Twaalf keer Sehgal – juni
Een retrospectief van een jaar. Twaalf werken in de vorm van geconstrueerde situaties, elke maand één. Dagelijks opgevoerd vanaf het moment dat het Stedelijk opengaat totdat het sluit. Tino Sehgal choreografeert met zijn werken, die elke maand in een andere zaal van het museum te vinden zullen zijn, niet alleen hen die zijn werken vertolken, maar ook het gedrag van het museumpubliek.
Zes uit twaalf: This Variation (2012)
Op dezelfde plek als vorige maand bevindt zich nog steeds de doorgang naar de donkerte. Een beat, ‘gehum’, zang, stemmen: de ruimte klinkt vol. Met de wetenschap dat mijn ogen aan het donker moeten wennen, doemen er na een minutenlang zwart ‘niks’ langzaam maar zeker silhouetten op van mensen, veel mensen. En deel van hen beweegt, verplaatst zich door de ruimte en maakt geluid. Maar er is ook een aantal dat staat, niet beweegt en geen geluid produceert. Weer anderen zitten tegen de muur of in het midden van de zaal op de grond. Het is hierdoor onduidelijk wie bezoeker en wie vertolker is en dus ook uit hoeveel vertolkers This Variation is opgebouwd. Dit blijft ook de rest van de tijd onduidelijk – zijn het er tien, twaalf of meer? – doordat de herkenningspunten in het donker beperkt blijven. Hierdoor zijn degenen met minder duidelijke uiterlijke kenmerken – lengte, haar, wijde broek – anoniemer.
A capella wordt de ruimte gevuld, alles wat je hoort wordt ter plekke vocaal geproduceerd – ook wanneer je denkt een ‘echt’ drumstel te horen. Voor degenen wiens ogen nog niet aan het donker gewend zijn lijkt er alleen geluid te bestaan en, wanneer de vertolkers bewegen, de verplaatsing van lucht, als een zacht briesje. Sommige bezoekers die na het betreden van de zaal ontredderd bij de ingang blijven staan, worden door één van de vertolkers de ruimte ingeleid en ergens gepositioneerd. De wetenschap dat zij nog niks zien maakt het voor de ziende bezoekers in de zaal tot een teder schouwspel: het zorgzame gebaar van de vertolker voor de nog zo kwetsbare bezoeker.
‘When I’m available’
Stiltes zijn er ook. Nooit echt lang, maar lang genoeg om de vraag op te roepen wat een volgend nummer, geluid of choreografie in beweging zet. Begint een van de vertolkers ‘zomaar’ met iets uit het repertoire, is er überhaupt sprake van een vaststaand repertoire, is er een leider binnen die groep die steeds een volgende sessie in gang zet? In dat kader: juni herbergt met This Variation weer een nieuwe ‘this’, na This is new (februari), This is good (februari en maart), This is exchange (maart), This is propaganda (maart) en This is so contemporary (april). De talige verwijzing van zo’n kenmerkend woord als ‘this’ zet ook nu weer aan tot nadenken doordat het een context, een afbakening, lijkt te impliceren. Deze variatie, niet een andere. Ik ben geneigd het te lezen als een letterlijke vertaling naar het nu, elk moment is het deze variatie en dat het juist dit gegeven is waar het werk om draait. Dat de variatie elke keer anders is en dat dát is wat de idee van This Variation is. Dat in het werk besloten ligt dat er gevarieerd wordt, mag worden. Dat variatie het werk is?
Onverwachts begint een van de vertolkers te spreken, een monoloog over de vraag hoe bereikbaar te zijn en de consequenties van het almaar beschikbaar zijn. ‘When I’m available, when I’m unavailable, when I’m on and when I’m off’ klinkt het. In de ruim tweeënhalf uur die ik doorbreng op de grond in de donkere ruimte zijn er drie van dit soort interventies. Vertolkers die zich uitspreken en een monoloog of dialoog houden. Elk ervan handelt over wat het is waar een individu zijn waarde en betekenis aan ontleent. Het verdienen van geld en het doen van werk worden daarin ten tonele gevoerd als een bevestiging van het zijn. De mono- en dialogen lijken zoektochten; hardop denkend wordt de eigenheid en maakbaarheid van het individu bevraagd.
‘That somehow, maybe, I was special. Like maybe my life was supposed to really matter.’ Op schrift en uit de context klinkt het wellicht pathetisch, maar uitgesproken in een donkere ruimte, in de aanwezigheid van een onbekend aantal toehoorders, heeft het iets mythisch, iets ontzettend persoonlijks en tegelijkertijd iets herkenbaar universeels.
Good vibrations, excitations
Af en toe staan de mannen en vrouwen tegenover elkaar en voeren ze een choreografie op die doet denken aan dansjes van boybands in videoclips. Dan weer is de choreografie ruig en staan alle vertolkers met één been aan de grond genageld terwijl ze het andere woest de lucht in gooien, een beweging die vergezeld gaat met het naar beneden bewegen van het hoofd – een vertraagd headbangen. Wanneer, in trager tempo dan het origineel, ‘I, I love the colorful clothes she wears and the way the sunlight plays upon her hair’ klinkt en daarmee de Beach Boys’ Good Vibrations wordt ingezet, komt er een ander element in het spel: licht. Zo nu en dan flitst een warm, oranjekleurig licht aan en verlicht het de zaal, vertolkers en bezoekers voor een luttel aantal secondes. Op andere momenten blijft het licht soms iets langer op volle sterkte om vervolgens weer beetje bij beetje gedimd te worden.
This Variation lijkt een onderzoek naar mogelijkheden van ervaren. Er is het zicht dat in eerste instantie wegvalt doordat bezoekers overvallen worden door een deken van zwart. Er is het geluid dat de ruimte dimensie geeft. Er is de tast die ingezet wordt door een enkele bezoeker die dapper probeert verder de ruimte in te komen. Het lichamelijke aspect, in de vorm van het fysieke, is weliswaar vertegenwoordigd door de bewegingen van de vertolkers, maar ondervindt de bezoeker niet aan den lijve. Totdat ook dat verandert.
‘I know the feeling.’ ‘It is the real thing.’ ‘I know you feel it too.’ Na deze zinnen een aantal keer herhaald te hebben beginnen de vertolkers bezoekers te omhelzen. Een van hen hurkt naast mij neer, slaat haar armen om mij heen en vangt ook mij in een omhelzing. Het houdt langer aan dan ik zou verwachten, lang genoeg om het ongemakkelijke vertrouwd te maken. De omhelzing maakt het ‘I know you feel it too’ letterlijk. Een double bind: de tekst choreografeert de handeling en de handeling wordt ondertiteld door de tekst.
Plaatsvinden, plaats vinden
‘Play differently my game’ zegt een van de vertolkers tijdens haar monoloog. Daarmee vangt ze tevens datgene wat Sehgal met This Variation doet. Zijn eigen spelregels, die de bezoekers die maandelijks het nieuwe werk tegemoet treden langzaam dachten te leren kennen en misschien zelfs te kunnen doorgronden, brengt Sehgal in dit werk op een nieuwe manier samen en ontregelt daardoor op een manier die de bezoekers nog niet kennen. Dat geldt overigens ook voor het uitspreken van de titel door een vertolker, hetgeen reeds onderdeel uitmaakte van eerdere werken, maar dit keer wordt de titel meerdere malen achter elkaar uitgesproken, telkens gevolgd door een andere maand en een ander jaartal. Daarbij hergroeperen de vertolkers zich ook steeds, als een groep die verwordt tot een klassieke beeldenformatie en schijnbaar toch elke keer opnieuw door de beeldhouwer gevraagd wordt een andere houding aan te nemen. Op zoek naar wat hij nog niet gezien heeft. De hij, de beeldhouwer in kwestie, Sehgal, laat in This Variation afwisselend, of misschien zelfs zowel, de vertolkers en de bezoekers de plaats van deze ‘hij’ innemen.
This variation vindt plaats in samenwerking met het Holland Festival en is te zien tot en met 21 juni. Daarmee breekt het werk met het gegeven dat Sehgal elke maand een nieuw werk toont dat gedurende die hele maand van open tot sluit in het Stedelijk te zien is. Wat er de overige acht dagen van de maand juni zal gebeuren is niet duidelijk. Geen werk, een ander werk?