Op de grens tussen iets en niets
.
Woordenwoordenwoorden is de eerste voorstelling van regisseuse Merel de Groot (na haar bekroonde afstudeerproject Tot de Wereld). In haar nieuwe stuk combineert ze schapen met gevangen woorden en zoekende acteurs. Het resultaat is vanaf 28 mei, als een voorstelling van drie dagen, in het Grand Theatre te Groningen te bewonderen.
Merel de Groot schuift haar terrasstoeltje het zonlicht in. Dan wijst de regisseuse over de Groningse Grote Markt. ‘Hier ben ik met de acteurs gaan zitten. Met schetsboeken. Om woorden te vangen. Woorden uit de gesprekken van voorbijgangers.’ De Groot vertelt dat er eigenlijk niet wordt gerepeteerd voor haar voorstelling. Ze schept beelden en wil het proces ‘aangaan’ met haar spelers. Hoewel zo’n wijze van regisseren heftig klinkt, is De Groot er erg blij mee. Ze neemt een slok tonic, kijkt over het plein en lacht: ‘dit is precies wat ik wil!’De regisseuse is naar het noorden gekomen voor samenwerking met het Noord Nederlands Toneel. Samen met een aantal acteurs van dat gezelschap maakt ze woordenwoordenwoorden, een coproductie van het Grand Theatre en het Noord Nederlands Toneel. Zelf noemt ze de voorstelling een ‘drie dagen durende gebeurtenis’. De Groot legt uit: ‘Het publiek is op bezoek in de theatrale ruimte. Ik geef hen een perspectief om te kijken.’ Ze wil de toeschouwers aanspreken op hun sensitiviteit. ‘Ik geef een leeg kader, waarin men dan de eigen gedachten kan projecteren. Het woord als een parallelle werkelijkheid. Het publiek beleeft een wandeling, waarin het van de verlangde werkelijkheid in de plastische realiteit valt.’
Wat gemaakt móet worden
Als afsluiting van haar regieopleiding in Amsterdam maakte De Groot Tot de Wereld. Die voorstelling werd in 2008 bekroond met de Ton Lutz-prijs. Op de website van het NNT wordt De Groot ‘één van grote talenten onder de jonge theatermakers’ genoemd. Een groot compliment, maar de regisseuse lijkt weinig onder de indruk. ‘Het is leuk dat mensen zoiets denken, maar ik weet eigenlijk niet goed wat ik ermee moet.’
De Groot beperkt zich niet in haar werk. ‘Ik maak gebruik van alle disciplines die de gebeurtenis nodig heeft. Ik wil dat spelers elkaar aansteken met hun kwaliteiten. Bij Tot de Wereld schuilde ik voortdurend in beelden. Ik schilderde. Met woordenwoordenwoorden probeer ik terug te keren naar het woord. Of specifieker: naar de werking van het woord. Woorden als echo van de dingen.’ De Groot vindt het moeilijk om een gedeelde thematiek in haar voorstellingen te benoemen. Ook overlap tussen haar werken ziet ze niet meteen. ‘Ze moeten elkaar opvolgen, dat wel. Ik richt mij steeds tot de wereld. Eerst met beelden en nu via de taal.’ Geen overkoepelend thema? ‘Ik geloof het niet. Ik maak gewoon, wat ik op het moment móet maken.’
Aan woordenwoordenwoorden werkt een uiteenlopend gezelschap mee. Op het toneel staan twee dansers, een performer en twee spelers. Daarnaast zetten twee vormgevers en een dramaturg zich actief in. ‘Samen vinden we alles uit. Het is een proces van gezamenlijk hardop denken. Mijn innerlijke beelden zijn het uitgangspunt en elke speler heeft daar een eigen blik op. Dat bouwen we uit.’ Op een gegeven moment vindt iedere acteur zijn eigen plaats in het stuk. De Groot herkent zo’n moment direct. ‘Dan zie ik dat iemand slimmer wordt dan ik. Dat de speler mij verrast door lagen uit te werken, die ik nog helemaal niet zag.’Zoals schapen
Van 28 tot en met 31 mei speelt woordenwoordenwoorden in het Grand Theatre te Groningen. De Groot staat plots op uit haar stoel. Ze loopt tot voor de ingang van het theater en gebaart naar de gevel. Daar pronken de affiches van aankomende producties. Naast een glanzende poster van een dansgezelschap hangt het bord van woordenwoordenwoorden. Op een wit doek zijn woorden en een aantal lijnen geschilderd. ‘Zo kan het ook’, lacht De Groot. Ze wijst van het affiche naar het doek. ‘Dat hebben we zelf gemaakt’, voegt de regisseuse toe. Ze klinkt trots.
Hoewel het gevelbord er misschien (hoewel origineel) niet heel professioneel uitziet, is de bijbehorende site adembenemend. De webpagina is sterk verbonden met de voorstelling. ‘Dat is de eerste ruimte. Het is geen blog, maar condens van voorstellingsmateriaal. Het is de plek waar de toeschouwer als eerste in aanraking komt met de gebeurtenis. De website legt níet uit waar woordenwoordenwoorden over gaat. Het is er een onderdeel van.’Er kan heel wat afgeklikt worden. Bezoekers lopen al snel tegen foto’s van schapen aan. Wat hebben die te maken met de voorstelling? ‘Schapen tasten elkaar constant af. Ze communiceren en stellen vragen. “Waar ben jij?” “Jij gaat zo dát doen.” Schapen proberen telkens tot elkaar te komen. Met ‘woorden’ houden zij de boel bij elkaar. Verhouden zij zich tot elkaar. Net als mensen.’ De dieren zijn een mooie metafoor, meent De Groot. ‘In de voorstelling zitten ook schapen. Echte.’
Hoewel het stuk over een ruime week in première gaat, zijn de voorbereidingen nog in volle gang. De Groot maakt zich geen zorgen. ‘Ik regisseer geen ‘affe’ voorstelling van anderhalf uur. Dat is natuurlijk ook een verdienste, maar het is niet wat ik wil. Ik probeer uit, samen met de acteurs. Is dit iets? Is dit niets? Dat doe ik graag. Ik scheer graag op de grens tussen iets en niets.’