Muziek / Album

Een tussenalbum?

recensie: Tunng - Comments of the Inner Chorus

Het Britse Tunng maakte met Mother’s Daughter and Other Songs een van de mooiste platen van vorig jaar, goed voor een notering in 8WEEKLY’s eindejaarslijst de Crazy 88. Het was toen met name de uiterst authentieke combinatie van folk en elektronica (folktronica) die Tunng zo bijzonder maakte. Het was alsof Sam Genders en Mike Lindsay het album hadden opgenomen midden in de Britse wouden. Zelden hoorde je een geslaagdere symbiose van analoog en digitaal. Op Comments of the Inner Chorus, dat onlangs verscheen, doet het tweetal iets soortgelijks.

De formule is hetzelfde gebleven. Aan de basis liggen de akoestische gitaar, de zachte, bijna fluisterende stemmen, aangevuld met de laptop waaruit allerlei geluidjes, flarden en samples rollen. Maar het mysterieuze, natuurlijke karakter van Tunng is op Comments of the Inner Chorus iets minder sterk aanwezig. Je zou dit kunnen wijten aan het feit dat deze tweede plaat in beginsel geen grote veranderingen met zich meebrengt, vergeleken met het debuut. Het zou echter even goed kunnen liggen aan een kleine kentering in de kwaliteit van het songmateriaal. Ik denk dat het laatste het geval is.

Dichter bij de bewoonde wereld

Hoewel het album ijzersterk begint met een spannend intro en het prachtige Woodcat, neemt het vervolgens wat af in urgentie. Er volgt een aantal lome nummers die wel aardig zijn, maar eigenlijk ook weer niet de kar kunnen trekken. Het lijkt wel of Tunng vanuit het hart van het bos iets verder op de rand is gaan wonen, wat dichter bij de bewoonde wereld. De diepgang en sereniteit verdwijnen hier en daar wat. Niet dat Tunng dan ineens gewoon klinkt, maar in elk geval wel gewoner dan we van ze gewend zijn.

Folktechno

~

De afsluiter Engine Room brengt de wereldklasse en de vernieuwende capaciteiten van Tunng echter nog eens goed aan het licht. Het is een voorbeeld van die spannende, ultieme symbiose van akoestische gitaren en waanzinnige sounds en samples, die elkaar versterken en geleidelijk en onopvallend uitmonden in wat lijkt op een stampende technobeat.

Dit is waar het bij Tunng om gaat. En dit is de kwaliteit die nogal eens ontbreekt op Comments of the Inner Chorus. Wel geeft deze afsluiter een kijk op wat we in de toekomst eventueel kunnen verwachten van dit tweetal. Een evolutie van folktronica tot iets dat we folktechno zouden kunnen noemen. In dat geval zou Comments of the Inner Chorus een soort tussenalbum zijn in de ontwikkeling van dit toch nog jonge genre naar iets nog abstracters. Ik heb er in elk geval alle vertrouwen in dat een dergelijke ontwikkeling bij Tunng in goede handen is.