Tag Archief van: autobiografisch

Still the hand of god
Film / Films

Een bont allegaartje van poëtische karakters

recensie: È Stata La Mano Di Dio (The Hand of God) - Paolo Sorrentino
Still the hand of god

In È stata la mano di Dio (The Hand of God) van Paolo Sorrentino maak je kennis met het kleurrijke en rumoerige Napels van de jaren 80. Bij het zien van de eerste beelden van de door de zon verlichte stad, besef je als kijker dat je een wondermooie film tegemoet gaat. Sorrentino maakt deze verwachting waar: È stata la mano di Dio is een parel van een film.

Jongleren met appelsienen

De puber en protagonist Fabietto, wiens volwassenwording aanbreekt, geniet van het samenzijn met zijn ouders en zijn oudere broer. Zijn moeder houdt ervan doldwaze grappen uit te halen en vader is een komiek in wording. Net als het door voetbalgekte geteisterde Napels, zijn Fabietto en zijn familie in de ban van Maradona: de aanwinst van de voetbalploeg Napoli. De voetballer is een mythische figuur in de film die zonder echt in beeld te komen het verhaal toch een beetje stuurt.

Net als in zijn vorig werk – zoals La Grande Bellezza (2013) en The New Pope (serie, 2019-2020), geeft Sorrentino zijn karakters een poëtisch tintje: van moeder Maria die tijdens een dramatische scène jongleert met appelsienen tot de cynische grootmoeder die maniakaal van een druipende mozzarella eet tijdens een familiefeest. En wanneer de ouders van Fabietto steeds een melodietje naar elkaar fluiten om stiekem elkaars liefde en wederzijds begrip te bezingen, weet je dat je naar een film kijkt die in versvorm gefilmd lijkt te zijn.

Een uitnodiging voor een lach en een traan

Sorrentino biedt de kijker een gedicht in filmvorm aan. È stata la mano di Dio is een film die je ontroert en tegelijkertijd laat glimlachen. Deze parel van een film is, door het poëtisch gehalte, een warme uitnodiging om zelf nostalgisch eigen herinneringen op te halen. En net als Fabietto, ben je als kijker verwonderd van al die schoonheid die je te zien krijgt. Met open mond staart hij tante Patrizia aan die hem met ontblote boezem een tedere blik toewerpt.

Er zijn heel wat verwijzingen te vinden naar het werk van Fellini. Net als Amarcord (1973), La strada (1954) of Satyricon (1969) van Fellini is È stata la mano di Dio bevolkt door een bont allegaartje van zowel typerende en carnavaleske, als poëtische en diepgaande figuren. Tijdens het wachten op zijn broer voor een auditie voor een film van Fellini, komt Fabietto zelf tussen typische ‘Felliniaanse’ figuren terecht die zopas het theater lijken ontvlucht te zijn.

Zuppa di latte

Sorrentino levert met È stata la mano di Dio een warme, huiselijke film af vol met lyrische en cinematografische verzen die zowel het alledaagse als de donkere kant van het leven bezingen. Een film even warm als een verse mok zuppa di latte van mama aan de keukentafel.

 

Still the hand of god
Film / Films

Een bont allegaartje van poëtische karakters

recensie: È Stata La Mano Di Dio (The Hand of God) - Paolo Sorrentino
Still the hand of god

In È stata la mano di Dio (The Hand of God) van Paolo Sorrentino maak je kennis met het kleurrijke en rumoerige Napels van de jaren 80. Bij het zien van de eerste beelden van de door de zon verlichte stad, besef je als kijker dat je een wondermooie film tegemoet gaat. Sorrentino maakt deze verwachting waar: È stata la mano di Dio is een parel van een film.

Jongleren met appelsienen

De puber en protagonist Fabietto, wiens volwassenwording aanbreekt, geniet van het samenzijn met zijn ouders en zijn oudere broer. Zijn moeder houdt ervan doldwaze grappen uit te halen en vader is een komiek in wording. Net als het door voetbalgekte geteisterde Napels, zijn Fabietto en zijn familie in de ban van Maradona: de aanwinst van de voetbalploeg Napoli. De voetballer is een mythische figuur in de film die zonder echt in beeld te komen het verhaal toch een beetje stuurt.

Net als in zijn vorig werk – zoals La Grande Bellezza (2013) en The New Pope (serie, 2019-2020), geeft Sorrentino zijn karakters een poëtisch tintje: van moeder Maria die tijdens een dramatische scène jongleert met appelsienen tot de cynische grootmoeder die maniakaal van een druipende mozzarella eet tijdens een familiefeest. En wanneer de ouders van Fabietto steeds een melodietje naar elkaar fluiten om stiekem elkaars liefde en wederzijds begrip te bezingen, weet je dat je naar een film kijkt die in versvorm gefilmd lijkt te zijn.

Een uitnodiging voor een lach en een traan

Sorrentino biedt de kijker een gedicht in filmvorm aan. È stata la mano di Dio is een film die je ontroert en tegelijkertijd laat glimlachen. Deze parel van een film is, door het poëtisch gehalte, een warme uitnodiging om zelf nostalgisch eigen herinneringen op te halen. En net als Fabietto, ben je als kijker verwonderd van al die schoonheid die je te zien krijgt. Met open mond staart hij tante Patrizia aan die hem met ontblote boezem een tedere blik toewerpt.

Er zijn heel wat verwijzingen te vinden naar het werk van Fellini. Net als Amarcord (1973), La strada (1954) of Satyricon (1969) van Fellini is È stata la mano di Dio bevolkt door een bont allegaartje van zowel typerende en carnavaleske, als poëtische en diepgaande figuren. Tijdens het wachten op zijn broer voor een auditie voor een film van Fellini, komt Fabietto zelf tussen typische ‘Felliniaanse’ figuren terecht die zopas het theater lijken ontvlucht te zijn.

Zuppa di latte

Sorrentino levert met È stata la mano di Dio een warme, huiselijke film af vol met lyrische en cinematografische verzen die zowel het alledaagse als de donkere kant van het leven bezingen. Een film even warm als een verse mok zuppa di latte van mama aan de keukentafel.

 

Boeken / Fictie

De kracht van trouw

recensie: Herman Delwig – Orkaan in Irma

Het leven kan onverwachte stormen op je afsturen. Herman Delwig ervaart letterlijk de orkaan in Irma wanneer het onheil zich in het lichaam van zijn partner manifesteert. Door zijn trouw voelt hij zich meer en meer verbonden met haar tot het moment van het verdrietige afscheid, dat tegelijk een bevrijding is.

Het boek Orkaan in Irma wordt door sommigen vergeleken met Er komt een vrouw bij de dokter van Kluun. Vergelijken is lastig en nooit één op één. Het boek van Delwig mag inderdaad in de boekenkast naast Kluun staan. Toch heeft ieder boek zijn eigen verhaal, net als ieder leven. Beide boeken zijn autobiografisch, al is het boek van Delwig puurder. De benadering van Delwig kent zijn eigen thematiek en indeling.

Trouw in goede en slechte tijden

Orkaan in Irma heeft als ondertitel ‘Verloren aan kanker, gewonnen in trouw’. De diepere betekenis van het laatste zinsdeel wordt pas na lezing duidelijk, als Delwig meer heeft prijsgegeven over zijn relatie met Irma.
Het boek is ingedeeld in drie delen. Eerst het verhaal over de ziekte van Irma, vervolgens hoofdstukken als ‘Zielwijze’, waarin Delwig dieper graaft in een element uit het voorgaande verhaal. Dan zijn er hoofdstukken met als titel ‘Anekdote’, waarbij teruggegrepen wordt in het verleden van Herman en Irma naar aanleiding van een voorval uit het voorliggende verhaal. Zo gunt Delwig ons een kijkje in zijn leven met Irma en in diepere lagen van het gevoelsleven. Tegelijk kijkt hij met wat afstand naar wat er zich afspeelt in en rond het ziekbed en de bureaucratie in de zorg. Delwig vertelt zo niet alleen het ziekteverhaal, maar geeft tevens een scherpe blik op meerdere aspecten van zijn en haar leven.

Spanning over de afloop is er niet, wel over het verloop van die verschrikkelijke ziekte. Delwig geeft een openhartige kijk op het ziektebeeld van Irma en alle stappen die ze samen doorlopen in de hoop op genezing. Dat laatste zelfs als er eigenlijk allang geen hoop meer is. Delwig schetst niet alleen het verdriet en de verbitterdheid als het helemaal fout gaat, maar schenkt ook aandacht aan de momenten van hoop: de mooie momenten die er nog resten om het leven te vieren als het kan.

De ondertitel wordt gedurende het boek steeds scherper. Irma en Herman misten al lang het gevoel van vleselijke liefde en intimiteit. Irma vond dat haar lichaam onaantrekkelijk geruïneerd was door de zwangerschappen van hun nooit gedachte, maar graag gewilde en dierbare kinderen, die ze samen mochten krijgen. De intieme relatie was al jaren bekoeld naar een verstandelijke en door luxe gecompenseerde manier van leven.

Verdriet, onmacht en ongeloof

Delwig vertelt de vele gangen naar het ziekenhuis. Ze hoppen van arts naar arts om overal het beste te halen. Hij onderstreept de visie niet op één arts blind te varen, maar zelf scherp te blijven om zo elders de kennis en ervaring te halen. Gelukkig vertelt hij steeds terug te kunnen vallen op een vaste factor in het beeld: hun meelevende en adviserende huisarts.
Meermaals laat Delwig zich uit over de bureaucratie in ziekenhuizen, die volgens hem geen oog hebben voor het lijden en de conditie van de patiënt, maar vast zitten in protocollen: het denken in problemen en niet in oplossingen, zelfs als de oplossing soms eenvoudig voorhanden is.

Het gevoel genezen te zijn, de opleving en het maken van plannen, die vervolgens met een domper weer fout lopen door hernieuwde gezondheidsproblemen, zijn tekenend voor menig ziekteverloop. Delwig laat ons ook meebeleven dat, als het ziektebeeld al uitzichtloos is, er toch nog een laatste waardige wens kan worden vervuld. Een wens om nog eenmaal menselijk bij elkaar te zijn, te genieten en waardig afscheid te nemen van het goede leven. Het eenvoudige nuttigen van een fijne maaltijd met elkaar kan een vurige wens zijn, die met moeite toch vervuld kan worden. Het leven van alledag kan juist zo fijn zijn, als het lijden dat al een tijdje onmogelijk heeft gemaakt. Het geluk zit dan ineens in kleine, alledaagse genietmomenten.

Dat tegenwoordig euthanasie voor de patiënt en zijn of haar omgeving een weldadige ontsnappingsclausule is, die ondraaglijk lijden kan bekorten, wordt ook in dit boek helder beschreven. Ook de emotie van de achterblijvers laat Delwig niet onbesproken. De bevrijding – als het stof is neergedaald – naar een mogelijk nieuw en anders vervolg voor de achterblijvers wordt als slot met beleving voor de lezer gedeeld. Het beeld wordt op het netvlies geëtst, waardoor de lezer met hoop wordt achtergelaten: hoop putten uit een uitzichtloze situatie die naar een bevrijding toe ontspruit.

Nog een aardig weetje: Een gedeelte van de opbrengst van het boek komt ten goede aan het KWF-fonds voor Kankerbestrijding.