Veelzijdiger kan het niet
Noorderzon 2016 zit er weer op. Elf dagen lang stond de Groningse binnenstad in het teken van theater – met als bruisend festivalhart het Noorderplantsoen. Noorderzon vormt samen met Eurosonic altijd een hoogtepunt in het culturele seizoen van Groningen. Het festival is opvallend omdat haar programmering bestaat uit ofwel lokale, ofwel internationale producties. Een tussenweg is er niet.
Dankzij die profilering is Noorderzon de ideale gelegenheid om met buitenlands theater in aanraking te komen. Zo hebben wij onder andere gekeken naar hyperrealistisch Japans theater, naar Cubaans theater gebracht met het temperament dat je van Cubanen mag verwachten en een Vietnamese dansvoorstelling die een mix vormde van ballet en hiphop. Wij delen een aantal van onze theaterervaringen op het Groningse festival in deze Noorderzon-special.
Niwa Gekidan Penino: Avidya -The Dark Inn
Deze Japanse voorstelling heeft zo’n joekel van een decor dat zij enkel in de grote zaal van de Oosterpoort past. Wanneer het klassiek rode theaterdoek open gaat, klinkt er een zucht van verwondering in de zaal. We wanen ons even in een ontvangsthal in Japan. Tot in detail is het decor uitgewerkt, zelfs de klok staat op de juiste tijd. Het is drie over twee wanneer twee vreemdelingen met hun poppentheater de herberg binnen treden.
Deze ontvangsthal is slechts het begin. Er staan ons nog meer waanzinnige decorwissels te wachten in de gigantische stellage van Niwan Gekidan Penino. Soepel draait het decor van de hal naar een slaapvertrek met twee verdiepingen tot een stomende heetwaterbron. Deze ziet er zo echt uit dat ik haast zin heb in het warme water te stappen.
The dark Inn is, zoals de titel doet suggereren, een duister sprookje. Een vader en zoon zijn uitgenodigd om hun poppentheater in de herberg te spelen. De herberg heeft echter geen naam en vreemd genoeg geen eigenaar. Wel een bediende die nooit spreekt, een man die niet ziet, een oude vrouw en een magische bron. Op een onduidelijke magische manier lijken vader en zoon de bewoners te beïnvloeden.
Het is een vreemd stel, met name de vader en zijn uitzonderlijk kleine lijf. De stomme bediende bespiedt bij iedere mogelijkheid het kleine mannetje en het publiek kijkt net zo stiekem mee. Ergens doet de voorstelling denken aan een klassiek realistisch stuk met een onzichtbare vierde wand. De ijzersterke acteurs breken nooit met de illusie van het theater. Het wordt een genot om ze te bekijken wanneer ze zich alleen wanen. De verandering die ze plots ondergaan wanneer een ander binnenkomt. Alles wordt ingezet om de illusie van het theater in stand te houden. Zelfs een spinnenweb wordt nog ergens van de muur geveegd.
De dialogen lijken vaak nergens heen te gaan en zijn verstrengeld in beleefdheden. Het levert vaak een soort komische droogheid op. Veel blijft vaag en onduidelijk in het plot, maar het is de sfeer die de volle twee uur blijft boeien. De kracht van The Dark Inn zit dan ook niet in de verhaallijn, maar in het vasthouden van de theatrale illusie en de prachtige beelden die dat oplevert. (LM)
Teatro El Público – Antigonón
Deze lijn zet zich voort in Antigonón van het Cubaanse Teatro El Público. Ik was vooraf gewaarschuwd door vrienden die hem al hadden gezien: aan deze ga je een zware dobber hebben. Dit waren geen ijdele woorden: in Antigonón wordt een spervuur aan informatie op je afgevuurd in de vorm van fragmentarische en soms poëtische teksten. Daarin overkoepelende thema’s terugvinden is nog te doen (man-vrouw verhoudingen, seks, oorlog), maar een verhaallijn en zeker de klassieke Griekse Antigone zul je er niet in terugvinden. Daarvoor ligt het tempo ook te hoog. De teksten worden voorgedragen door drie actrices die werkelijk het toneel overheersen. Zelden heb ik zoveel energie van performers uit zien gaan. De vurigheid waarmee gespeeld wordt, maakt dat je geboeid kunt blijven, ook al ben je qua verhaallijn al lang afgehaakt.
Soms doet Antigonón denken aan een varietéshow: er worden liedjes gezongen, komische acts opgevoerd en geregeld verkleden vrouwen zich als mannen en mannen zich als vrouwen. Alles is ontzettend sterk gebracht, maar uiteindelijk is Antigonón een zeer talige voorstelling en begint het op te breken dat er van deze taal – door het poëtische karakter en enorm hoge tempo waarin gespeeld wordt – weinig te maken valt. Dat is bijvoorbeeld jammer wanneer op het scherm op de achtergrond historische beelden getoond worden van executies. Altijd heftig, maar de betekenis gaat een beetje verloren door het gebrek aan context, waardoor het je niet te denken kan geven. Als esthetisch product is Antigonón fantastisch, als politieke boodschap tamelijk onbegrijpelijk. (DS)
Edit Kaldor – Web of Trust
Verschillende keren belt ene Tirza Gevers op het grote scherm. Kort daarna verschijnt: Who takes initiative? Who takes the call?. Niemand neemt op. Het wordt bij Web of Trust al snel duidelijk; Het is aan het publiek om deze voorstelling in goede banen te leiden. Iemand die verdacht dicht bij een laptop zit, neemt op door op Accept te klikken. Vervolgens springen meerdere skypegesprekken open.
‘Neem je smartphone mee en laat deze aan!’ Een iets andere mededeling dan je bij het theater gewend bent. Web of Trust van Edit Kaldor is dan ook niet je standaard theatervoorsteling. What do you long for? staat groot op het scherm. Snel verandert het in What do you need? Verschillende namen verspringen in het document en woorden worden aangepast en overgetypt. Naast mij heeft iemand het begrepen: ‘Dat moeten wij zeker ook zo doen.’
Het concept is mooi: wij, een groep vreemden, zijn na deze voorstelling een gemeenschap. Tirza legt het via Skype glashelder aan ons uit. Via je telefoon deel je datgene wat jij nodig hebt en op basis daarvan raak je met elkaar in gesprek. De smartphones komen uit de broekzak en de laptops uit de tas. Terwijl sommigen nog gefrustreerd verbinding proberen te krijgen, typen de eersten hun behoeftes op: airconditioning, a cold glass of coke, de Groningers houden het praktisch. Even later worden ze iets eerlijker: love and understanding. Gelijksoortige wensen worden aan elkaar gelinkt en we gaan in gesprek. Dit alles staat chaotisch op het grote scherm, de vele chats, de skype gesprekken en ergens aan de zijkant een samenvatting van onze behoeftes. Sommigen delen in de chats al hun liefdesleed en vragen om meer publieke ruimtes als remedie tegen hun eenzaamheid. Anderen houden het praktisch: Wat kan ik doen om mijn zus wat vaker te zien? Een Siblings Reunion Federation wordt voorgesteld; een dag in de maand verplicht met je broer of zus zitten.
Ergens is het verfrissend, de verantwoordelijkheid ligt bij ons en niet bij de maker. Niet alles ligt in onze handen en door de mensen op Skype blijft het experiment gestuurd. Als snel voelt het als een werkgroepje en de daarbij horende sleur sluipt er snel in. Een bekende zwaait naar mij. ‘Hoi Lies, Kijk zo kan het ook!’ Om me heen kijkt iedereen gefocust naar zijn schermpje en ik vraag me af in hoeverre dit een gemeenschap is. If this is theatre who is the performer? #Confused#bored, schrijft een deelnemer tegen het einde op het scherm. De meest interessante vraag in de hele “voorstelling.” (LM)
Berlin – Chernobyl – so far so close
Chernobyl – so far so close is een documentaire van het Vlaamse videokunst-collectief Berlin. De film gaat over een bejaard echtpaar dat als enige in the zone is blijven wonen, het gebied dat na de kernramp in Tsjernobyl als onveilig werd verklaard. Ondertussen zijn ze beiden de 90 gepasseerd en hopen ze dat het gebied ooit weer bewoond zal worden. Maar voorlopig staan ze er alleen voor en de leeftijdskwaaltjes beginnen het leven steeds moeilijker te maken. Eigenlijk is het bejaarde echtpaar wel klaar met het leven, maar er is geen rusthuis in de buurt waar ze hun oude dag door kunnen brengen. En dus blijven ze er met opgewekte tegenzin tegenaan gaan. Op die manier vorm Chernobyl – so far so close een ontroerend portret van een tragikomisch duo. (DS)
LOD – Zonder Bloed
Minder meegenomen werd ik door die andere Vlaamse groep, waar ik direct na Chernobyl heen ging: LOD met Zonder Bloed. Een voorstelling die met zijn ingetogenheid uit de toon valt bij al dat theatergeweld van bijvoorbeeld Niwa Gekidan Penino of Teatro El Público . Dat hoeft niet erg te zijn, maar Zonder Bloed kabbelt wel erg rustig voort. De premisse is interessant: twee mensen – een man en een vrouw – ontmoeten elkaar in een café. Hij heeft veertig jaar geleden haar vader en broer vermoord, zij confronteert hem daar nu mee. Dit kan een hoop spanning en ongemakkelijkheid met zich meebrengen, maar dat kwam niet echt tot ontwikkeling. Onder andere doordat de twee hoofdrolspelers afwisselend in eerste en derde persoon over zichzelf aan het praten waren. Hierdoor ontstond er een afstandelijkheid ten aanzien van het verhaal die het voor mij niet mogelijk maakten om dat wat er gebeurde werkelijk spannend te vinden. (DS)
Omar Abusaada – While I was waiting
Regisseur Omar Abusaada speelt in eigen land al jaren zijn werk niet meer. Toch is While I was waiting een portret van de stad waar Abusaada nog steeds woont: Damascus. While I was waiting is een dramatisch verhaal waar de oorlog op de achtergrond woedt. Na in elkaar geslagen te zijn raakt Taym in coma. Hij laat zijn moeder, zus en vriendin gebroken achter. Vanaf een stellage op het podium slaat Taym hen in de maanden die volgen gade. We zien de personages op verschillende manieren vluchten; in hasj, in religie en over de grens.
De regie is niet uitzonderlijk experimenteel of vernieuwend en wanneer een personage bekent abortus te hebben gepleegd, doet de voorstelling mij haast denken aan een soap. Toch is het onmogelijk om dit stuk los te zien van zijn context en dat maakt de voorstelling een ontzettend bijzondere ervaring. Echte beelden van protesten worden op het podium geprojecteerd. De toon is in die eerste filmpjes nog feestelijk en hoopvol, maar in het verloop van de voorstelling worden ze steeds grimmiger. Met het geluid van regenende kogels op de achtergrond geven ze een onbehaaglijk gevoel. De idealen uit eerdere protesten lijken ver te zoeken en misschien heeft Tayms zus Nada gelijk als ze zegt ‘Misschien heb ik alleen mijn energie verspild en niets van waarde achtergelaten.’
Hoewel de oorlog een grote rol speelt in de voorstelling, vormt deze niet de leidraad. Abusaada toont het dagelijkse leven van Syrië en niet het beeld dat wij via de media ontvangen. Uiteraard raast op achtergrond de onrust die buiten de huiskamer plaats vind. Abusaada laat Damascus met een serene schoonheid zien als een panorama van lichtjes bij nacht. De geluiden van de straat klinken dan als exotische muziek.
Het meest magische moment vindt plaats bij het nagesprek. Een man uit het publiek steekt zijn hand op: ’I do not have a question, I just want to say something’. Met tranen in zijn ogen bedankt de man Abusaada ‘Thank you for showing the real Syria, I am from Damascus and you’ve captured it one hundred percent. Thank you for that.’ (LM)