‘Persen!’
Een rammelend verhaal en wat aardige acteurs en actrices. Genetische manipulatie, wetenschappers met geheime agenda’s, ouders met diep gewortelde wensen en veel goed gekozen muzikale effecten. Zet daarbij een gerenommeerde acteur en een aantal talentvolle jongeren in, en zie hier het recept van de bovennatuurlijke thriller Godsend. Met enige voorsprong de vreemdste release van de afgelopen weken in de Nederlandse bioscopen.
Jessie en Paul Duncan beleven de Amerikaanse droom. Ze hebben beide een bevredigende baan, een leuk thuis en een prachtige zoon Adam. Bovenop dat alles zijn ze nog steeds gek op elkaar. Jessie is een getalenteerde fotografe en Paul geeft les aan een school waar leerlingen na hun opleiding de straat opzoeken om in de criminaliteit te belanden. Hij is zo’n idealist die vindt dat zijn carrière geslaagd is als hij zieltjes gewonnen heeft. Op de achtste verjaardag van Adam praten ze over verhuizen, een rustiger omgeving opzoeken, settelen op het platteland, maar nemen nog geen beslissing. Een paar dagen later verongelukt Adam en stort hun wereld in.
Kloon
Direct na de begrafenis wordt het echtpaar benaderd door Richard Wells (Robert de Niro). Hij heeft les gegeven aan de universiteit waar Jessie haar opleiding heeft genoten. Hij is bovendien de grondlegger van Godsend, een instituut dat zich bezighoudt met genetisch onderzoek. Hij geeft het echtpaar 72 uur om een beslissing te nemen. Ze kunnen een kloon van hun zoon krijgen. Ze moeten alles willen opgeven, verhuizen naar het dorp van het instituut en daar een nieuw leven opbouwen. Het echtpaar wacht een huis, banen, vrienden en een nieuwe zoon. Natuurlijk nemen ze de beslissing om te verhuizen. In de golven van verdriet om het verlies van Adam is het aanbod te aanlokkelijk. Na de verhuizing is er aanvankelijk het geluk. Na de tweede achtste verjaardag van Adam, verandert het leven van het gezinnetje…Vehicel
Greg Kinnear, die vader Paul Duncan speelt, is zo’n jonge acteur die leuk in een ‘brat pack’ zou passen, maar niet de kwaliteiten heeft om een film te dragen. Rebecca Romijn-Stamos (Jessie Duncan) heeft eerder gespeeld in X-Men. Ze kan haar acteerkwaliteiten niet echt kwijt in dit computervehicel. In Godsend slaagt ze er lang in een geloofwaardige moeder neer te zetten, maar ook zij moet het op het einde opgeven. Haar zoon is veranderd in een duivel in kinderkleding en Stamos slaagt er niet in om aan emoties als verbazing en verdriet meer invulling te geven dan een traan en een natte wang. Blijft over Robert de Niro in de rol van wetenschapper Wells. Het is komisch om De Niro een baby op de wereld te zien zetten. Zelden een gynaecoloog zo zonder enthousiasme tegen een vrouw het bevel “persen” horen zuchten. Denkt Wells na, dan draait hij twee zilveren kogels rond in de palm van zijn hand. Vroeger bereidde De Niro zich minutieus voor zijn rollen. Hij bokste maanden, nam saxofoonles of ging in de leer bij politiekorpsen. Voor Godsend heeft hij nog geen vijf minuten met de kogels geoefend. Voor de toeschouwer is het vooral spannend om te zien of hij ze op de grond laat kletteren.
Voldoende
Natuurlijk is Wells de kwade genius in het spel. Hij heeft niet alleen Adam opnieuw op de wereld willen zetten, hij heeft eigen kwaliteiten aan het joch toegevoegd. De ontknoping van dit alles zit vol gaten, toevallige ontmoetingen, krantenknipsels en andere onzin. Eén voorbeeld van de vreemde keuzes en het slordige werk van de regisseur: op de dag van het overlijden van Adam schijnt de zon uitbundig, twee dagen later ligt het kerkhof onder een dik pak sneeuw. Gelukkig is het op de dag van het vertrek naar het instituut (beslissen binnen 72 uur!) opnieuw zonnig. Het is totaal onbegrijpelijk dat een film als Godsend wordt gemaakt. Geen enkele keer is er spanning te vinden op de gezichten van de gezinsleden of de wetenschapper. De film heeft twee of drie momenten waarbij de toeschouwer opschrikt. Regisseur Nick Hamm pompt de bioscoopzaal dan vol knalharde muziekeffecten zodat de toeschouwer wel wakker moet worden. Godsend stelt vooral het geduld van de toeschouwer op de proef. Alleen op dat punt scoort de film een ruime voldoende.