Kunst / Expo binnenland

Ensor me

recensie: James Ensor (1860-1949)

.

Het is geen overzichtstentoonstelling van het werk van Ensor, en ook geen willekeurige greep uit het oeuvre van deze Belgische kunstenaar. Een selectie van zijn werken wordt tentoongesteld samen met dat van drie Friese hedendaagse kunstenaars: B.C. Epker (1968), die begin dit jaar de Gerrit Benner Prijs voor Beeldende Kunst won, Anne Feddema (1961) en Fons Hoiting (1965). Eén van de redenen om het werk van Ensor samen met dat van de drie Friese kunstenaars te vertonen, is dat alle kunstenaars zich ver van het epicentrum van de kunst bevonden. Ensor woonde en werkte in Oostende, een goede treinreis vanaf Brussel en de Friese kunstenaars zullen eerst een stuk moeten reizen om in de Randstad, ‘daar waar het gebeurt’, te komen.

Buitenbeentje

J. Ensor, De hoofdzonden gedomineerd door de Dood, 1904, ingekleurde ets op Japans papier
J. Ensor, De hoofdzonden gedomineerd door de Dood, 1904, ingekleurde ets op Japans papier

Ensor ging zelf niet veel naar Brussel. Onderwerpen voor zijn werken vond hij in Oostende, waar hij woonde en werkte. In zijn werk is daarom niet veel invloed te zien van tijdgenoten. Zijn thema’s zijn zeer persoonlijk en krijgen ook in de tentoonstelling in het Fries Museum de aandacht. Een daarvan is de dood. Zo is er een serie etsen te zien waarin de zeven hoofdzonden door de dood worden bestierd. De dood wordt op deze manier een soort duivels figuur die de macht heeft over deze zonde. Een ander belangrijk onderwerp in zijn werk zijn maskers. Deze schilderijen met soms vrolijke lichten kleuren, worden toch duister, omdat de afgebeelde maskers niet alleen een uitdrukking van carnavaleske vrolijkheid zijn, maar ook van de ‘onkenbaarheid’ van de mensen om hem heen. Slechts enkele van deze sleutelwerken uit het oeuvre van Ensor zijn te zien in het Fries Museum. De nadruk in de tentoonstelling lijkt meer te liggen op zijn tekeningen en de expositie is dan ook niet zozeer bedoeld als een overzicht van zijn werk, maar misschien meer als een kennismaking.

Verstopt

Na vier zalen vol werken van Ensor zou je bijna vergeten dat de tentoonstelling ook over de verwantschappen tussen de drie Friese kunstenaars en Ensor gaat. Het werk van Feddema, Epker en Hoiting is weggestopt achter in het gebouw, in de laatste zaal. De werken staan nu heel erg op zichzelf, terwijl ik het interessant had gevonden als ze tussen het werk van Ensor hadden gehangen, zodat er meer sprake was geweest van een dialoog.

B.C. Epker, Twee meisjes & de dood, 2004, houtsnede
B.C. Epker, Twee meisjes & de dood, 2004, houtsnede

Hoewel het werk van de drie Friese kunstenaars onderling sterkt verschilt, hebben hun werken alle drie –zij het op een andere manier- een link met het werk van Ensor. In het werk van B.C. Epker zijn het de absurdistische taferelen die ook terug te vinden zijn bij Ensor. Hij maakt veel tekeningen, die soms aan een strip of een beeldverhaal doen denken. Ze zijn getekend op wit papier met een ballpoint. Evenals Ensor lijkt ook hij gefascineerd te zijn door de dood. In de houtsnede Twee meisjes & de dood (2002) is eenzelfde vervreemding te voelen als in sommige werken van Ensor. Twee jonge vrouwen leunen op elkaar in een landelijke omgeving. Het lijkt de achtergrond van een oude ets van een mythe of sage, zoals je ze soms in sprookjesboeken tegenkomt. Tegen de boom zit de dood, een skelet dat toekijkt. De meisjes lijken zich er niet van bewust en de dood lijkt nogal uitgeput. Hij heeft geen grip op de voorstelling. Hij is geen hoofdpersoon, maar figureert. Dit is een interessante rol, zo op de achtergrond. De ets roept associaties op met oudere werken, waarin de rol van de dood nadrukkelijker zou zijn geweest. De omgeving is bijna geruststellend, maar de aanwezigheid van de dood geeft het beeld iets naargeestigs.

Aan de thee met Ensor

Feddema, Ensor me, zonder jaartal, gemengde technieken op papier
Feddema, Ensor me, zonder jaartal, gemengde technieken op papier

Het werk van Anne Feddema dat in de tentoonstelling is opgenomen, verwijst overduidelijk naar de kunstenaar James Ensor. Ensor is soms onderdeel van de voorstelling. Zo lijkt er op een van de werken een dialoog over hun beider werk te ontstaan als Feddema met Ensor aan de thee zit. Ensor heeft echter plaats genomen als skelet, waardoor ook in dit schilderij weer een verwijzing naar de duistere kant van Ensors werk zit. Ook in het schilderij Ensor me speelt de dood een belangrijke rol. De dood is als een vrolijk skelet afgebeeld met een feesthoedje, maar ook met zijn zeis. In de titel lijkt ook een woordgrap te zitten, maar voor wie de aanmaning Ensor me (geef antwoord) bedoeld is, is onduidelijk. Vraagt Feddema Ensor opnieuw om advies, of richt de dood zich tot de toeschouwer? Feddema is een interessante kunstenaar in deze tentoonstelling. Het is alleen jammer dat niet wordt toegelicht waarom Feddema zo geïnspireerd werd door Ensor.

Het werk van de derde kunstenaar, Fons Hoiting, heeft een heel ander karakter in vergelijking met de andere twee Friese kunstenaars. Hij gebruikt lichte kleuren in zijn schilderijen en hij neigt ook meer naar abstract werk dan de andere twee. In de tentoonstelling is een aantal schilderijen geïnspireerd door de natuur te zien, en een zelfportret. Dat zelfportret is ook het enige verband met Ensor, die eveneens veel zelfportretten maakte. Het klinkt als een wat matig verband. Hoitings werk valt dan ook wat uit de toon op deze tentoonstelling.

Dialoog

Ondanks de interessante benadering die is gekozen, het tentoonstellen van werken van hedendaagse kunstenaars samen met werk van een moderne kunstenaar, roepen de tentoonstelling en de presentatie veel vragen op. Waarom is er juist in het jaar van het jubileum gekozen voor een Belgische kunstenaar? Ensor lijkt niet helemaal op zijn plek in het museum. En bestaat de link met de Friese kunstenaars vooral om een tentoonstelling van Ensor in het Fries Museum te verantwoorden? Natuurlijk is een tentoonstelling van het werk van Ensor interessant om te zien en ook de Friese kunstenaars maken werk dat niet alleen in Friesland te zien zou moeten zijn. Maar de nieuwe context die door de Friese kunstenaars gecreëerd zou kunnen worden, is jammer genoeg voor een deel afwezig.