Ode aan het vaderland
.
De meeste IJslanders geloven in dwergen, elfjes en trollen. En eigenlijk verschillen ze zelf niet eens zoveel van deze mythische wezentjes, als je naar Heima kijkt. Waar Sigur Rós de tenten ook opslaat in het onherbergzame en kale IJsland, de toeschouwers lijken soms gewoon uit de struiken of een spelonk tevoorschijn te komen. Als je beter kijkt zie je even verderop een rijtje landrovers en jeeps staan, en eigenlijk ook een compleet dorpje, maar het beeld is mooi.
Sigur Rós sloot in de zomer van 2006 met een tweeweekse tour langs vijftien locaties in IJsland, een glorieuze en tegelijkertijd vermoeiende periode af. Over de hele wereld gaven zanger Jón Þór c.s. uitverkochte concerten en bewezen ze nog maar eens het populairste exportproduct te zijn van dit Noord-Europese land. En nu waren ze thuis en hadden ze er nog geen genoeg van. Er is natuurlijk wel een groot verschil tussen een stadion en een optreden op de flanken van een berg in Snæfell – op een schiereiland ten noorden van Reykjavik. Sigur Rós koos ervoor deze gratis toegankelijke concerten, en niet de wereldtour, te gebruiken voor een documentaire, en dat blijkt een gouden greep. Het heeft ongetwijfeld een van mooiste muziekdocumentaires van de laatste jaren opgeleverd.
Surrealistische beelden
Het begint al bij de aanpak. Een 40-koppige crew was betrokken bij de totstandkoming van Heima (’thuis’), dat volgens het persbericht een ode aan de liefde maar daarbovenop ook een ode aan IJsland is. Aan liefde voor je vaderland. Die liefde spat van het scherm en wordt benadrukt in elk shot, of het nu een kabbelend riviertje is of een kleuter in het publiek die een pakje appelsap leegknijpt. De tournee door IJsland was een happening van nationaal formaat. Meestal waren de locaties nog redelijk bereikbaar voor de plaatselijke bevolking – een dorpshuis of een dorpsplein- maar hier en daar moest het publiek toch best moeite doen om een optreden bij te kunnen wonen. Zoals in Djúpavik, in het geïsoleerde noordwesten, waar vrijwel alle bewoners zijn vertrokken na de teloorgang van de visserij, waardoor het nu een spookstadje is. Mensen verdringen zich in deze scène rond een verroeste vistank om een akoestische set van Sigur Rós te zien. Hiervan is het nummer Vaka op de dvd terechtgekomen. En zo barst de film van de surrealistische beelden. Het concert voor het mysterieus blauw uitgelichte kerkje van Seyðisfjörður heeft voor altijd een plekje in je hoofd. Dauðalagið eindigt als zoveel Sigur Rós-nummers in een geluidsdeken van elektrische gitaren, drums, violen en als een vlijmscherp mes de ijle stem van Jón Þór. In het totaalshot van het plein zie je op de voorgrond een kind een verlicht winkeltje binnenstappen. Een meesterlijk filmische scène.
Plaatselijke fanfare
Heima is een dubbel-dvd en voor de volledige performances moet je direct de tweede schijf in je speler doen. Die bevat de registraties uit alle optredens die Sigur Rós in die twee bijzondere weken in de zomer van 2006 gaven. Veelal zijn het de meer bekende nummers van de vier albums die voorbij komen, maar dan in een meer dan bijzondere setting. In Sé lest werkt de plaatselijke fanfare van Isafjordur mee en Olsen Olsen wordt akoestisch gespeeld op een bergflank in ‘the middle of nowhere‘. Middels een navigatiemenu op een oude landkaart van IJsland weet je gelijk waar dat ‘middle of nowhere‘ zich bevindt.
Orgasme van geluid en licht
Op de eerste dvd zijn de optredens versneden met interviews en ontmoetingen van de bandleden met zonderlinge landgenoten, waarvoor je in IJsland nooit ver hoeft te zoeken. Met de afgelegen wonende man die van een hol soort hout (rhubarb) een xylofoon heeft gemaakt, spelen drie bandleden een ontroerend stukje in een grot en van de man die in zijn eigen huis een museumpje over muziek heeft ingericht (‘Memories of Melodies‘) krijgen ze een rondleiding. Tot op het aanrecht in zijn keuken staan de memorabilia opgestapeld. Opvallend is dat Sigur Rós overal wordt ontvangen alsof het de buren zijn. De ontmoetingen blijken van een verbluffende nuchterheid. Een benadering die de bandleden bevalt. In de interviews benadrukken ze hun afkeer van het gedweep met hun sterrenstatus en noemen ze IJsland een “safe haven“, een plek waar ze volledig ongestoord hun gang kunnen gaan. Dat ze die nuchtere IJslandse attitude ook werkelijk bezitten toont het slot van de dvd. Het is het laatste concert van de tour, in Reykjavik. De kijker ziet een van de meest intense finales van een liveconcert ooit. Sigur Rós speelt Popplagið. Een orgasme van geluid, licht en snelle beelden vult het podium. Als het nummer is afgelopen komt zanger Jón Þór in beeld met een anekdote. De oma van een van de bandleden was naar dat slotoptreden gekomen, speciaal om haar kleinzoon te zien maar ging naar huis omdat ze het geluid te hard vond. En bovendien kon ze het thuis verder volgen op tv. Eenmaal op de bank dacht ze dat het toestel stoorde door de felle verlichting en maffe beelden en heeft ze ‘m maar uitgezet. Jón Þór grinnikt: “Dat vond ik grappig.”