Conventioneel, maar toch persoonlijk
Christoffer Boes nieuwste film Spies & Glistrup, een biopic over de cynische entrepreneur Simon Spies en de radicaal rechtse advocaat Mogens Glistrup, gaat vandaag in première. 8WEEKLY sprak de Deense regisseur tijdens het afgelopen IFFR.
Christoffer Boes nieuwste film Spies & Glistrup, over de vriendschap tussen de cynische entrepreneur Simon Spies en de radicaal rechtse advocaat Mogens Glistrup, vertoont op het eerste oog weinig verwantschap met het eerdere werk van de regisseur. Het is een op feiten gebaseerde biopic, in stijl, vorm en toon veel conventioneler dan Reconstruction, Allegro en Beast.
Dat waren speels experimentele, melancholische en soms verontrustende films over obsessieve gevoelens, die Boe de reputatie opleverden van de enige Deense filmauteur naast Lars von Trier. Maar terwijl Trier onverstoord zijn scheve gang blijft gaan binnen de arthousesector, had Boe vorig jaar ineens een commerciële hit: Spies & Glistrup was vorig jaar in Denemarken met ruim 330.000 bezoekers de op drie na best bezochte film. Ter vergelijking: Boes debuut Reconstruction (2002) trok zes keer zo weinig kijkers, en zijn vorige film Beast (2011) werd slechts door 1641 man gezien.
Boe scoorde dus met een mainstreamfilm zijn eerste kassucces, maar schijn bedriegt: de regisseur is niet gezwicht voor het grote geld. Spies & Glistrup is wel degelijk een persoonlijk project voor de Deen, die samen met de schrijver Simon Pasternak uitgebreid onderzoek deed naar het leven van de twee controversiële Denen. Spies en Glistrup waren belangrijke figuren in het Denemarken van de jaren zestig en zeventig; Boe herinnert zich nog dat zijn ouders, beiden jurist, de pest hadden aan Glistrup.
Eerste versie
‘Ik heb altijd al een film willen maken over die twee personages. Ik heb een haat-liefdeverhouding met ze, net als de Deense bevolking al 40 jaar heeft. Ze hebben me altijd geïntrigeerd. Zodra Mogens Glistrup stierf, belde ik mijn producer om te zeggen dat ik wou beginnen. Het probleem was dat ik niet wist hoe ik een film moest maken over echt bestaande personages, iets heel anders dan mijn vorige films.’ Een eerdere versie van het script was meer in de geest van Boes experimentelere en minder makkelijk toegankelijke films. ‘Dat scenario speelde zich af in een soort land der doden. Een crew komt toevallig Simon Spies tegen, die Sprechmeister van een toneelstuk is in een groot kasteel. Het was een andere benadering van het biopic-genre. Voor dat idee heb ik financiering gekregen. Maar vlak voordat we begonnen met filmen, vroeg ik me af waarom we het zo zouden moeten doen.’
Uiteindelijk kwam hij met een eenvoudiger idee, dat de basis vormde van een conventionelere film. ‘Het is niet moeilijk om vreemde mensen te laten opvallen, zoveel mensen zijn immers vreemd. Het is moeilijker om sympathie voor ze op te wekken. Ik moest de film in de geest van Simon Spies en Mogens Glistrup maken. Ze konden heel goed verhalen vertellen en ze waren heel toegankelijk. Het waren vreemde mensen, maar wat ze verkochten, was helder: koop een reis bij mij en misschien kun je neuken, stem op mij en je hoeft geen belasting te betalen. Zulke boodschappen zijn op het eerste gezicht eenvoudig. Ik wilde een film maken die ook op het eerste gezicht toegankelijk was.’ De film is inderdaad niet minder vlot en flitsend dan een film als American Hustle, maar Boe kijkt verder dan de oppervlakte en besteedt meer aandacht aan de destructieve geest van zijn hoofdpersonen.
De essentie is waar
Net als David O. Russells film begint Spies & Glistrup met de schalkse mededeling dat hij deels op ware, deels op onware gebeurtenissen is gebaseerd. Boe blijft erbij dat zo goed als alles in de film echt is gebeurd, ook al zijn hier en daar gebeurtenissen samengevoegd. ‘De essentie van een leven proberen te vangen in negentig minuten, is absurd. Wij wilden eerst de essentie vangen en vervolgens dingen bedenken die die essentie uitbeelden. Het is een erg waarheidsgetrouwe film. Als je hem ziet, krijg je een idee van wie die twee waren, wat ze deden en hoe ze dachten. We hebben van alles niet verteld, maar alles wat je later over ze te weten komt, is begrijpelijk binnen de context van de film die je hebt gezien. De essentie is waar.’ Twee voorbeelden van wat de film — buiten de krantenkoppenmontage aan het einde — niet behandelt, maar inderdaad aannemelijk maakt: Spies sloot zich op jonge leeftijd aan bij de nazi’s en Glistrup was een fervent tegenstander van moslims en immigratie.
‘Ik ben in dat opzicht erg geïnspireerd door Soderberghs film Che. Daar is veel over gediscussieerd: waarom liet hij de concentratiekampen en de moorden achterwege? Soderbergh had een goed antwoord: heb je iets in de film gezien waaruit blijkt dat Guevara daar niet toe in staat was? Wat je hebt gezien, is de essentie van Che Guevara. Eigenlijk is Spies & Glistrup een grote leugen, maar hij vertelt ook de waarheid, veel meer dan een documentaire ooit zou kunnen. Soms heb je de leugen van fictie nodig om bij de waarheid te komen.’
Boe grapt dat hij zich in de toekomst gaat beperken tot puur commercieel werk, maar het is duidelijk dat hij zijn film ziet als meer dan een mainstreamproduct. Bovendien was het grote geld niet zo groot: ‘Ik had iets meer te besteden dan gebruikelijk, maar voor het soort film was het eigenlijk niet zo veel. Iedereen had de juiste kleren en het juiste kapsel nodig, de locaties moesten passen bij de tijd. Vreselijk vermoeiend allemaal, zeker met zo weinig geld.’
Aandacht verlegd
Ook al is Spies & Glistrup geen puur commerciële film, het verschil met Boes eerdere vijf films is onmiskenbaar. ‘Deze film heeft minder te zeggen over de esthetiek van films maken dan de vorige. Ik stel mezelf nu andere vragen: hoe vertel je een verhaal? Wat is het verband tussen het genre van de biopic en de werkelijkheid? Ik ben ook geïnteresseerd in tv-series, die zie ik eigenlijk het liefst. De meeste hebben geen esthetische waarde, maar zijn wel interessant wat betreft verteltechniek. Mijn aandacht is dus iets verlegd, denk ik.’
‘Ik ben meer geïntrigeerd geraakt door rechttoe rechtaan verhalen vertellen. Wel met een persoonlijke noot, uiteraard. Daar gaat het om bij het maken van films: hoe kun je samenwerken met zo veel mensen, omgaan met zo veel geld en met al die mechanismen die alles zo conventioneel maken en ervoor zorgen dat 99% van alle films compleet onpersoonlijk worden — hoe kun je je film toch laten tonen wie jij bent? Een van de gemakkelijkste manieren waarop je dat kunt doen, is je verhaal spitsvondig vertellen. Maar hoe kun je een conventionele film persoonlijk maken? Dat is mijn nieuwe obsessie.’
Boe en Pasternak (hij noemt de ontmoeting met de misdaadauteur het beste wat de film heeft voortgebracht) zijn al bezig met een volgende film: ‘Dat wordt een thriller over een rechter die zijn vermoorde vrouw gaat wreken. Er is nog veel dat ik wil laten zien door middel van geweld. Ik ben te veel bezig geweest met die verdomde gevoelens. Nu is het tijd om iemand dood te maken!’