Een filosofisch leven
Zeg je Simone de Beauvoir dan zeg je Sartre. Of toch niet? De Beauvoir stond altijd in Sartres schaduw en werd vaak eerder beoordeeld als vrouw dan als filosoof. Kate Kirkpatrick werpt met haar biografie een nieuw licht op een van de belangrijkste denkers van de twintigste eeuw.
Simone de Beauvoir werd bij het grote publiek vooral bekend als feminist na de uitgave van haar omvangrijke werk Le Deuxième Sexe (1949). Ze was in één klap geliefd én gehaat. De kerk plaatste het boek op de index van verboden boeken en in de Amerikaanse vertaling werden stukken weggelaten omdat de mensen er nog niet klaar voor zouden zijn. De ongelijkheid waarover zij schrijft, tussen man en vrouw, maar ook die tussen zwart en wit in Amerika, was nog niet eerder aan de kaak gesteld. Het boek wordt gezien als de spirituele moeder van de tweede feministische golf.
Dankzij de eerste feministische golf was het voor Simone de Beauvoir mogelijk om überhaupt als vrouw te studeren (als ze vijf jaar ouder was geweest had dat niet gekund) en te stemmen. Op eenentwintigjarige leeftijd behaalde ze als jongste student óóit het agrégation-examen. De Beauvoir heeft sinds het moment dat ze ging studeren tot aan haar dood onophoudelijk geschreven – en een groot deel van die tijd ook lesgegeven. Essays, romans, artikelen, interviews en tal van voorwoorden bij en kritieken op andere filosofische boeken. Ze stond samen met Sartre aan de wieg van het tijdschrift Les Temps Modernes dat nog tot 2019 heeft bestaan.
De onvergelijkbare vriend van mijn denken
Toch wordt – en werd ook in háár tijd – De Beauvoir vooral gezien als ‘de vriendin van Jean-Paul Sartre, de grote filosoof’. Vanaf hun studietijd zijn Sarte en De Beauvoir samen geweest, op een manier die voor sommigen als inspiratie dient en voor anderen geldt als afschrikwekkend. Ze spraken af samen door het leven te gaan, in volledige eerlijkheid, maar zonder elkaars vrijheid te ontnemen. Geheel in lijn met hun beider filosofieën. Zowel Sartre als De Beauvoir hadden verschillende liefdesrelaties met anderen en na enige tijd ook geen seksuele relatie meer met elkaar, maar hun intellectuele band en diepe vriendschap bleef tot het eind van hun levens bestaan. De Beauvoir noemde Sartre de ‘onvergelijkelijke vriend van mijn denken’. Er is geen boek of artikel van Sartre uitgegeven voordat dit volledig door De Beauvoir was geredigeerd en voordat ze er samen talloze gesprekken over hadden gevoerd. In een interview noemt Sartre de rol van De Beauvoir in zijn leven ‘essentieel en uniek’. Toch werd De Beauvoir verguisd om haar andere liefdesrelaties en Sartre niet. Deze biografie laat op pijnlijke wijze zien op welke manier De Beauvoirs ‘vrouw-zijn’ een belangrijke rol speelt in de waardering van haar werk én persoon.
De ander
Kate Kirkpatrick schrijft deze biografie aan de hand van nieuw materiaal: dagboeken uit haar studententijd en brieven van en naar De Beauvoir. Dit werpt een nieuw licht op de filosofie van De Beauvoir, die zij al vroeg ontwikkelde en die een grote inspiratiebron voor Sartre is geweest. Zo is het onderscheid tussen het ik en de ander (die Sartre de ‘hel’ noemt), waar Sartre beroemd mee is geworden, al terug te vinden in vroege dagboeken van De Beauvoir. Al jaren voordat zij Sartre ontmoette heeft zij dit idee uitgewerkt. Ten onrechte is dus beweerd dat De Beauvoir dit onderscheid van Sartre heeft overgenomen en onorigineel was. De werkelijkheid is precies andersom. Bovendien beïnvloedden zij voortdurend elkaars denken, ze dachten sámen en lazen en redigeerden al elkaars stukken.
Een belangrijk verschil tussen hun denken is dat De Beauvoir de buitenwereld met de mensen daarin, ofwel de situatie als essentieel ziet voor iemands leven en vorming van zichzelf. Hierin was ze geïnspireerd door Heideggers begrip geworfenheit. Volgens De Beauvoir bevindt iedereen zich in een bepaalde omstandigheid en kunnen we met onze vrijheid, ín die situatie, onszelf en ons leven vormgeven. Volgens Sartre doet situatie er niet toe; we zijn volgens hem altijd vrij ons leven te bepalen, zelfs als we in de meest penibele situatie denkbaar zitten. Later is hij hierin bijgedraaid en vond hij dat de situatie wel degelijk een belangrijke invloed heeft op de manier waarop we ons leven kúnnen vormgeven. Bovendien moet de mens als vrij wezen ook de vrijheid van anderen erkennen, stelt De Beauvoir. Dit idee voor een ethiek van het existentialisme had De Beauvoir al in hun studententijd, maar Sartre wilde er destijds niks van weten. Toen hij ouder was zag hij de noodzaak van deze ethiek wél in, maar hij schreef zijn boek hierover nooit af.
Filosoof en vrouw-zijn
De Beauvoir heeft zichzelf publiekelijk niet altijd een filosoof genoemd, iets wat opmerkelijk is aangezien ze én filosofie had gestudeerd én in elke stap in haar leven bewust filosofisch bezig was. Ze schrijft: “Het is onmogelijk om filosofie en leven van elkaar te scheiden. Elke levensstap is een filosofische keuze.” In een interview aan het eind van haar leven zegt ze: “Voor mij was vooral mijn denken belangrijk, al het andere was bijzaak.” Ze had strikte werkschema’s waar ze nooit van afweek en was elke dag bezig met schrijven en lezen. De Beauvoir was een echte filosoof die in alles wat ze deed haar filosofie vermengde, ook de romans die zij schreef zijn filosofisch van aard.
Dat haar vrouw-zijn een belangrijke rol speelt in de manier waarop men haar werk waardeert wordt in deze biografie keer op keer pijnlijk duidelijk. Als De Beauvoir schrijft over gelijkheid en respect op seksueel vlak tussen mannen en vrouwen wordt spottend geschreven dat dit soort onderwerpen niet thuishoren in een literair blad. Terwijl de werken van beroemde (mannelijke) filosofen als Pascal, Kant of Mill over de liefde alom gewaardeerd worden. Veel kritiek gaat niet over haar schrijven, maar over haar als vrouw. Zelfs positieve kritiek benoemt vooral haar vrouw-zijn en haar uiterlijk (‘een slanke, mooie vrouw’). Na haar dood wordt in alle kranten geschreven over deze ‘leerling van Sartre’, terwijl uit alles blijkt dat deze twee filosofen volledig gelijkwaardig én samen dachten en schreven.
Kate Kirkpatrick haalt met deze biografie Simone de Beauvoir uit de schaduw van Sartre en zet haar in de spotlight die ze verdient. We leren De Beauvoir kennen als een echte existentialist, iemand die het leven en het denken onlosmakelijk met elkaar verbindt.