Film / Films

Onaangepast opgroeien in Reetveerdegemen

recensie: De helaasheid der dingen

Jongetje probeert een trucje op zijn fiets. Jongetje valt. Achterwiel is krom. Jongetje koopt een nieuw wiel, maar komt thuis tot de ontdekking dat zijn dronken vader met de auto over de fiets is gereden. Welkom in het Reetveerdegem van Dimitri Verhulst.

Voor het boek De helaasheid der dingen van de Vlaming Dimitri Verhulst is het woord tragikomisch uitgevonden. De hoofdpersoon groeit op met zijn oma, zijn vader en zijn ooms, die de dagen vullen met zuipen, rokkenjagen en nietsdoen. Hoewel de avonturen van de hoofdpersoon veel overeenkomsten hebben met Verhulst’ eigen jeugd, heeft hij gevraagd om de achternaam van de onaangepaste familie in de verfilming te veranderen in Strobbe.

Omgegooide volgorde

~

Afgezien van de naamsverandering blijft regisseur Felix van Groeningen dichtbij het boek. Dat bestaat in feite uit een serie losse verhalen over de jeugd van de schrijver en een epiloog waarin zowel duidelijk wordt waarin hij van zijn vader verschilt als waarin hij op hem lijkt. Om onduidelijke redenen is de volgorde van de gebeurtenissen in de film omgegooid. De volwassen schrijver krijgt een grotere rol door de hele film, waardoor er een soort raamvertelling ontstaat. Daar zit wat in, maar de omgegooide volgorde lijkt verder willekeurig, en bedoeld om de film toch iets eigens te geven.

Er zijn meer keuzes van Van Groeningen die vraagtekens oproepen. Zo springt hij heen en weer tussen zwart-wit beelden en kleur, en geeft hij de soundtrack een dominante rol. Scènes worden bijvoorbeeld begeleid door koorgezang, dat in schril contrast staat met de ontluisterende smerigheid die vier dronken broers tentoonspreiden. Leuk gevonden, maar bij de derde of vierde scène met opdringerige muziek ontstaat de behoefte om wat minder opzichtig geleid te worden.

Geloofwaardige hoofdrolspeler

~

Van Groeningen staat voor een moeilijk karwei, dat moet worden gezegd. Met alleen te tonen van wat er in het boek wordt beschreven, verdwijnt de prachtige taal van Verhulst en daarmee veel van de schoonheid van het boek. Gebruikt hij daarentegen veel voice-over, zoals in het tweede deel van de film, dan ontstaat er meer afstand tot de beelden en wordt benadrukt dat dit een boekverfilming is.

Voegt de verfilming dan niets toe? Dat is ook weer niet waar. De sfeer van de armoedige jaren tachtig in een Belgisch gehucht is prima getroffen. De onderlinge solidariteit van de Strobbes spreekt uit alle scènes, als ook de onmogelijkheid om vier grote mannen, één kleine, een oma en een stel katten in één armoedig huisje te laten wonen. Een betere hoofdrolspeler had er bovendien niet kunnen worden gecast. Kenneth Vanbaeden ziet er geloofwaardig brutaal en onaangepast uit, maar hij straalt tegelijkertijd de nodige gevoeligheid en intelligentie uit. De volwassen ‘Dimitri’ overtuigt wat minder, misschien ook omdat hij lang niet zo aantrekkelijk is als degene die hij uitbeeldt. Een zeldzaamheid in filmland, en zoals wel meer keuzes van Van Groeningen, een ongelukkige.