Broederliefde tussen tegenpolen
Twee broers groeien samen op in Calcutta, rond de tijd dat India net onafhankelijk is geworden. Hun hechte vriendschap lijkt onverwoestbaar, maar wanneer de maatschappelijke spanningen in het land oplopen en de terreur toeneemt, blijkt ook deze band onderhevig aan politieke strijd.
Jhumpa Lahiri debuteerde in 1999 met de verhalenbundel Een tijdelijk ongemak. Haar werk werd meerdere malen bekroond, onder andere met de Pulitzer Prize en de Frank O’Connor International Short Story Award. Haar succesvolle romandebuut De Naamgenoot werd verfilmd. Twee Broers is haar tweede roman, een prachtig familieverhaal waarmee ze haar succes duidelijk voortzet.
Het eerdere werk van Lahiri had een overkoepelend thema: immigratie. En hoewel er in dit verhaal opnieuw een personage van India naar Amerika immigreert, staat dit keer de aanpassing aan een nieuwe cultuur niet langer centraal. Twee Broers gaat vooral over familiebanden en hoe die beïnvloed raken door persoonlijke en politieke keuzes. En over hoe verlies en eenzaamheid hier pijnlijke gevolgen van kunnen zijn.
Innerlijke en politieke strijd
Het verhaal vertelt over Subhash en Udayan Mitra, twee broers die opgroeien in Tollygunge, in het zuiden van de stad Calcutta. Ook al is Subhash vijftien maanden ouder dan zijn broer, de twee beginnen tegelijkertijd met school en zijn altijd samen. Toch zijn de broers op bepaalde vlakken elkaars tegenpolen: Subhash is een rustig, voorzichtig kind, terwijl zijn jongere broer Udayan altijd bezig is met het bedenken van kwajongensstreken. Udayan spoort Subhash altijd aan om mee te gaan op zijn roekeloze tochten, onwetend over de gevoelens die dit bij zijn broer opwekt:
Hij was misselijk van de angst die altijd in hem opwelde, dat hij zou ophouden te bestaan en dat hij en Udayan niet langer broers zouden zijn als hij hem zou weerstaan.
Wanneer de broers ouder worden blijft deze tegenstrijdigheid in hun karakters zichtbaar. Subhash is de ideale student die braaf al zijn colleges volgt, terwijl Udayan steeds vaker wegblijft om zich in te zetten voor een extreme communistische partij. Deze partij verandert langzaam in een terreurorganisatie, waarvoor Udayan bereid is alles op te geven. Wanneer Subhash van deze politieke chaos ‘wegvlucht’ om onderzoek te gaan doen aan een universiteit in Amerika, loopt hun sterke band flinke schade op:
Hoe kun je nu weglopen van wat er hier gebeurt? En uitgerekend dáárheen?
Het is een promotieonderzoek. Een kwestie van een paar jaar, meer niet.
Udayan schudde zijn hoofd. Als je gaat, kom je niet meer terug.
Hoe weet je dat?
Omdat ik je ken. Omdat je alleen aan jezelf denkt.
Enerverende karakters
Het eerste deel van het boek raast door de tijd en barst van de spannende gebeurtenissen, waardoor de lezer meteen wordt meegezogen in het verhaal. Hierdoor is het niet storend dat het tempo verderop in het verhaal wat afneemt en er minder sprake is van spanning.
Lahiri heeft haar personages zodanig interessant neergezet dat de lezer geboeid blijft door hun levensverhalen. Ook de wisselende perspectieven dragen hieraan bij: zo voelen we mee met de getraumatiseerde moeder van Subhash en Udayan en leren we de alternatieve levensvisie van Subhash’s dochter begrijpen.
Wanneer de familie Mitra met een plotseling verlies te maken krijgt, geeft dit het plot een drastische wending. Het evenwicht in de familie is bruut verstoord, wat onverwachte nieuwe verhoudingen oplevert. Ook blijven er steeds vernieuwende personages bijkomen, in de vorm van nieuwe liefdes, vriendschappen en kinderen. Er lijkt voor elk soort lezer wel een personage te zijn uitgedacht waarmee valt te sympathiseren. Dankzij deze nieuwe en alsmaar veranderende relaties blijft deze dramatische familiegeschiedenis boeien tot de laatste pagina.