Muziek / Album

Een Judas zonder schuldgevoel

recensie: Bob Dylan - No direction home

Bob Dylan is de man die de rockmuziek veranderde met een paar akkoorden en een slecht gestemde gitaar. Toegegeven: deze ‘stem van een generatie’ kan niet zingen, hij kan geen gitaar spelen en het optreden in Amsterdam twee jaar geleden nam mij ook de illusie af dat hij dan ieder geval redelijk piano kan spelen. Zelfs zijn vaak obligate teksten zijn eigenlijk niet meer dan de expressie van een tweederangs dichter.

Maar Dylan is meer. Dylan is het gevoel van de buitenstaander die zichzelf in de lege schouwburg heeft genesteld om naar het toneelstuk van het leven te kijken. Op het toneel schudden de protagonisten elkaar hypocriet de hand, maar de buitenstaander is zich bewust dat zij de figuranten zijn en hij de hoofdrolspeler. Dylan is de outcast die altijd in beweging is en nooit terugkeert, niet te vangen in één of andere gemeenplaats: Don’t look back noemde D.A. Pennebaker zijn documentaire over Dylan, No direction home heet alweer het zevende deel in de collectie van onuitgebracht materiaal, de Bootleg Series. Het is de soundtrack van de binnenkort te verschijnen gelijknamige biografische documentaire van Martin Scorsese over de turbulente periode in Dylans leven van 1959 tot 1966. De compilatie bevat geen echte verborgen juweeltjes. Zoals gebruikelijk is het overgrote deel van het materiaal al jaren verspreid via de bootlegkanalen. De grote pré van de Bootleg Series is echter dat we ze nu krijgen in optimale geluidskwaliteit.

Van folkmuzikant…

~

Interessant is ook dat we door de chronologische structuur van No direction home de dramatische ontwikkeling kunnen meebeleven die Dylan in zeven jaar tijd doormaakte. Het schetst een fascinerende inkijk in de transformatie van een piepjonge folkmuzikant die tot in den treure zit te prutsen op de liedjes van zijn grote held Woody Guthrie tot de rockster die zijn oude wereldverbeterende fans tegen zich in het harnas jaagt met elektrische gitaren en psychedelische nonsensteksten. Op zijn desolate versie van Guthrie’s folkmonument This land is your land klinkt Dylan nog als het opgeschoten broekie dat zich nestelt in de lange traditie van doorleefde troubadours, maar de manier waarop hij “this land was made for you and me” zingt, klinkt alsof hij er dan al niet meer in gelooft.

Zodra hij een insider werd in de folkscene lichtte Dylan dan ook zijn hielen, gespte zijn leren laarzen aan en plugde zijn elektrische gitaar in. Toen folkgoeroe Pete Seeger hem op het Newport Folk Festival van 1965 nog aankondigde als de man that changed the face of folk music, bedoelde hij vast niet de rammelende rockmuziek waar Dylan het publiek op trakteerde met onder andere zijn Maggie’s farm. Tijdens het optreden trekt Seeger letterlijk de gitaarstekkers uit de boxen en smeekt Dylan om toch alsjeblieft terug te komen met zijn akoustische variant om een paar zoetsappige folkliedjes te zingen.

…tot ­Judas

~

In 1966 begint Dylan aan zijn meest vermaarde wereldtournee. Met name zijn optredens in Groot-Brittannië zijn de ultieme climax van een hectische tour. Dylan is in voortdurende confrontatie met zijn eigen fans. Drummer Levon Helm van zijn begeleidingsband The Hawks (later bekend geworden als The Band) stapt er zelfs halverwege de tournee uit: hij is het zat om voortdurend uitgejouwd te worden. Op het vierde deel van de Bootleg Series, Live 1966, staat het beroemde concert in de Manchester Free Trade Hall waar een teleurgestelde fan hem “Judas!” toeschreeuwt als Dylan Like a rolling stone in wil zetten. Dylan aarzelt even en pareert dan met “I don’t believe you…You’re a liar!“, draait zich om naar zijn band en zegt: “Play fuckin’ loud!” Voor de historische volledigheid is dit nummer ook maar op No direction home gezet.

Dit was de sfeer waarin Dylan tegenover zijn publiek stond, als these tegenover antithese, zonder hoop op synthese. En we horen de muziek soortgelijk verharden, zoals twee opponenten hun hakken in het zand kunnen zetten. Het op plaat nog jolige klinkende Ballad of a thin man, naar mijn idee een parodie op zijn eigen gedweep met intellectualiteit, is in de live versie op No direction home verworden tot een duistere aanklacht tegen de kleinburgerlijkheid. Dylan torpedeert de toeschouwers met hun opgeklopte idealen: “but nobody has any respect/anyway they already expect you/to just give a check/to tax-deductible charity organizations

Dat aan deze waanzin een einde moest komen lijkt onvermijdelijk. En dat komt er dan ook, door een, al dan niet geënsceneerd, motorongeluk van Dylan. Weg van de hectiek (niemand weet of hij dood of levend is) duikt hij onder in het rustieke Woodstock om daar met The Hawks de hele dag een beetje stoned rond te hangen en dromerige country en blues muziek te maken – wederom een nieuwe fase in zijn carriere. Een marginaal deel van de zelfgemaakte opnames zijn reeds in 1975 verschenen als The basement tapes, maar in het bootleg-circuit circuleren cd’s vol met nooit uitgebrachte nummers van deze prachtige muziek. Wellicht een idee voor het volgende deel van de Bootleg Series?