Film / Films

Elvis heeft het gebouw verlaten

recensie: The King

Een jonge man is net eervol ontslagen uit de marine. Hij kuiert wat rond, bezoekt een prostituee en koopt een auto. Daarna bezoekt hij een lokale kerkgemeenschap, waar hij een bevlogen interesse toont voor de predikant. Hij volgt hem en zijn familie naar huis, waarna hem gevraagd wordt wie hij is. “Mijn moeder Yolanda vertelde me over u.” antwoordt de jonge vreemdeling, waarmee de toon van The King is gezet.

Dat de sympathieke predikant David Sandow (William Hurt) geen ‘zondeloos’ verleden heeft blijkt dus al snel. Hij stelt zijn onwettige zoon Elvis (Gael García Bernal) ongemakkelijk voor aan zijn familie en vertelt hem dan vriendelijk doch dringend om te vertrekken. “Dit is mijn gezin en dit is mijn huis.” Elvis vertrekt, maar hij heeft duidelijk sterke gevoelens voor zijn halfzusje Malerie. De nare voorbode van incest hangt meteen al in de lucht.

Cinematografisch juweeltje

~

Juist, dit is zó’n soort film, niet bestemd voor tere, zonnige zieltjes. De materie is zwaar. Elvis is een storend element in de ogenschijnlijk perfecte parochiewereld van David Sandow, die al snel aan alle kanten scheuren blijkt te vertonen. Dochter Malerie is zo wanhopig om te ontsnappen aan haar onderdrukte bestaan dat zij elke mogelijkheid daartoe aangrijpt. Zo ook een geforceerd aandoende relatie met Elvis, waarvan zij niet weet dat het haar halfbroer is. Hoewel de relatie wel degelijk omslaat in liefde, wordt deze nergens echt voelbaar. Daarvoor is deze simpelweg te kil in beeld gebracht. De gebeurtenissen volgen elkaar enigszins voorspelbaar op terwijl Elvis zich langzaam in het gezin naar binnen werkt, maar dat stoort niet. Het prachtige kleurgebruik en de goed geplande locaties met natuurlijke lichtval maken dit een cinematografisch juweeltje met weinig dialoog en veel lichaamstaal.

Overbodig commentaar

Voor degene die de semiotiek en patronen in de film (die er overigens duimendik bovenop liggen) nog niet begrepen had, worden deze in het audiocommentaar nog even scène voor scène uitgelegd. Ook is er ruimte voor de complimenten die over en weer gegeven worden tussen regisseur/schrijver James Marsh en producent/schrijver Milo Addica, over de manier waarop de film is geschreven en gefilmd, ondersteund door enkele verwijderde scènes en repetities die elders op de dvd te vinden zijn. Verder wordt er constant benadrukt dat ‘het publiek moet begrijpen’ dat er een klein budget, constante tijdsdruk en conflicten met de financierders waren, waardoor het commentaar vooral een verontschuldiging wordt voor de kwaliteit van de film. Dit is echter nergens voor nodig. De film rammelt inderdaad hier en daar, maar het verhaal zit goed in elkaar en de cast is werkelijk indrukwekkend.

The King (2005) is ontroerend en schokkend op de juiste momenten, en ondanks het ingetogen en soms afstandelijke spel weten de personages empathie op te wekken. Het enige wat het audiocommentaar bewerkstelligt is irritatie, opgewekt door het constante gezeur over de imperfecties van de film.