Een beeld om de eenzaamheid te bestrijden
In Joy kruisen een obsessieve Rodin-bewonderaar en de stoere, ongenaakbare Joy elkaars pad. Zij speelt voor straatstandbeeld en hij is als beeldhouwer op zoek naar het vrouwelijke summum van sublimiteit. Samen sluiten ze een verbond, met een lugubere twist.
‘Ik jaag achter een beeld aan, verder niets.’ Wanneer een roman begint met een citaat van de negentiende-eeuwse romanticus en zelfmoordenaar Gérard de Nerval, verwacht je vervolgens geen straattaal, fetishfeesten en een exhibitionistisch meisje dat schreeuwt om aandacht. Toch weet debutant Patrick Bassant deze elementen met elkaar te vermengen tot een verontrustend en bijtend verhaal over kunst, beeldcultuur en eenzaamheid. Bassant werpt wezenlijke vragen op, maar verpakt deze in een snel jasje vol humor en prikkelend sarcasme.
Gezien willen worden
Als weeskind van nihilistische punkouders die zich meer druk maken om hun Fuck the Future-shirts dan om hun dochtertje, leert Joy al vroeg dat het leven draait om imago en beeldvorming. Sleutelscène is dan ook haar figurantenrol in een videoclip, waarin ze als vijfjarige afwisselend een verdrietig, vrolijk of verleidelijk gezicht trekt terwijl ze over het strand huppelt.
Als haar ouders later omkomen bij een ongeluk in Moldavië (‘Dat je al je vrije tijd besteedde aan het draaien van zwartgallige platen en het bedenken van strategieën om je tegen de wereld af te zetten, wilde nog niet zeggen dat je soms niet flink aan vakantie toe kon zijn’), heeft ze geen idee wat ze moet voelen en welk gezicht daarbij hoort. Wel nestelt het verlangen ‘gezien te worden’ zich in haar vast. Er moet naar haar gekeken worden en daar zorgt ze dan ook voor, als ze wegloopt bij haar gangbangende grootouders en in Brussel als stripteasedanseres en levend standbeeld aan de slag gaat.
Oppervlakte voorbij
Als moederskindje dat de werkelijkheid het liefst ‘in mallen giet’ en bijna flauwvalt van vervoering bij het zien van het geconstrueerde stratenplan van New York, kan de beeldhouwer niet verder van de losbandige Joy verwijderd zijn. Zijn personage doet in de verte wat denken aan Patrick Bateman, de seriemoordenaar uit Bret Easton Ellis’ American Psycho. Zo wil hij in Rome het dunne laagje schoonheid van de stad wegkrabben en wordt hij in Brussel misselijk als hij naar een onbereikbaar standbeeld van Rodin kijkt. Hij besluit dat hij ‘Rodins standbeeld onherstelbaar wil verbeteren’ door een echt mens met brons te overgieten.
De vrouw, die ergens achter de oppervlakkige schoonheid van het bronzen omhulsel schuilgaat, zou dan alleen voor hem zichtbaar zijn. In die zin is de beeldhouwer als Bateman, die de buitenkant van zijn slachtoffers afpelt en wroet in dode lichamen in een poging door te dringen tot een binnenste. Ook hij zoekt naar betekenis, naar iets oprechts en onopgesmukts terwijl oppervlakte het leven rondom hem dicteert. Want wat verbergt zich achter omhulsels? Wat is kunst? Wat is schoonheid? En wat is, uiteindelijk, een mens?
Eenzaamheid opheffen
Natuur versus kunst(matigheid), deze rode draad werkt ook door in de structuur van de roman. De verhaallijnen rondom Joy en de beeldhouwer worden doorsneden door kunsthistorische passages, twee beeldgedichten, vier ‘memoires van een standbeeld’ en vloeien uiteindelijk samen in een onafwendbare apotheose. Soms halen verhandelingen over het gieten van brons of de levensloop van Rodin de vaart uit het verhaal, maar in andere fragmenten laat Bassant juist zijn scherpe inlevingsvermogen zien.
Mensen die een arm om je heen slaan en zo gefotografeerd worden, mensen die voor je knielen om vers fruit en jonge bokjes te schenken, mensen die met open mond minuten naar je staan te staren, mensen die met hun problemen naar jou komen, mensen die wensen dat hun partner meer op jou lijkt, mensen die met een schetsblok op schoot urenlang hun ogen over je lichaam laten glijden, dat zijn gelukzalige hoogtepunten, dat is misschien het sublieme waar de mens altijd naar zal zoeken.
Dus kan het verlangen naar erkenning zo groot zijn dat je ervoor wilt sterven? Joy ondergaat haar plastinatie vrijwillig, nergens wordt ze gedwongen haar weefsels te laten uitzuigen en vervangen door plastic. Zij wil wanhopig graag gezien worden. De beeldhouwer wil graven, blootleggen en bezitten. Ze willen allebei hun eenzaamheid opheffen. Zo eindigt het verhaal toch in wrang mededogen.