King, Cusack en een enge hotelkamer

Mike Enslin schrijft boeken waarin hij plekken waar zogenaamd bovennatuurlijke gebeurtenissen plaatsvinden ontkracht. Na onder andere spookhuizen en -kerkhoven ontmaskerd te hebben, richt hij zich in zijn nieuwe boek op hotelkamers. Als hij op een dag een vage ansichtkaart krijgt met een afbeelding van het Dolphin Hotel met daarop alleen de tekst ‘Ga niet naar kamer 1408’, is zijn nieuwsgierigheid dan ook gewekt. Hoewel het hotel aanvankelijk weigert de kamer te verhuren (er moet zelfs een advocaat aan te pas komen), staat hij dan uiteindelijk in het Dolphin Hotel; klaar om een nacht in kamer 1408 door te brengen.
~
1408 begon ooit als een paar voorbeeldpagina’s voor Stephen King’s boek On Writing. Hoewel hij helemaal niet van plan was het af te maken, verleidde het verhaal hem zodanig dat hij besloot het te voltooien. Het korte verhaal (te vinden in de bundel Everything’s Eventual) is kort maar krachtig en drijft op twee pijlers: de wisselwerking tussen Enslin en Olin, en de subtiele maar in hevigheid toenemende gekmakerij waar Enslin in de hotelkamer aan blootgesteld wordt.
We’ve only just begun
~
De filmmakers dachten – terecht – dat het korte verhaal onvoldoende was om een speelfilm van anderhalf uur mee te vullen. Dus werden er enkele subplots in de vorm van trauma’s (slechte relatie met vader; dochter aan ziekte overleden; mislukt huwelijk) aan Enslin’s leven toegevoegd. En uiteraard wordt hij daarmee in de hotelkamer geconfronteerd, een truc die over het algemeen goed werkt.
Over de top
~