Boeken / Achtergrond
special: Interview met Arne Dahl over zijn nieuwe roman Bijbelse wateren

Ironie is van levensbelang

In een klein kamertje naast de lobby van het hoofdstedelijke Hotel Ambassade wacht Arne Dahl geduldig op het zoveelste interview tijdens zijn driedaagse tournee door Nederland. In zijn gezelschap bevindt zich een charmante dame, die zich voorstelt als ‘his wife’. Zij zal enkele foto’s maken van het interview, om die vervolgens op Dahls homepage te plaatsen, zodat Dahl-fans over de hele wereld zullen weten dat 8WEEKLY langs is geweest.

~

Arne Dahl, pseudoniem van de Zweedse romancier en literair criticus Jan Arnald, spreekt met zichtbaar genoegen over zijn tiendelige thrillerreeks rond het A-team van de Zweedse politie, opgericht om grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden en bestaande uit zes markante figuren, die om beurten de hoofdrol opeisen. Overigens is die geplande tiendelige reeks inmiddels uitgegroeid tot elf boeken, met een twaalfde – ‘Een literair experimentje’, aldus de auteur – op komst. Nederland zal nog even moeten wachten op dat ‘experiment’; met Bijbelse wateren verscheen onlangs pas het vijfde deel uit de serie.

Zweedse thrillerlandschap

‘Toen ik begon met het schrijven van thrillers, was ik onder mijn echte naam in kleine kring al bekend als schrijver. Ik schreef romans, moeilijke literatuur. Toen ik besloot thrillers te gaan schrijven, vond ik het een goed idee om weer op nul te beginnen. Niet dat ik beschaamd was dat ik me als “serieuze” schrijver aan thrillers waagde, integendeel! Ik wilde zien hoe ver ik zou komen zonder dat iemand zou weten wie Arne Dahl was, de boeken moesten zichzelf redden, vond ik.

De beslissing om me zelf eens aan een thriller te wagen viel nadat ik een van de eerste boeken van Henning Mankell las. Ik had vijftien jaar lang geen misdaadromans meer gelezen en ik wist niet wat me overkwam: zó kon het dus ook!’ Mankell – niet toevallig ook schrijver van een tiendelige reeks misdaadromans – behoort volgens Dahl nog altijd tot de fine fleur van het florerende Zweedse thrillerlandschap.

‘Er zijn vijf of zes écht goeie misdaadauteurs in Zweden. Mankell hoort daarbij, evenals Roslund en Hellström, die weer een heel ander soort thrillers schrijven. De laatste jaren is de markt een beetje overvoerd geraakt. Men besefte dat je met misdaadromans grof geld kon verdienen, zodat het niveau nu lager ligt dan eerst. De hype rond Stieg Larsson is daar volgens mij een voorbeeld van. Dat was een goede schrijver, maar doordat hij voortijdig overleden is, wordt de mythe buitenproportioneel. Ze hadden misschien beter zijn werk nog wat grondiger geredigeerd…’

Ironische Zeitgeist

In de wetenschap dat misdaadliteratuur wel degelijk literair én maatschappelijk geëngageerd kon zijn, begon Dahl te schrijven aan zijn eerste thriller Misterioso, die zowel in Zweden als in Nederland echter als tweede deel van de reeks werd uitgegeven. Dahl: ‘Ik weet eigenlijk ook niet waarom dat zo was, maar ik vond het prima.’

De ambities van Dahl zijn onveranderd groot, ook nu hij zich heeft ‘bekeerd’ tot het thrillergenre. Bedachtzaam weegt hij zijn woorden als hij uitweidt over zijn werk. ‘Het is misschien een te groot woord voor wat ik doe, maar ik vind het heel belangrijk dat mijn werk een bepaalde Zeitgeist in zich draagt. Mijn boeken moeten een zo breed mogelijk beeld van Zweden tonen, het land in al zijn facetten laten zien. Dat is ook de reden dat ik heb gekozen voor een team als centrale figuur. Ik werd een beetje moe van die eeuwig depressieve inspecteurs met overgewicht, dat is geen eerlijke afspiegeling van de politiemacht. Door bijvoorbeeld twee vrouwen aan het A-team toe te voegen, kan ik bovendien met mijn verhalen veel meer kanten op.’

Het zeskoppige A-team als hoofdpersoon is niet het enige wat Dahls boeken onderscheidt van de gemiddelde misdaadroman. Humor speelt in zijn werk een minstens zo belangrijke rol. In Bijbelse wateren bijvoorbeeld zijn de dialogen tussen de teamleden onderling, en zelfs tussen de teamleden en de verdachten, scherp en vol snelle grappen.

De ogen van de schrijver lichten op als humor ter sprake komt. ‘Het is heel dubbel: enerzijds neem ik het genre extreem serieus, maar anderzijds probeer ik toch ook wat grappen te maken. Ironie is nu eenmaal van levensbelang, ik denk dat de komische passages de scènes vol adrenaline en spanning juist extra benadrukken. In het verleden ben ik wel eens vergeleken met Raymond Chandler, de founding father van de hardboiled thriller, wiens boeken ook zeer ironisch zijn. Dat is uiteraard een eer, zijn boeken zijn klassiekers. Maar toch lijken we niet erg veel op elkaar, hoogstens in onze uiterst precieze stijl. Maar voor de rest… Ik ben bijvoorbeeld al een stuk vrouwvriendelijker, haha.’

Rotte liefde

In Bijbelse wateren heeft Dahl naar eigen zeggen zijn stijl vervolmaakt. ‘De eerste twee boeken was ik nog wat op zoek naar mijn eigen stem, maar die ik heb nu toch echt gevonden.’ Centraal in het boek staat een schietpartij waarbij een agent om onduidelijke redenen een asielzoeker doodschiet. Van zelfverdediging is geen sprake, maar van wat dan wel? Moord? Als blijkt dat de agent in kwestie jaren geleden een verhouding heeft gehad met Kerstin Holm, een van de prominente leden van het A-team dat de zaak onderzoekt, lijkt de woede van de ontsnapte moordenaar zich tegen het team te keren. De Zuid-Afrikaanse asielzoeker was werkzaam bij een bedrijf dat zich specialiseert in de productie van aidsremmers.

Dahl: ‘Het mooie aan het thrillergenre is dat het de voornaamste levensvraag stelt: de vraag over leven en dood. Daar kun je – in combinatie met de ingewikkelde maatschappij van vandaag – zó ontzettend veel kanten mee op. Natuurlijk zijn er thrillerwetten waaraan iedere schrijver zich moet houden, maar het is interessant om te kijken hoe ver je binnen die grenzen kunt komen.’

Een belangrijke rol in het boek is weggelegd voor het vaderschap, en hoe ver vaders bereid zijn te gaan als het om hun kind gaat. Dahl, zelf vader, kan zich wel verplaatsen in de extreme gevolgen die de liefde voor je eigen kind soms heeft. ‘Er is natuurlijk een hemelsbreed verschil tussen denken en doen, maar je mag de bloedband nooit onderschatten. Die kan rare dingen doen met mensen. Hoe meer ik me verdiep in de bad guy, hoe meer ik over mijn eigen donkere kant te weten kom. In dit geval gaat het er voornamelijk om dat je ook liefde niet te veel moet opkroppen. Want ook liefde kan bederven en rot worden.’

Schrijven tot de lol eraf is

Om de vraag of hij niet iets kan verklappen over hoe het het A-team in de toekomst zal vergaan, moet Dahl lachen. ‘Jullie lopen inderdaad een beetje achter hier. Nou vooruit. Er komen personele veranderingen, daar wordt in Bijbelse wateren al op vooruitgeblikt. Commissaris Hultin gaat met pensioen en Paul Hjelm volgt hem op. Hjelm blijft wel een van de belangrijkste figuren, zodat ik in de komende boeken ook steeds meer een totaalbeeld van de onderzoeksvoortgang kan schetsen. En natuurlijk komt er een vervanger voor Hjelm, maar daar zul je de volgende delen voor moeten lezen!’

Terwijl de verfilming van zijn eerste vijf boeken op het punt van beginnen staat, denkt Dahl al voorzichtig aan een nieuwe serie met nieuwe karakters. Dit keer zal hij echter niet van tevoren zeggen hoeveel delen de serie gaat bevatten. ‘Die fout maak ik niet meer’, glimlacht hij. ‘Vanaf nu schrijf ik net zolang door tot de lol eraf is.’