Theater / Achtergrond
special: (Oerolog)

Terschellings Oerol

De veerboot heeft het grootste deel van de overtocht van Harlingen naar Terschelling er opzitten als links van de Brandaris een vreemde fata morgana opdoemt. Ligt daar nu een snelweg, compleet met file op de Noordsvaarder, het wad naast Terschelling-West? En wat zijn die in zuidwester en regenjas uitgedoste mannetjes aan de Waddendijk ter hoogte van Kinnum allemaal aan het doen met die vreemde windapparaten? Is het KNMI daar aan het testen of zo? Die ronde doos met een doorsnee van tientallen meters op het strand bij Paal 9, is daarin een geheime installatie verstopt? Niks van dat al, vrijdag 12 juni begint op het Friese eiland Terschellings Oerol, en deze vreemde vogels zijn daar neergestreken om voor die tijd een voorstelling in elkaar te steken.

Bij de fietsenstalling van de Westerkeyn bouwden vrijwilligers ruimschoots voor aanvang van het festival een metershoge, door de TU Delft ontworpen toren van bierkratten met daarin de letters Oerol.

Bij de fietsenstalling van de Westerkeyn bouwden vrijwilligers ruimschoots voor aanvang van het festival een metershoge, door de TU Delft ontworpen toren van bierkratten met daarin de letters Oerol.

8WEEKLY is er ook weer bij, ruim op tijd zelfs om in de duinen, op de stranden, aan de dijken, in het bos en langs de weggetjes aanstaande voorstellingen als paddenstoelen uit de grond te zien schieten. De verwachting van het festival, da’s misschien wel bijna net zo mooi als het echte werk. De wetenschap: het komt eraan. De vraag: zal het weer zo fantastisch worden als voorgaande jaren? En zal het weer meewerken, of blijft het donderen en regenen en wisselvallen als op de dagen voorafgaand aan de opening? En maakt dat eigenlijk wel wat uit als je je daartegen kunt wapenen met een regenjas of een dikke sjaal? Met z’n allen, dat schept toch ook een bijzondere band…

In tegenstelling tot vorige Oerols gaat 8WEEKLY zich in de verslaglegging niet louter bezighouden met recenseren. We gaan ook sfeer snuiven, gekke ingevingen achterna, dwarsverbanden leggen, met mensen praten. Soms wat beeldender, intuïtiever of poëtischer te werk dan onze lezers van ons gewend zijn. De vorm, de sfeer en de toon van wat hieronder verschijnt, wordt meer dan ooit ingegeven door de waan van de dag, door het aanbod van de (veelal jonge) theatermakers, door de stand van de maan desnoods. Een Oerolog, door de ogen van schrijfster Moon Saris en fotograaf René den Engelsman. Zodat de thuisblijvers niet alleen weten welke voorstellingen ze hebben gemist, maar ook een beetje kunnen meevoelen met hen die wel op het eiland zijn.

Lees ook Gras kietelt, zand schuurt; een terugblik op Oerol 2009.

Lees hier de recensies: Oneliners (deel 2)The Waste Land gevonden?Het eiland van de ondergaande zonWIEK: leven in een notendop | De heren (en dames) van sfeerbeheer | In het spoor van The Waste Land | Met open ogen?! | LiftersOneliners | Op zoek naar The Waste Land | 8WEEKLY zag eerder

Oneliners (deel 2)

27 juni

Voor de volledigheid ook een oneliner voor alle voorstellingen die we zagen na het eerste weekend.

 

NNT/Club Guy & Roni - Heelhuids & Halsoverkop <br />'Zwartgallige, stormachtige deurenkomedie.'

NNT/Club Guy & Roni – Heelhuids & Halsoverkop
‘Zwartgallige, stormachtige deurenkomedie.’

Schweigman - WIEK <br />'Schweigman flikt het weer. Het leven in een ontroerende notendop.'

Schweigman – WIEK
‘Schweigman flikt het weer. Het leven in een ontroerende notendop.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toneelgroep De Appel - Blik <br />'Finale file.'

Toneelgroep De Appel – Blik
‘Finale file.’

Boogaerdt & VanderSchoot - Dans je de hele nacht met mij '<br />VanderSchoot is de grappigste kwal aan de hele Noordzeekust.'

Boogaerdt & VanderSchoot – Dans je de hele nacht met mij ‘
VanderSchoot is de grappigste kwal aan de hele Noordzeekust.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Firma Rieks Swarte & PeerGroup - WAAI <br />'Sommige dingen moet je niet willen uitleggen, die moet je gewoon ervaren. De Firma bedenkt daarvoor creatieve oplossingen.'

Firma Rieks Swarte & PeerGroup – WAAI
‘Sommige dingen moet je niet willen uitleggen, die moet je gewoon ervaren. De Firma bedenkt daarvoor creatieve oplossingen.’

Marjolein Frijling - Droog land <br />'De vreemdste vogels op heel Terschelling.'

Marjolein Frijling – Droog land
‘De vreemdste vogels op heel Terschelling.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Odd Enjinears en Beu - Bot 'Overal zit muziek in.'

Odd Enjinears en Beu – Bot ‘Overal zit muziek in.’

Theater Artemis - 's Heerskinderen 'Laat je door het thema Leger des Heils niet tegenhouden. Het is slechts een dekmantel voor een respectvolle, genuanceerde, aangrijpende voorstelling over hoe dingen - niet - gaan in het leven.'<br />

Theater Artemis – ’s Heerskinderen ‘Laat je door het thema Leger des Heils niet tegenhouden. Het is slechts een dekmantel voor een respectvolle, genuanceerde, aangrijpende voorstelling over hoe dingen – niet – gaan in het leven.’

 

 

Cie Kaiet - De verhalenboer <br />'De verhalenboer bewijst: niet zien is pas echt geloven.'

Cie Kaiet – De verhalenboer
‘De verhalenboer bewijst: niet zien is pas echt geloven.’

Sytze Pruiksma - Lân <br />'Ontspannende muzikale dag'trip' door het fraaie Friese land.'

Sytze Pruiksma – Lân
‘Ontspannende muzikale dag’trip’ door het fraaie Friese land.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Warme Winkel - Alma <br />'De Warme Winkel voelt zich zichtbaar thuis tussen de liederlijke elite op deze beestachtige bonte avond.'

De Warme Winkel – Alma
‘De Warme Winkel voelt zich zichtbaar thuis tussen de liederlijke elite op deze beestachtige bonte avond.’

Studio Roosegaarde/DWA - Liquid Space 6.1 <br />'Lichtende verschijning in het Schellinger bos.'

Studio Roosegaarde/DWA – Liquid Space 6.1
‘Lichtende verschijning in het Schellinger bos.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Terug naar boven

The Waste Land

gevonden?
24 juni

Laat ik maar met de deur in huis vallen: voor zover ik het kan overzien na 27 voorstellingen (plus een paar op eerdere festivals) bevatte de programmering van Oerol 2009 geen nieuwe The Waste Land. Geen ultieme locatievoorstelling die me vastpakte bij het begin en zelfs niet losliet aan het eind. Helaas. 

Maar…
WAAI liet me diverse aspecten van één fenomeen zien.
Ik achtervolgde zonder ontsnappingsmogelijkheden een geheimzinnige koffer in Aktieman!
Studio Orka sleepte me geloofwaardig mee in een fantasieverhaal.
Candyland ging in m’n kop zitten.
Judith Hofland sleurde me door de haven en een hotel in West en zette me aan het denken over het (gevaarlijk) gedrag van de mens.
Ik zag de gevolgen van oorlog in Een mond vol zand.
Het acteerwerk van de fantastische koppels in Discopigs (Klavertje Patijn en Eelco Venema) en ’s Heerskinderen (Alejandra Theus en Fabian Jansen) greep me bij de kladden.
Ik kroop, een beetje, in de geest van een moordenaar in Roberto 2.
De zoevende wiek, de repeterende muziek en de dames die door het leven dansten, struikelden, worstelden in de nieuwste Schweigman ontroerden me. 

Alles bij elkaar een behoorlijk eind in de richting van die geweldige voorstelling die ik nooit zal vergeten. Geen totale bevrediging, inderdaad, en gelukkig maar. Want wat is een verzamelaar die het laatste item toevoegt aan zijn verzameling? Wat is een dromer die al zijn dromen gerealiseerd ziet? Juist. Ik houd graag een reden om terug te komen naar Terschelling. Voor eeuwig op zoek naar The Waste Land.

Het eiland van de ondergaande zon

21 juni

Alle voorstellingen op Oerol zien, is een schier onmogelijke opgave. Wie tien dagen lang van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in de weer is en ongeveer vier voorstellingen per dag ziet, komt aardig in de buurt. Maar mocht het fysiek al mogelijk zijn anderhalve week lang tegen de stevige wind in over het vijftien kilometer lange eiland heen en weer te fietsen en mocht het geestelijk haalbaar zijn zoveel theater en dans te consumeren, dan gooit het tijdschema wel roet in het eten. Want Oerol programmeerde dit jaar behoorlijk wat voorstellingen die alleen in het late avonduur te bezoeken zijn, die een aanvang hebben tussen half negen en half elf en meestal zo lang duren dat ze niet of nauwelijks te combineren vallen, toch niet zonder teletijdmachine.

Daar kan een goede reden voor zijn. Een technische reden, bijvoorbeeld: buitenlandse of Friese voorstellingen worden soms boven- of ondertiteld en dat is, als ze buiten staan, niet leesbaar als het licht is of als de zon ondergaat. Dat merkten bezoekers van Gleone Gloede van Tryater vorig jaar – lastig rekenfoutje. Het is ook voorstelbaar dat een muzikant, acteur of technicus ‘s middags betrokken is bij een straattheateract of een andere voorstelling en daarom alleen ‘s avonds beschikbaar is. Maar vaker zal een voorstelling ‘s avonds zijn omdat de theatermaker vindt dat zijn geesteskind het best tot zijn recht komt in de schemer of het duister, of dat ze baat heeft bij de overgang van licht naar donker. Op de lang lichte avonden van juni is dat vanzelf na achten.

Boogaerdt & VanderSchoot

Boogaerdt & VanderSchoot

Als we kijken naar de programmering spelen dertien gezelschappen alleen ‘s avonds, een zelfs met twee verschillende voorstellingen: Cie B.A.L., ’n Meeuw, Schweigman&, SPACE, Toneelgroep de Appel (zowel Blik als Ararat), Boogaerdt & VanderSchoot, Circolando, Karina Kroft, Tryater, Klemens Patijn, Sytze Pruiksma, Studio Roosegaarde & DWA, De Warme Winkel. Met een beetje moeite kan de late Boogaerdt & VanderSchoot of Studio Roosegaarde wel ergens na, maar zelfs dan red je ze niet allemaal in tien dagen.

Cie B.A.L., Tryater, Klemens Patijn en de Warme Winkel spelen binnen, dus kunnen op om het even welk tijdstip staan; Patijn heeft bij de opendeurscènes zelfs baat bij daglicht. De buitenvoorstellingen hebben we helaas niet allemaal gezien – ook wij hebben geen teletijdmachine, vandaar. Voor zover we ze zagen, speelden ze zo goed als allemaal op de overgang van schemer naar donker. Sferisch is dat natuurlijk heel fraai en in de meeste gevallen heeft het ook wel een dramatisch effect, maar of het nou per se moet?

In de file bij Blik (De Appel) valt het niet een van de tig personages op hoe mooi de zonsondergang is en ook bij de andere voorstellingen wordt er niet expliciet aan gerefereerd. Het vallen van de avond kan bij WIEK (Schweigman&) als een symbool worden gezien voor het ouder en wijzer worden van de mens. Alleen: op bijvoorbeeld Over het IJ staat WIEK vanaf 21.00 uur geprogrammeerd en dan is het begin juli nog niet echt donker aan het worden. In Midzomernachtsdroom zou een zonsopgang veel moeilijker te bewerkstelligen zijn geweest in het licht, maar optimaal werkt dat nu ook niet. Boogaerdt & VanderSchoot hebben beslist een geloofwaardiger personeelsfeestje in het (bijna) donker. Circolando zou zonder de vallende nacht niet de poëzie kunnen bereiken die het nu doet, met de witte figuurtjes en de kleine lampjes die er echt uitspringen nu.

Het is dus niet in alle gevallen nutteloos, maar zeker ook niet altijd nuttig om een voorstelling om negen of tien uur te laten beginnen, om van het schemerdonker, de zonsondergang of het duister te kunnen profiteren. En de allermooiste zonsondergang op Terschelling, die zie je toch als je gewoon aan het strand gaat zitten, zonder voorstelling voor je neus (tenzij het Silhouetten is van Grietine Molenbuur, want daar voegde de kunst echt iets prachtigs toe aan het natuurschoon). Maar daarvoor heb je helaas geen tijd met een zo druk programma vol avondvoorstellingen…
Terug naar boven

WIEK

: leven in een notendop
21 juni

Een cirkelvormige arena. Een ronddraaiende wiek. Repeterende, minimalistische muziek. Drie danseressen. Boukje Schweigman, Theun Mosk en Douwe Eisenga creëerden met WIEK een perfecte symbiose; een allesomvattende abstrahering van de mens en de dingen waar hij mee te maken krijgt. Het leven in een ontroerende notendop.

Verschijnen, binnenkomen, rondkijken
Onbevangen zijn, niets verwachten
Er tegenaan lopen, botsen, tikken krijgen
Aftasten, ontdekken, onderzoeken
Leren, doorkrijgen, ervaren
Constateren

~


Wennen
Accepteren
Ontwijken
Spelen, uitdagen, stoeien, genieten
(Verandering)
Een klap krijgen, terugvallen
Worstelen, vechten
Opkrabbelen, overeind komen
Hervinden, herpakken
Opnieuw beginnen, doorgaan
Leren, doorkrijgen, ervaren
Constateren
Wennen
Accepteren
Ontwijken
(Gegroeid)
Spelen, uitdagen, stoeien, genieten
(Enz. in gradaties)
Loslaten, rust vinden 

Een aangrijpend mooie, indrukwekkende prestatie van universele klasse. Niet alleen fysiek, in het rulle zand en opgestuwd, uitgedaagd door de voortdurend ronddraaiende wiek, maar ook qua intelligente eenvoud. Een nadrukkelijk advies: ga erheen, deze zomer, op Over het IJ Festival in Amsterdam, Theaterfestival Boulevard in Den Bosch, Dinkeldalfestival in Lutterzand en Zeeland Nazomerfestival. En: kijk niet met je hoofd, maar met je buik.
Terug naar boven

De heren (en dames) van sfeerbeheer

20 juni

Als er een lijn opvalt in de voorstellingen die Oerol te bieden heeft, is het wel livemuziek. En dan in de meeste gevallen niet een bandje voor de lol erbij, maar het instrument en zijn bespeler als wezenlijk onderdeel van de voorstelling. Op de helft van het festival, na vijf dagen, hadden we negentien voorstellingen gezien, waarvan elf met livemuziek – en dan rekenen we de zoevende wiek in Boukje Schweigmans voorstelling en de tonen van de wind in WAAI even niet mee.

NNT / Club Guy & Roni – Heelhuids & Halsoverkop

~

Een countrymusical luidt de ondertitel van deze heftige performance van Ko van den Bosch, gespeeld door een berg pittige acteurs en enkele danseressen. Ondersteund door een driemansformatie in ZZ Top-outfit, ofwel: ‘de heren van sfeerbeheer’, staand op een balkon boven de speelvloer. Heelhuids & Halsoverkop is een stormachtige voorstelling waarin een hotelbaas zijn binnen gewaaide gasten gelukkig wil maken en ze al doende voornamelijk bevestigt in hun ongeluk. Als een Emcee (uit Cabaret) heet hij ze welkom in zijn driesterrenjoint, die qua decor bestaat uit een verrijdbare bar, muren op wieltjes en verplaatsende deuren, heel veel deuren en die met veel voetlicht spookachtig verlicht wordt. De ontaarde moeder, haar geflipte kinderen, hun geliefden, wat stamgasten; ieder kamertje in dit vriendelijk ontvangende maar grimmig vasthoudende Hotel California heeft z’n kruisje. Heel country allemaal, en dan vooral de stoere, bluesy, outlaw-kant ervan, met veel weemoedig jankende steelguitar.

Klemens Patijn – Altitude

~

Klemens Patijn heeft zijn handelsmerk gemaakt van muzikale voorstellingen over opvallende gebeurtenissen en mensen uit de wereldgeschiedenis. In Altitude doet hij dat zonder zijn Vrienden van de Dansmuziek, maar wel in hun geest. Met centraal in beeld een enorme parachute en rechts (voor de kijker) op de vloer drie muzikanten, die soms geluidseffecten creëren, soms ondersteunende deuntjes spelen en soms als klankbord dienen voor Patijn, op momenten dat hij alleen op de vloer staat. Het verhaal over de vliegenier dat uitgangspunt was, raakt een beetje bedolven onder de kluchtige verwikkelingen rondom ’s mans begrafenis. Maar ja, zo gaat dat. Iemand een plakje cake?

Via Berlin – Een mond vol zand

~

Vooral op zinderend warme ochtenden stond Via Berlin tijdens Oerol helemaal op z’n plek. De broeierige voorstelling Een mond vol zand gaat over de zwangere vriendin van een embedded fotojournalist in Afghanistan, die maar niet terugkomt van een missie en niets meer van zich laat horen. Zij volgt hem, vindt hem in een Afghaans dorp en probeert hem voor zich terug te winnen als blijkt dat hij daar al een nieuw leven aan het opbouwen is. Een spannend perspectief op een hoogst actuele kwestie. Een fantastisch bespeelde elektrische viool, een zelfmaakbas van een melkbus en diverse provisorische percussie-instrumenten zetten de dreigende, paniekerige, hoopvolle, verwarde, hopeloze sfeer prachtig neer, tot en met het filmische eind-met-onverwachte-twist.

De Appel – Blik

~

Als er een voorstelling op Oerol is die zichzelf verkoopt, is het wel Blik van De Appel. Iedereen die aankomt met de veerboot, heeft namelijk het laatste halfuur uitermate goed zicht op de indrukwekkende set: een stuk snelweg midden op het wad, met daarop tientallen auto’s, busjes en zelfs een heuse vrachtwagen. Voor het Oerol-publiek wordt die spannende verwachting ingelost, het ziet een visueel spektakel vol flauwe grappen en gekke wendingen, en voelt zich thuis bij de rijkelijk vloeiende clichés over stilstaan – vanzelfsprekend een metafoor voor de situatie van de gehele mensheid. Mensen met instrumenten vormen een band, die de tweede helft van de voorstelling vanaf de autotrailer opluistert als een verantwoord dweil-/feestorkest en de bruiloftsstoet aanvoert als fanfare. De kritische kijker ziet vooral een aaneenschakeling van goede ideeën die niet leiden tot een samenhangende en ook niet tot een volstrekt absurde voorstelling, maar ergens in het onbevredigende midden uitkomt. Bovendien draagt de bijzondere plek dan wel bij aan de vervreemding, maar de schitterende zonsondergang wordt bijvoorbeeld behoorlijk voor lief genomen. 

Blau Hynder – Hurt like hell

~

De spelers in Hurt like hell krijgen sferisch steun van een viertal muzikanten, die voor driekwart naast de vloer hun deuntje spelen, met wit geschminkte gezichten, tegen een achtergrond van Baconeske koeienkadavers. De vierde, de saxofonist, hoort half bij de acteurs, want zingt een openingslied en loopt daarna al spelend over de vloer – en is dus ook half geschminkt. Het stuk over een slagerszoon die door het lint gaat na de dood van zijn vader, steeds verzoening zoekt bij zijn moeder, maar vastloopt in het web dat zijn moeder en een collega-slager hebben geweven, heeft veel baat bij de soulvolle blues van de goed ingespeelde muzikanten. Echt gezongen wordt er verder nauwelijks, alleen ‘mama’ zingt aan het slot een door merg en been gaande versie van het openingslied.

Tryater – Discopigs

~

In tegenstelling tot de andere voorstellingen in dit lijstje is de band in Discopigs van weinig nut. De viermansformatie The Postponers speelt bij binnenkomst deuntjes die slappe aftreksels zijn van de zestiger- en negentigerjarenversies van de Britpop – bijvoorbeeld The Beatles, The Who, Oasis en Blur. Het publiek staat erbij en kijkt ernaar, totdat de spelers hun toeschouwers naar binnen lokken. En die zien vervolgens een heftige, Liwwarder interpretatie van een Iers stuk; fantastisch gespeeld theater over twee jonge mensen die bepaald niet leven in een wereld van vriendelijke Britpop, maar in een zelf gecreëerde omgeving van kneiterharde disco die ze op den duur volstrekt de das omdoet.

Plan D & Soil – Zoutkamp

~

Aan het wad staat de set van de dansvoorstelling Zoutkamp, gechoreografeerd door Andreas Denk, gedanst door drie stoere mannen en – dwars tegen de wind in – muzikaal begeleid door een toetseniste en een celliste, die ook af en toe de rol van vrouw aan de zijlijn vervullen. Vooral het begin, waarin de dans heel langzaam op gang komt, maakt de modern klassieke muziek die de lucht rond ’t Lichtje vult veel indruk. Later, als het verhaal en de humor in de dans een grotere rol gaan spelen, verdwijnt ze naar de achtergrond, maar de twee geweldig spelende vrouwen weten tot het eind hun stempel op de voorstelling te drukken.

Circolando – Casa Abrigo

~

Stilte staat voorop in het poëtische Casa Abrigo door het Portugese gezelschap Circolando, uitgezonderd de bescheiden ploinkjes die de draagbare lichtjes van de oude dametjes maken terwijl ze hun publiek door het duinbos achter het dorpje Lies begeleiden. Maar aan het einde van de tocht verzamelen ze zich onder een gigantisch weefgetouw achter hun tot instrumenten omgebouwde naaimachines en geven ze een gevoelig concert van eenvoudige klanken.

Theater Artemis – ‘s-Heerskinderen

~

Theater Artemis maakte een voorstelling rondom het Leger des Heils, waarin vaste acteur Fabian Jansen zijn jeugd doorbracht. En wie kan zich een voorstelling over het Leger des Heils voorstellen zonder geüniformeerde muzikanten? Juist, niemand, vandaar dat het gezelschap uit alle hoeken en gaten een stelletje koperblazers optrommelde dat in het kerkje van Midsland tijdens ‘s-Heerskinderen passende nummers speelt. En hoewel het stuk voor stuk goede muzikanten zijn, die samen een goed gezelschap vormen, maken ze ‘playbackend’ de meeste indruk. Dat gebeurt tijdens de scène waarin de hoofdpersonages Sam en Aus als kinderen deelnemen aan een concours, de instrumenten te laat komen en vrijbuiter Sam op het briljante idee komt om te spelen dat ze instrumenten bespelen.

Klanken tussen de planken – Een hoorspel om te zien

~

Nieuw dit jaar zijn de dagelijkse muziekoptredens in het Bostheater, naast die op het Groene Strand, de Westerkeyn en in diverse cafés op het eiland. Wij zagen Paulien Cornelisse, die samen met Janne Schra van Room Eleven en een gitarist een maf dingetje deed. Cornelisse speelde haar gebruikelijke rol van gastvrouw/entertainer en Schra leverde een bevallige bijdrage als maakster van eenvoudige geluidseffecten (of niet-geluidseffecten, zoals de afwezige knak in een knakworst – een zogenaamd geluid om te zien) en zangeres van enkele min of meer toepasselijke liedjes (Satisfaction, wat uit de radio schalt van een vermoede seriemoordenaar en These Boots are made for walking bij de scène over een insluiper in het jeugdhotel, bijvoorbeeld). De rest van de geluidseffecten wordt gemaakt door de gitarist én het publiek, dat zachtjes trommelt op een krant bij wijze van regen en in wave een stukje krant scheurt bij wijze van bliksem.

Odd Enjinaers & Beu – Bot

~

Dit moet je gezien hebben, borrelde het over het eiland. Eenmaal opgepropt in Schuur Spanjer vraagt iedereen zich vast en zeker eventjes af hoe dat gerucht toch de wereld in is gekomen. Die drie rare mannetjes met hun vreemde zelfbouwinstrumenten, hoe kan dat nou iets zijn wat je gezien moet hebben? Sowieso is van zien weinig sprake, want de zichtlijnen zijn voor het merendeel van de bezoekers onbehoorlijk slecht. Dat is jammer, want een concert is normaal gesproken vooral de moeite waard om naar te luisteren, maar tijdens dit concert is er ook – misschien wel vooral – veel te zien. Stampende schoenen aan ijzeren benen, klapperende kunstgebitten, trillingen veroorzakende slacentrifuges, vallende bijlen; overal zit muziek in, als het aan deze drie mannen ligt. Na één, twee, drie poëtische zeemansliederen beginnen de zacht-stoere mannen in rok-plus-hemd je hart te winnen met hun gekraak, gepiep en geknars. Een beetje geholpen door de vertederende zwaluwen, die dwars door al die gekke geluiden in hun schuur gewoon hun kwetterende kindjes voeren.

De tweede helft van het festival kwamen we wat minder live muziek tegen. Nou goed, in Boogaerdt & VanderSchoots Dans je de hele nacht met mij, een uit de hand gelopen personeelsfeestje, zat iemand deuntjes te spelen op een lekker ouderwets keyboard. Buiten zicht, want in een bus. De voorstelling De verhalenboer draait helemaal om geluid, aangezien de Vlaamse Compagnie Kaiet! daarin live luisterspelen opvoert – terugkerend advies: niet zien, maar geloven. Enkele verhalen worden opgeluisterd met live muziek, want ja, hoe zet je een geloofwaardige gondeltocht in Venetië neer zonder de bijbehorende liederen? De Warme Winkel laat het klassiek voornamelijk uit de speakers schallen tijdens het feestje van Alma (Mahler), maar zingt wel live een punky rap. Een bijrolletje voor de live muziek in deze gevallen, dus. De enige voorstelling waarin ze een belangrijke rol speelt, is:

Sytze Pruiksma – Lân
In Lân speelt componist en musicus Sytze Pruiksma vanaf een installatie die – mocht hij er niet met de rug naartoe staan – uitkijkt over het wad. Live klanken, voornamelijk percussie, aangevuld met opgenomen muziek, die wat hem betreft horen bij het Friese landschap. Ernaast twee enorme schermen die (aan beide kanten dezelfde) beelden laten zien die filmer Herman Zeilstra daarvan maakte. Het publiek zit in een weiland naast een schuur op ligstoeltjes en kan helaas niet live van het landschap genieten. Het ziet wel de wolken voorbijschuiven in het bijna-donker, boven de verstilde, repeterende opnamen van plassen, vogels, het wad, weilanden op de schermen. Silhouetten van dorpjes, als kunstwerken in de wei. Paaltjes in het water, met her en der een vogel. Het drooggevallen wad, met z’n kleine en grote leven. Soms te zien over het hele scherm, soms in een of (veel) meer smalle strookjes die van links naar rechts over het scherm schuiven. De muziek begint elektronisch, met wat kleine piepjes, maar bouwt uit tot symfonisch bombast vol vogelgeluiden, alsof ze wil zeggen: noemen jullie het Friese landschap maar plat en saai, ik vind het ontzettend mooi en rijk. Point taken!
7502-28.jpg
Terug naar boven

In het spoor van The Waste Land

18 juni

Oeroldinsdag. Zeventien voorstellingen staan er al op ons conto, maar de zoektocht naar de opvolger van The Waste land (zie eerste logje van dit verslag) levert nog weinig resultaat op.

Een van de hoofdkenmerken van die voorstelling was dat het een ‘sleeptocht’ was, waarin je niet lui op een tribune kon gaan zitten en in slaap vallen – integendeel, zou ik willen zeggen. Dat maakt dat het grootste deel van de Oerol-voorstellingen van dit jaar niet in aanmerking komt, omdat vrijwel alles ‘klassiek’ toneel is. Niet inhoudelijk, maar qua opstelling, zeg maar: met een vloer en een tribune, al is de eerste soms van gras of zand en de tweede van ruwe gezaagde planken, en zijn de zitplaatsen soms rondom of aan twee kanten van het speelvlak. Niet dat tribunevoorstellingen niet kunnen raken of meeslepen, zeker wel, maar ze zijn zo goed als altijd een stuk minder onvermijdelijk dan de tocht langs de demonen van schrijver T.S. Eliott in de schuur van Jan van Teake. 

Als we de ‘zitvoorstellingen’ wegstrepen, valt vrijwel het gehele Oerol-programma af. Van wat overblijft, hebben we er drie gezien: Circolando met Casa Abrigo, Hendrick-Jan de Stuntman met Mega Poll en het NUT met Roberto 2. Hopelijk heeft niemand er bezwaar tegen als ik Hendrick-Jan niet laat meedingen naar de hoofdprijs; zijn geschreeuw is hoogst vermakelijk, maar is eerder een circusact dan theater, laat staan meeslepend drama.

Circolando, <span class=

Casa Abrigo” width=”223″ />Circolando, Casa Abrigo

Het Nieuw Utrechts Toneel en het Portugese gezelschap Circolando hebben op basis van de vorm van hun voorstelling nog een kansje te worden bekroond tot opvolger van The Waste land. Ze nemen, evenals De Waterlanders, de toeschouwers mee op een tocht door de omgeving die ze voor hun voorstelling hebben gekozen en omgebouwd om een optimale ervaring te genereren. In Casa Abrigo nemen in wit geklede, gemaskerde vrouwtjes je mee door de kamers van een huis, halen herinneringen op, halen banden aan. Dat doen ze zonder woorden, heel beeldend en sfeervol, met kleine lichtjes, subtiele bewegingen, fijne pasjes en minimale muziek. In Roberto 2 volg je de gelijknamige gevluchte moordenaar in zijn verwarrende bestaan aan de zelfkant van de maatschappij, met gesproken woorden die je soms in zijn buurt lijken te brengen en je dan weer verder van hem verwijderen.

Een gemakkelijk tegenargument zou zijn dat deze beide voorstellingen zich in het bos afspelen en niet zoals het succesnummer van De Waterlanders in een schuur met omringende tuin. Maar een groter verschil is dat je bij Casa Abrigo heel vriendelijk wordt uitgenodigd om mee te wandelen, dat je Roberto’s stappen volgt op aangeven van medewerkers en dat De Waterlanders een parcours hadden uitgezet waar je simpelweg niet omheen kon. Zowel qua routing als qua inhoud kun je bij het NUT en Circolando af en toe loslaten, kun je dat wat op de ‘vloer’ gebeurt ontvluchten of negeren. Bij De Waterlanders zat je er middenin, of je wilde of niet, en werden de spookbeelden van de schrijver van The Waste land de jouwe.

Zonder iets af te doen aan de kwaliteiten van het werk van NUT-regisseur Greg Notrott en zijn Portugese collega: ik was niet bepaald buiten adem, niet van ontroering, niet van angst, en voelde me niet geconfronteerd met dat wat me werd aangeboden. Ze maakten beiden interessante, typische Oerol-locatievoorstellingen die goed gebruikmaken van de natuurlijke omgeving; ze vulden die op een uitstekende manier aan om hun voorstellingen te huisvesten. Ze vertellen beiden een bijzonder verhaal dat niet tot op het bot is uitgekauwd, dat boeit, dat ruimte overlaat voor interpretatie. Maar mijn ultieme Oerol-ervaring benaderen ze hooguit in de hele verre verte.

Geeft niks, ik zoek graag verder.
Terug naar boven

Met open ogen?!

17 juni

Soms zijn er van die voorstellingen die je uitgebreid wilt loven vanwege hun knappe aanpak, hun bijzondere uitwerking, het effect dat ze hebben op je gedachten en je emotie. Meestal is dat geen enkel probleem, dan kun je makkelijk uit de school klappen zonder het voor de maker en de aanstaande bezoekers te verpesten. Maar Judith Hofland zette voor de tweede keer op rij een wandeltocht in elkaar die het eigenlijk niet kan hebben dat je er iets over zegt zonder te beginnen met: lees dit niet als je Met open ogen nog wilt gaan bekijken, nu op Oerol of in juli op Over het IJ.

Over vorig jaar kunnen we het uitgebreid hebben, die voorstelling is achter de rug en de kans dat ze nog eens terugkomt, is – hoe jammer ook – bijzonder klein. Spotters heette die. Daarin wandelde je met een koptelefoon door West-Terschelling, terwijl je aanwijzingen opvolgde die een allervriendelijkst dwingend meisje in je oor fleemde en ondertussen het verhaal hoorde van haar verdwenen opa en zijn liefde voor vogels. Hoofdthema was privacy en het respecteren dan wel overschrijden van de grenzen, heel goed te demonstreren in zo’n toeristisch dorpje op een toeristisch eiland waar de bewoners geregeld als bezienswaardigheid in plaats van als mens worden beschouwd en de ramen in een huis als uitkijkpunten. Je eigen buikgevoel speelde geregeld op. Door de slimme tekst. Door de dingen die de stem je vroeg te doen. Door de mensen die naar je keken met een blik van ‘wat doet die nou?’ Allemaal heel lief en vriendelijk en respectvol, hooguit lichtjes confronterend. Maar het venijn zat in de staart, bij het eindpunt van de tocht, waar na – lang? – twijfelen een huisje binnenstapte en er achterkwam dat de bespiedende dingen die jij onderweg dacht onbespied te doen stap voor stap zijn gevolgd door verborgen camera’s.

~

Dit keer stuurt Hofland je niet met een mp3-speler maar met een Ipod op pad. Niet alleen geluiden in je oor, maar ook beelden voor je neus. Net als de hordes autistische communicatiejunks die we in treinen en op pleinen tegenkomen, vandaag de dag. In verbinding met de hele wereld maar verder van zichzelf én de wereld dan ooit. ‘We communiceren ons kapot’. Weten we nog wel wat we zien en horen? Zien we door de mediabomen het werkelijkheidsbos nog? En vergeten we niet naar de echte wereld te kijken omdat we steeds een scherm voor onze neus hebben?

Voelde je je vorig jaar vanzelf op punten een beetje ongemakkelijk, bijvoorbeeld als je in iemands winkel binnenstapte en in opdracht iets geks zei of als je in iemands achtertuin stond om een sleutel te pakken, dit keer presteert de jonge kunstenares het zelfs paniek te veroorzaken met een waanzinnig goed in elkaar stekend complot. Bij sommigen zal het een licht gevoel van onbehagen zijn, bij velen vast wat meer. Dit keer zijn het niet louter de tekst, een paar meewerkende eilanders en je eigen projectie op de omgeving die je op gedachten moeten brengen, maar heeft Hofland zwaarder geschut opgesteld. Een stel acteurs die je uitstekend op het verkeerde been zetten, geluiden en andere signalen die aangeven dat de verhalen die je worden verteld kloppen en een paar hoogwaardigheidsbekleders die de geloofwaardigheid van alles wat je hoort en ziet bevestigen. De kans dat je het rationeel allemaal echt gelooft, is best klein. Maar de kans dat je onderbuik je hersens zal proberen tegen te spreken, is oneindig groot. En als je aan het – opnieuw zeer verrassende – eind de cruciale hamvraag wordt gesteld, laat je dan zien dat je je ogen echt hebt opengehouden of dat je er Met open ogen bent ingetuind?
Terug naar boven

Lifters

15 juni

Opgepikt: bij de bushalte in Hoorn
Onderweg van: En Viaje, Artistas de Circo op de Elvisplak in Oosterend
Naar: Mexicaans restaurant in Midsland-Noord
(Man alleen, met een heftig Duits accent) ‘Vanmiddag op de Westerkeyn kocht ik een kaartje voor de voorstelling Rueda, un viaje entre cuerdas. Een beetje aan de krappe kant, maar gelukkig kreeg ik een lift van de beroemdste eilander: Joop (Mulder, initiator van Oerol, red.) zelf. Hij moest er ook naartoe, dus dat kwam perfect uit. Wat ik van de voorstelling vond? Voor Oerol-begrippen heel goed, ja, met een mooie mix van acrobatiek, jongleren en mime vertelden ze hun verhaal. Waarom ik dat zeg, voor Oerol-begrippen? Omdat voorstellingen hier vaak als af gepresenteerd worden, maar  het eigenlijk nog niet zijn.’

Opgepikt: bij de friettent tussen Hoorn en Kaap Hoorn
Onderweg van: het NUT, Under de wettertoer in Hoorn
Naar: ‘ergens iets echts te eten’

~

(Twee kortgerokte, langgelaarsde jonge meiden) ‘We zagen net Roberto 2, in het bos. Die moeder, tja, daar mocht wel wat meer pit in. Ik had haar wel door elkaar willen schudden om haar wat op te peppen. Je zoon heeft  je man vermoord, dat doet je toch wat? En die zoon, die had bij het wurgen van zijn moeder wel wat meer kracht mogen zetten, hij had haar keel wel echt dicht mogen knijpen, ja, dat was realistischer geweest (aantekening: het is theater, geen Baantjer, red.). De beelden waren wel heel mooi, dat meisje in de kooi, de was in het dal. Het was ook zeker niet saai. Alles bij elkaar geven we het een zes plus.’

Opgepikt: in de haven in West-Terschelling
Onderweg van: de voorstelling Black-out in PUR-city van Servaes Nelissen in het Westend theater.
Naar: de Slaperdijk achter Baaiduinen, voor een voorstelling.
(Twee twintigers, dames die zo te horen redelijk wat theater zien) ‘Wat een verrassing was dit, zeg, die voorstelling van Servaes Nelissen. Zo’n klein theatertje en daar dan zulke dingen mee doen. Ik moest op een paar momenten echt bulderen van het lachen, zelfs zo dat ik me er een beetje voor schaamde, maar het was ook zo ontzettend grappig. Alles klopte, heel knap. Als je binnenkomt, denk je dat het Westend theatertje er altijd zo uitziet, maar later realiseer je je dat alles er met een bedoeling staat. Ook dat je die saaie wethouder ziet praten en langzaam maar zeker doorkrijgt dat je backstage zit te kijken, is echt heel grappig. Dat er zogenaamd een groot theater aan vastzit; vandaar ook die enorme ‘dingdong, het is vijf minuten voor aanvang’ en die technische mannetjes met die pilotenmicrofoontjes. Die gekke architect, die enorme maskers, dat stukje waardeloze poppenkast; gortdroge slapstick, absurd gewoon. Het is zo goed gespeeld, zo goed getimed. Echt een aanrader als je van goedgemaakt grappig theater houdt.’
Terug naar boven

Oneliners

14 juni

Musici, kunstenaars en theatermakers hebben veel liever een vette quote die hun voorstelling in een gunstige notendop samenvat dan een prachtrecensie van duizend woorden waar zo’n juweeltje niet uit te destilleren valt. Als je wilt scoren naar de buitenwereld toe, heb je gewoon niet zo veel aan een doorwrochte, naar een (anti-)climax opbouwende alinea met mitsen en maren.

Aan de behoefte aan fijne oneliners ga ik in deze log proberen te voorzien. Vooralsnog komen in het onderstaande lijstje alle voorstellingen aan de orde die we zagen op Terschellings Oerol van de try-outs tot en met de eerste zondag van het festival (11 tot en met 14 juni). Ook die waarover niet zo heel veel positiefs te vertellen is, maar waar je als recensent voor de vorm en het fatsoen toch nog iets vriendelijks over zegt – tenzij zo zuur als tien citroenen. Fijn voor de marketingmedewerkers, die deze oneliners een op een kunnen kopiëren in hun publiciteitsmateriaal of op hun website, graag wel met de juiste bronvermelding: 8WEEKLY.

Plan-D & Soil - <i>Zoutkamp</i><br />'Mannen op zee bemoederen elkaar door dik en dun.'<br />

Plan-D & Soil – Zoutkamp
‘Mannen op zee bemoederen elkaar door dik en dun.’


Nationale Reisopera - <i>Robinson Crusoë</i><br />'Opera-ha-ha-ha.'

Nationale Reisopera – Robinson Crusoë
‘Opera-ha-ha-ha.’

Blau Hynder - <i>Hurt Like Hell</i><br />'Au!'

Blau Hynder – Hurt Like Hell
‘Au!’


Via Berlin – Een mond vol Zand
‘Verrassende, goede muziek op originele instrumenten begeleidt een maatschappijbetrokken woestijntragedie met een onverwachte uitkomst.’

Servaes Nelissen – Black Out in PUR-city
‘Perfect getimede kleedkamerkomedie.’

Circolando - <i>Casa Abrigo</i><br />'De liefzoete versie van een van de Oerolhits van 2008, het grimmige La Fai Ar, met als hoogtepunt het trapnaaimachineorkest.'

Circolando – Casa Abrigo
‘De liefzoete versie van een van de Oerolhits van 2008, het grimmige La Fai Ar, met als hoogtepunt het trapnaaimachineorkest.’

't Woud Ensemble - <i>De Beer</i><br />''t Woud bewijst dat voor een aansprekende festivalvoorstelling weinig méér nodig is dan een stel uitgesproken acteurs, een kort maar krachtig script en een goede plek.'<br />

’t Woud Ensemble – De Beer
”t Woud bewijst dat voor een aansprekende festivalvoorstelling weinig méér nodig is dan een stel uitgesproken acteurs, een kort maar krachtig script en een goede plek.’


Tryater – Discopigs
‘Zo pijnlijk mooi kan theater zijn; indrukwekkend koud en liefdevol wisselen elkaar af tot de onvermijdelijke (anti-)climax.’

NUT – Roberto 2
‘Expresse toeschouwers in het dwaalspoor van een toevallige (?) moordenaar.’

Hendrick-Jan de Stuntman - <i>Mega Poll</i><br />'Een filosofisch kunststukje vermomd als spektakeltheater.'

Hendrick-Jan de Stuntman – Mega Poll
‘Een filosofisch kunststukje vermomd als spektakeltheater.’

Judith Hofland - <i>Met open ogen</i><br />'Geloofwaardige, slim gemaakte videotocht roept op tot kritisch kijken - hoognodig in deze tijd van kolkende massacommunicatie.'<br />

Judith Hofland – Met open ogen
‘Geloofwaardige, slim gemaakte videotocht roept op tot kritisch kijken – hoognodig in deze tijd van kolkende massacommunicatie.’


Klanken tussen de planken – Een hoorspel om te zien
‘Of: hoe Paulien Cornelisse een oersaai tochtje door IJsland een spannende draai geeft, met de charmante assistentie van Janne Schra (Room Eleven) én een Bostheater vol figuranten met attributen.’

Karina Kroft – Midzomernachtsdroom
‘Shakespeare zou hebben genoten van de joelende en juichende menigte.’
Terug naar boven

Op zoek naar The Waste Land

12 juni

In de rij voor een voorstelling. Zal ze brengen wat de wachtenden ervan verwachten?

In de rij voor een voorstelling. Zal ze brengen wat de wachtenden ervan verwachten?

Een mens maakt iets moois mee en heeft vervolgens de rest van zijn leven de onweerstaanbare neiging dat mooie na te jagen tot hij het weer vindt. Zelfs als hij eigenlijk wel beter weet.

Vijf jaar geleden landde ik voor het eerst op Terschellings Oerol, volstrekt op de bonnefooi, kocht ik kaartjes volgens de ‘wat heeft u nog?’-techniek, zag ik twee voorstellingen die ik al lang ben vergeten, eentje die echt heel lollig was en eentje die altijd vers in mijn geheugen zal blijven: een korte, maar heftige impressie van het leven door danseres Iris Reyes. Zij won mijn hart, en ik, tot tranen toe geroerd, verkocht daar in het duinenbos aan de westkant van Terschelling mijn ziel aan het (locatie)theater.

Een jaar later kwam ik terug naar het eiland tijdens het grootste locatietheaterfestival van Nederland, misschien wel Europa, of zelfs de wereld. De kans dat er weer zoiets speciaals voorbij zou komen, was bijzonder klein, natuurlijk. Maar stiekem hoop je er toch op, zo zijn wij mensen blijkbaar geprogrammeerd.

Het eiland, het festival, het theater beloonde mij rijkelijk voor mijn terugkeer. Of eigenlijk: de jongelui van kunstenaarscollectief De Waterlanders, die in 2005 de voorstelling speelden ‘die je had gemist’, The Waste Land. Een onbekende naam, een kleine groep toeschouwers per speelronde, dus hooguit enkele honderden Oerollers maakten dit mee. En zouden het nooit vergeten. Ze werden door (onder anderen) Jori Hermsen en Hanna Jansen bij hun strot gepakt en met een ouderwets hoedje op door de krakende schuur van Jan van Taeke gesleurd, in een claustrofobische rollercoasterride kennismakend met de demonen in de kop van T.S. Eliott. Ze waren niet langer op Terschelling, maar bevonden zich midden in de gruwelen van de eerste wereldoorlog, bij de aanstaande weduwen en wezen thuis, in de beklemmende loopgraven, in de uitpuilende hospitalen, tussen de doden, de angsten, de stank, de pijn. Ze kwamen dichter bij de werkelijkheid van de waanzinnige geschiedenis dan je ooit zou denken dat theater het kan. Lijkwit, nahijgend, met stomheid geslagen stond ik na een dik uur weer buiten, in de zonnige realiteit van het feestelijke festival.

De jaren erop kwam ik terug, voor de mensen, voor de sfeer, voor de warmte, voor de enorme dosis bijzonder jongemensentheater op gekke plekken overal op het eiland. Met in m’n achterhoofd altijd het verlangen naar weer iets moois à la Iris Reyes of iets aangrijpends als The Waste Land. Een dergelijke onvergetelijke totaalervaring was er niet bij, helaas, al kwam deze of gene wel een beetje in de buurt. Een beetje. Misschien. Maar… nieuwe ronde, nieuwe kansen. Tussen de planken waar volgens het thema van dit jaar gras groeit ga ik op zoek. Desnoods tegen beter weten in.
Terug naar boven

Oerol biedt veel nieuws onder de zon. 8WEEKLY zag eerder slechts twee voorstellingen: de Legende van Woesterdam van Studio Orka/Kopergietery en Candyland van Bontehond/Alexandra Broeder. Daarnaast spraken we Ko van den Bosch van het NNT over Heelhuids en halsoverkop, een countrymusical. Andere tips? Gewoon naar de kassa gaan en kijken waar nog kaarten voor zijn. Je lekker laten verrassen, dus. Mocht je achter het net vissen: niet getreurd, want als je een Oerol-paspoort koopt, kun je langs twintig kleine voorstellingen over het hele eiland fietsen, en die zien er zeer veelbelovend uit. Of naar het straattheater in de dorpskernen, dit jaar zo te zien een stuk avontuurlijker dan de afgelopen jaren, toen er voornamelijk klungelclownacrobaatjongleurs waren. En zelfs de muziekprogrammering heeft wat lekker theatrale randjes, met trompettist Eric Vloeimans, Een hoorspel om te zien in het Bostheater en prettige singer-songwritergasten.

Een panorama van de Noordsvaarder, met de set en tribune voor de voorstelling Blik van De Appel.

Een panorama van de Noordsvaarder, met de set en tribune voor de voorstelling Blik van De Appel.

De 'windmannetjes' op de Slaperdijk, aan het repeteren voor Waai van Firma Rieks Swarte/PeerGroup.

De ‘windmannetjes’ op de Slaperdijk, aan het repeteren voor Waai van Firma Rieks Swarte/PeerGroup.

De ronde doos bij Paal 9, voor Schweigman&'s voorstelling Wiek.

De ronde doos bij Paal 9, voor Schweigman&’s voorstelling Wiek.

Terug naar boven