De kolonisten van de vrije markt
.
Tsunami
De voorbeelden die Klein noemt zijn legio. De tsunami van december 2004 werd door de regering van Sri Lanka gebruikt om eindelijk de vissersdorpen aan de kust te kunnen ontruimen en de grond te verkopen aan projectontwikkelaars uit de toeristische industrie. De instabiliteit in Rusland en Polen na de val van het communisme stelde nieuwe regeringen in staat om de economie te hervormen tot een radicale variant van het kapitalisme. En, natuurlijk, de aanslagen van 11 september 2001 gaven de regering-Bush een vrijbrief om Irak om te toveren tot een paradijs voor het Amerikaanse bedrijfsleven.
Klein vergelijkt deze praktijken met de shocktherapie die in de jaren vijftig bij wijze van psychiatrisch experiment op patiënten werd toegepast. Wetenschappers als de Amerikaanse psychiater Ewen Cameron probeerden electroshock op hun patiënten uit om ze eerst volledig af te breken, om als het ware een “schone lei” te creeëren, en ze daarna steen voor steen weer op te bouwen. Het probleem bleek echter dat Cameron er weliswaar uitstekend in slaagde zijn patiënten af te breken, maar dat er van wederopbouw weinig terecht kwam. De shocktherapie was vooral veel shock en weinig therapie.
Schone lei
Ook de economen van het rampenkapitalisme zijn op zoek naar deze ‘schone lei’, waarop ze onbelemmerd verder kunnen bouwen aan hun neoliberale visioenen. Geen beter middel daartoe dan de shocktoestand, want alleen in tijden van ellende en verwarring zijn bevolkingen bereid “hun bittere marktmedicijn te slikken”. Als aartsvader van deze gedachte voert Klein de beroemde econoom Milton Friedman aan, een van de meest invloedrijke voorvechters van het neoliberalisme van de twinigste eeuw.
De morele erfenis van Friedman laat zich het best omschrijven door de Latijns-Amerikaanse schrijver Eduardo Galeano: “De theorieën van Milton Friedman hebben hem de Nobelprijs bezorgd; ze hebben Chili generaal Pinochet bezorgd.” Friedmans radicale ideeën vonden in de jaren zeventig een gewillig oor bij autoritaire regimes in Latijns-Amerika, die er niet voor terugdeinsden om zware middelen in te zetten om hun ideeën te verwerkelijken. Met martelingen, liquidaties en aanslagen werden alle obstakels op het pad van het neoliberalisme uit de weg geruimd.
Achtbaanrit
Kleins De shockdoctrine leest als een achtbaanrit langs de misstanden van het onbeteugelde kapitalisme. In duizelingwekkende vaart voert ze de lezer langs orkaan Katrina, Abu Ghraib, het bloedbad op het Plein van de Hemelse Vrede, staatsgrepen in Chili en Argentinië, het einde van de apartheid in Zuid-Afrika en de economische triomfen van Halliburton en de Carlyle Group in Irak.
Af en toe vliegt het achtbaankarretje van Klein uit de bocht. Zo schrijft Klein dat de Amerikaanse regering er na de Tweede Wereldoorlog voor ‘koos’ om Duitsland in tweeën te verdelen, omdat “zo veel Duitsers zich tot het socialisme aangetrokken voelden”. In werkelijkheid viel er voor de Amerikanen niet zo veel te kiezen. Niet de politieke voorkeur van de verslagen Duitsers, maar het feit dat Stalins Rode Leger tijdens de oorlog diep tot in Duitsland was binnengedrongen én de Westerse vrees voor Sovjet-Russisch expansionisme dwongen de Amerikanen om eieren voor hun geld te kiezen. Ook de aantrekkingskracht van het socialisme op de Duitsers moet niet overdreven worden. Het merendeel van de (Oost-) Duitsers werd aangetrokken door het socialisme zoals een marionet aangetrokken wordt door de poppenspeler. Van een keuze was weinig sprake, het was slikken of stikken.
Linksbuiten
Soms ook doet Kleins betoogtrant denken aan de acties van een linksbuiten op het voetbalveld – de tegenstander is allang gepasseerd, maar toch wil Klein er per se nog een paar mooie, maar overbodige passeerbewegingen uitgooien. Klein maakt haar punten niet één keer, maar tien keer, waardoor ze meer pagina’s nodig heeft dan eigenlijk nodig is. En zo nu en dan struikelt ze daarbij alsnog over haar eigen benen.
Toch ben je als lezer bereid om Klein deze missers te vergeven. Want Klein mikt hoog, erg hoog en verdient alleen daarom al onze bewondering. Er zijn genoeg boeken die ons het verleden doen begrijpen, maar slechts weinig boeken verklaren de tijd waarin we zelf leven. Historici zijn over het algemeen langzame artsen: tegen de tijd dat ze een diagnose stellen is de patiënt allang begraven. Zo niet bij Klein. Dat we na het lezen van De shockdoctrine onze eigen tijd een beetje beter begrijpen, is een grote prestatie.