Theater in het klein
Vlak naast het pontje dat een stroom bezoekers voor het Over het IJ-festival naar de NDSM-werf brengt, staat een klein dorpje van zeecontainers. Daarin zijn, als onderdeel van het festival, kleine voorstellingen van jonge, vaak nog studerende makers te zien. Zij kregen op opdracht om een voorstelling van 15 minuten te maken over het thema ‘onbewerkte werkelijkheid’. Dat leverde een verscheidenheid aan voorstellingen op de vierkante meter op. 8WEEKLY bezoekt ze.
De leugen in ere hersteld (Karlijn Smit en Kes Blans)
foto: Moon Saris |
Het is donderdag en dat betekent appeltaartdag. Hij schilt de appels, zij zet koffie. Voelen we hier ingehouden woede, ergernis of onbegrip tussen deze twee? Waarschijnlijk alledrie. De sfeer is in elk geval om te snijden, en dat doet de man des huizes dan ook, in zijn vinger.
Makers Karlijn Smit en Kes Blans stappen op een speelse manier in en uit hun spel en zoeken daarbij steeds de directe confrontatie met het publiek of met elkaar. In deze voorstelling word je zo meegezogen. Smit en Blans hebben van een zwakte hun kracht gemaakt. Container? Welke container? In de benauwende huiskamer van dit stel zijn we even deelgenoot van hun slechte huwelijk. Een aanstekelijk inkijkje, deze vileine zedenschets. De (echte!) vosjes aan de muur zorgen voor een vervreemdend randje aan de voorstelling. (Lotje Dercksen)
Voor een filmpje van deze voorstelling, kijk hier.
Peeping the Elements (Dorus Oerlemans en Frank Hesselink)
Deze video-installatie kan het beste in je eentje worden ‘ervaren’, zo wordt mij bezworen. In elk geval heb je als eenling de ruimte om rustig om de videoprojecties heen te lopen en de beelden op je te laten inwerken. “Ik ben altijd online”, klinkt het ineens. Het leven van de hoofdpersoon speelt zich hoofdzakelijk af in de virtuele werkelijkheid. Chatten, pandje kopen op Second Life, beetje cyberseksen. Genoeg te doen. Maar in de computer-werkelijkheid is elk contact oppervlakkig en onecht, zo laat de monitor zien. De hoofdpersoon vlucht weg, terug naar de onbewerkte werkelijkheid, een aardige vondst. (Lotje Dercksen)
Ik denk dat de verhalen die oma’s vertellen best wel eens waar kunnen zijn (Natasja Looman en Pieternel Bollmann)
foto: René den Engelsman |
Er was eens… een container waarin twee vrolijk uitgedoste vrouwen met strikken in hun haar een sprookje vertelden. Een gek sprookje, over een volkje dat de pot met goud naar het einde van de regenboog moet trekken. Maar die pot komt daar nooit aan, omdat beide trekkers in tegengestelde richting trekken. Maar wie zoekt er nog naar een pot met goud? Volwassen mensen in ieder geval niet. Natasja Looman en Pieternell Bollmann willen het publiek helpen hun verloren verwondering terug te vinden. Geloof je écht niet meer dat een knuffelbeest niet in de wasmachine mag, omdat hij anders verdrinkt? En een opa die van motor rijden hield, waarom kan die dat in de hemel niet blijven doen? Deze voorstelling is gebaseerd op een piepklein idee, maar wordt ook gespeeld in een piepkleine ruimte. Het enthousiasme van de jonge actrices is zo hartverwarmend, dat ik hoop dat zij hun pot met goud zullen vinden, misschien wel in theaterland. (Lotje Dercksen)
Gluur (Sanne Zweije)
Als we onze mond opentrekken vliegen we eruit, maakt de jongen ons duidelijk. In de container zien we een meisje in haar badkamer. Ik vraag me af of er echt mensen zijn die met water gorgelen na het tandenpoetsen. En hoe zien we er zelf eigenlijk uit in onze badkamers? Na tien minuten staan we weer buiten, gierend van de lach. En dan blijkt dat we met z’n allen in een oude maar blijkbaar nog steeds effectieve grap zijn getrapt. En daar schamen we ons meer voor dan voor het gluren. Gluur bouwt langzaam naar zijn hoogtepunt, en let daarbij op de details. Spannend en erg grappig! (Lidewij van Bakel)
Een donker vermoeden (Sjors Stassen en Dionisio Matias)
foto: René den Engelsman |
Een donker vermoeden wordt door maker Sjors Stassen aangekondigd als een installatie. Direct bij binnenkomst wordt al duidelijk dat hij hier geen kunstzinnige installatie mee bedoelt. De container is omgebouwd tot bouwkundige installatie van karton en plastic buizen. Een Marokkaanse jongen die Appie blijkt te heten, loopt opgefokt rond en vloekt af en toe flink in het Arabisch. Hij draagt een gele bouwhelm, die nog goed van pas zal komen. Via een telefoon krijgt hij instructies van zijn baas die voor het publiek onverstaanbaar zijn. Later wordt duidelijk dat Appie een soort optreden aan het voor bereiden was. Klassieke muziek klinkt en hij volgt de klanken met ritmische drukken op de verschillende lichtknopjes. Appie wil de indruk wekken dat hij de muziek maakt met de lichtknopjes, maar doordat hij steeds net te laat is, gaat dat effect verloren. Er is geen duidelijke lijn in de installatie en in de muziek te ontdekken en daardoor blijft het geheel nogal oppervlakkig. Maar wanneer aan het einde de hele boel in elkaar stort, loopt het publiek toch nog grinnikend naar buiten. (Sophie Janssen)
Knijp (Anna Verduin en Annie Gerretsen)
foto: Moon Saris |
Vanachter een stapel kartonnen dozen met opschrift ‘houten wasknijpers’ gooit iemand wasknijpers op een berg van de houten knijpers die er al ligt. Dan staat er een vrouw op. Ze is gekleed in een vilten doek die bijeen wordt gehouden door wederom wasknijpers. Het licht van de enige lamp in de container wordt feller en de vrouw bevestigt vijf knijpers aan haar vingers. Ze voert een korte dans van Balinese hand- en stampbewegingen uit. Dan volgt het mooiste moment van de performance. De vrouw schrikt op en haar enorme schaduw op de wand van de container wordt een monster dat op haar af komt. Ze weet de verschijning te kalmeren door het een knijper aan te bieden. Mooi gevonden. De rest van de tien minuten rommelt ze nog wat in de berg wasknijpers, maar voor het overbrengen van een verhaal of boodschap is het dan helaas al te laat. (Sophie Janssen)
Voor beelden van deze voorstelling, kijk hier.
Meer over 8WEEKLY op Festival over het IJ vind je hier.