Boeken / Fictie

Inhoudsloos literair dwaalspoor

recensie: Aris Fioretos (vert. Hans Peter Westin) - De laatste Griek

De laatste Griek van Aris Fioretos werd voornamelijk lovend ontvangen. Vrij Nederland noemde het bijvoorbeeld een ‘elastische oefening van het geheugen, oprecht oorspronkelijk en poëtisch geschreven’. Maar dan moet je je wel door dit vervelende boek heen kunnen worstelen.

elastische oefening van het geheugen, oprecht oorspronkelijk en poëtisch geschreven’. Maar dan moet je je wel door dit vervelende boek heen kunnen worstelen.

En zelfs als je daarin slaagt, is er weinig poëzie te bespeuren. Eerder een hoop bombastisch taalgebruik dat probeert de verwarrende structuur van het verhaal te verhullen. De laatste Griek is een typisch geval van incongruentie tussen vorm en inhoud.

De inhoud


In het voorwoord legt schrijver Aris Fioretos aan de lezer uit hoe dit boek tot stand is gekomen. Hij wil ons laten geloven dat hij van Efi Kezdoglou een kistje heeft ontvangen uit de nalatenschap van haar broer Kostas. In dit kistje zitten honderden registratiekaarten die het leven beschrijven van Jannis Georgiadis, een naar Zweden geïmmigreerde Griek.

Op basis van dit gegeven zou je een analytische, licht afstandelijke beschrijving kunnen verwachten van Jannis’ geschiedenis. Tenslotte is er hier gekozen voor een vorm waarin informatie uit tweede hand door een derde wordt gepubliceerd. Niets is echter minder waar.

De vorm

Het boek is voorzien van vele korte ‘hoofdstukken’ op basis van één of meerdere gerelateerde registratiekaarten. Hier treedt al meteen de eerste verwarring op. Deze kaarten suggereren een zekere geordende, analytische benadering, maar al snel blijkt hier een geschiedschrijver (Kostas) met literaire aspiraties aan de gang. Op zich is daar niets mis mee, als de aspiraties ook uitmonden in een geslaagde exercitie.

Helaas springt de schrijver van de ene wollig omschreven tak naar de andere pompeuze tak. En dat alles is doorspekt met vreemde lijstjes en rare dialogen. Zaken waarvan je je direct afvraagt hoe de schrijver ze kan opschrijven aangezien hij niet bij deze conversaties aanwezig was. Wat dan weer duidelijk wordt uit de veelvuldig terugkomende tenenkrommende uitspraak: ‘Denkt hij, denken wij.’

De inhoud van de vorm

Kostas (en dus Aris) wil ons ook steeds overtuigen van het feit dat er wel degelijk structuur in het verhaal zit, ondanks het feit dat dit van de hak op de tak springt. Het leven van Jannis (en zijn voorouders) wordt dan misschien wel in z’n geheel beschreven, maar van het ene op het andere hoofdstuk spring je regelmatig tien, twintig of wel honderd jaar voor- of achteruit in de tijd. Dit levert een verbrokkeld en verwarrend geheel op, niet in de laatste plaats door de bombastische schrijfstijl. Dan kan de schrijver nog zo vaak zeggen ‘Daar gaan we het zo over hebben’, het verhaal blijft onsamenhangend.

Maar geen beter voorbeeld dan dat van de auteur zelf:

‘Velen van ons voelen zich opgesloten,’ zal hij, denken wij, tegen de pasfoto hebben gemompeld, ‘maar er zijn geen muren, alleen huid in verschillende vormen gevouwen, waar miljoenen deeltjes als dons doorheen dringen, elk moment van het leven, en ook erna. De waarheid is dat we ons zo’n beetje overal bevinden.’ Waarschijnlijk dacht Jannis aan de paardenbloembollen die hij samen met Agneta had geblazen.

Et cetera, et cetera.

Over hoe je echt álles kunt laten liggen


De laatste Griek had heel veel geschiedkundige wetenswaardigheden kunnen brengen. Het verhaal van Jannis en diens voorouders omvat onder andere de Grieks-Turkse oorlog, de burgeroorlog van de jaren veertig en het kolonelsregime van de jaren zestig en zeventig. Het zijn periodes die elk op zichzelf al boeiend leesvoer kunnen opleveren. Aris Fioretos weet dit alles echter kundig te verhullen onder een wollige deken van grote, mislukte literaire aspiraties. Door de woorden zie je uiteindelijk de tekst niet meer.

Dit is een boek met veel potentieel en het is dan ook knap dat de auteur echt al die potentiële interessante onderwerpen, stuk voor stuk, weet te laten liggen. Dat alleen al is een knappe prestatie. Het is alleen jammer dat dat een uitermate vervelend boek oplevert. De laatste Griek is voor de volhardende, doorzettende lezer. Maar ook voor die bikkels is het uitlezen van dit boek geen garantie. Luctor, maar geen emergo.