoeveel plezier iedereen heeft gehad bij het maken ervan. Dit is ook goed te zien aan de aankleding: tijdschriften, blikjes en sigaretten zorgen voor een prettige jaren 50-sfeer. Loes Luca en Paul de Leeuw (in zijn rol van de wel erg vrouwelijke kapper Wouter) zijn de overduidelijke sterren van de film: ze hebben de beste teksten en overacteren er op los. De rol van Buurman Boordevol had beter wat ingeperkt kunnen worden, want zijn stem gaat al na de eerste scènes op de zenuwen werken.

Belletje

~

Natuurlijk moet de film het voor een groot deel hebben van de (eveneens “klassieke”) liedjes van Harry Bannink en Annie MG Schmidt. Ik kende ze geen van allen, al ging bij Mijn opa wel ergens vaag een belletje rinkelen, en na drie keer kijken weet ik dat ik geen groot fan zal worden van de tuttige liedjes. Het helpt ook niet dat vijftien originele songs uit de serie op de DVD zijn toegevoegd als extra’s. De zwart-wit beelden zijn soms van abominabele kwaliteit en zo te zien lagen de eisen voor zang en dans in de late jaren 60 een stuk lager dan tegenwoordig: de mondbewegingen komen zelden overeen met de geluidsband. Voor de fans een ongetwijfeld onmisbare aanvulling op de film, zeker omdat het overgrote deel van de originele opnamen verloren zijn gegaan.

Karaoke

De rest van de DVD is ruim gevuld met onder meer verwijderde scènes, bloopers, trailers, foto’s, een reclamespotje voor het Rode Kruis en een Making Of, die voor co-producent Avro gemaakt is en bedoeld is voor de mensen die de film nog niet hebben gezien. Het grote deel dat opgaat aan het vertellen van het verhaal had, zeker voor deze DVD, beter besteed kunnen worden aan meer beelden van achter de schermen, want die zijn interessant en vaak erg grappig. Ook jammer is het feit dat regisseur Pieter Kramer vrijwel niet in beeld komt. Ik had een interview of commentaartrack met hem erg interessant gevonden voor de technische kanten van de film. Een hele leuke optie, die ik nog nooit eerder op een DVD ben tegengekomen, is ten slotte de karaoke-ondertiteling, waarmee je tijdens de film mee kunt zingen met de vele liedjes.

Ja zuster, nee zuster is een aanstekelijke film die met veel humor en liefde voor het bronmateriaal is gemaakt. De DVD is door de inhoud en de bijgeleverde extra’s vooral voor fans van de serie en/of de film onmisbaar.