Wat het betekende een vrouw te zijn
.
Vertalen is misschien nog wel moeilijker en veeleisender als het een taal betreft die maar weinigen beheersen, zoals het Pools. Wat kennen wij immers van deze taal, die met zijn accenten op ongewone plaatsen en met zijn tongval onmiddellijk beelden oproept van de clichés en gemeenplaatsen van Oost-Europa. Armoede, de Tweede Wereldoorlog, het communisme en Lech Walesa of van de rijke Oost-Europese geschiedenis van daarvoor. Wij zijn nog afhankelijker van de vertaling, we zoeken naarstig naar punten van herkenning in de taal. Een verantwoordelijke taak dus, die in het geval van de Poolse dichteres Anna Swirszczynska op de schouders van Karol Lesman en Jo Govearts ligt.
Onderschatte dichteres
Lesman, kenner van Poolse poëzie, kwam met het idee een bloemlezing te maken van deze dichteres. Naast Wislawa Szymborska en Czeslaw Milosz, beiden winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur, zijn er maar weinig Poolse dichters bekend bij het grote publiek. In het geval van Anna Swirszczynska een gemiste kans, zo vindt Lesman. In overleg met Milosz (1911-2004), die uiteindelijk, vlak voor zijn dood in 2004, de inleiding verzorgde en Jo Govearts komt hij uiteindelijk met de selectie die bij lannoo-atlas is uitgegeven. Swirszczynska (1909-1984) behoort, zo vond Milosz, “tot de grootste poëtische verschijningen van de 20ste eeuw.” Haar werk is lang onderschat gebleven, mede als gevolg van het literaire klimaat van net na de Tweede Wereldoorlog dat haar gedichten lang links liet liggen. Misschien dat zij postuum alsnog de aandacht krijgt die ze verdient.
Aanvankelijk wilde Swirszczynska schilderes worden, maar door geldgebrek kon ze geen studie bekostigen aan de Kunstacademie, waarna ze Poolse taal en letterkunde ging studeren. Haar debuut kondigde een nieuw fenomeen aan in de Poolse poëzie. Haar versbouw leek bij geen enkele toenmalige stroming aan te sluiten, het riep eerder een verwantschap op met Rimbaud en zijn experimentele non-conformistische werk. Haar ervaringen tijdens de Duitse bezetting betekenden een ommekeer in haar werk en ze verwerkte deze in prozagedichten en in haar belangrijke poëtische reportage Dagboek van de opstand in Warschau.
Het leed van de onderdrukte vrouw
Swirszczynska’s stijl is compact en nauwgezet, haast verstoken van metafoor of tierelantijn. Haar vroege gedichten hebben als onderwerp de politiek of de oorlog, maar de latere Swirszczynska schrijft vooral over het vrouw-zijn. Over erotiek, baren en over de beperkingen en vreugdes van het huwelijksleven. In haar gedichten sijpelt het leed van de onderdrukte vrouw door de regels door, dat haar de naam feminist heeft gegeven. Haar poëzie is brutaal, aards, rauw en realistisch. Ze schrijft over ‘wijven’ en hoeren, maar toch bezit het ook een esthetiek, een schoonheid die de omhulsels van de woorden achter zich laat. De betekenis van het vrouw-zijn en de beperkingen gevat in soms maar enkele zinnen, zoals in Het drong tot haar door.
Op zondagmiddag
toen ze eindelijk klaar was met de afwas,
ging ze
voor de spiegel zitten.Die zondagmiddag
drong het tot haar door
dat haar leven haar was ontstolenAllang.
Dit gedicht is prachtig simpel. In dit gedicht kun je zelfs houden van de plaatsing van de pauze door middel van de reflexieve witregels. En die spiegel waar de vrouw voor gaat zitten – een symbool van zelfreflectie maar tegelijk een object van vervreemding- is een prachtig beeld. Konden we maar Pools lezen om te horen hoe de gedichten in Swirszczynska’s taal klinken! Echter, in het Nederlands zijn ze ook mooi, de vertalers lijken erin geslaagd de ziel van de gedichten te vangen. De vertaling wordt nergens gekunsteld mede dankzij de oorspronkelijke naakte taal. De werkelijkheid te vatten, of deze nu mooi is of tragisch, dat kan Swirszczynska als de beste. Lees Beloofd:
Hij sloeg haar op het bal
vol in het gezicht.Ze viel,
de mensen grepen hem bij zijn armen,
hij was bijna gestruikeld.Daarna liepen ze samen gearmd naar huis.
Ze glimlachte blij.
Ze was in verwachting, hij had beloofd
met haar te trouwen.
Op de voorkant van de stofomslag staat een foto van de jonge Swirszczynska. Een vrouw met blond glanzend haar en donkere gevoelige ogen. En je vraagt je af: om zo te schrijven, in hoeverre heeft ze geput uit eigen ervaring? De keuze van haar onderwerpen en hun uitwerking zijn op zijn minst opvallend te noemen. Het lijkt me dat ze haar portie tegenslag wel te verwerken heeft gekregen.