‘Ik hou het meest van zonnige melancholie.’
Deel 1 en 2 van zijn trilogie ‘Jupiter’ zijn inmiddels verschenen, deel 3 volgt nog. 8WEEKLY sprak met Blaudzun in TivoliVredenburg, na afloop van de repetitie met zijn band. “Soms moet je eerst keihard neergaan om weer op te kunnen staan.”
Hoe ging het?
‘Zes weken hebben we geen show meer gedaan, dus dan is het altijd goed om weer even te repeteren. We zijn nu achter de komma aan het werken. Dat is nodig, want foutjes die je live maakt moet je creatief kunnen oplossen. Maar uiteindelijk word je van een optreden voor een publiek uiteindelijk zoveel beter. Dan ben je gewoon scherper. Repeteren is toch een soort van kantoorbaan.’
Vanavond spelen jullie in de Grote Zaal van TivoliVredenburg. Denk je nog wel eens terug aan het oude Tivoli?
‘Die zaal mis ik soms wel ja. Intussen zijn er gelukkig ook veel mooie shows geweest in TivoliVredenburg, dus langzaam komt de ziel er wel in. Maar al met al ben ik toch meer van de oude vibe van Tivoli aan de Oudegracht.’
Vanwaar die titel ‘Jupiter’ voor de trilogie?
‘Ik vind het wel een grappig gegeven dat Jupiter, de grootste planeet van ons zonnestelsel, de vijfde planeet is vanaf de zon gezien. Dit is ook mijn vijfde album. Bovendien is Jupiter een soort magneet die, door de zwaartekracht, veel zooi uit de ruimte weghaalt. Bij kunst werkt dat ook zo: goede kunst trekt slechte dingen bij je weg, zoals de rommel die in je hoofd zit.’
In eerdere interviews vertelde je openhartig over je depressie en een relatiebreuk. Werkt muziek helend voor jou?
‘Zeker, net als andere kunst overigens. Een lied, een compositie of een schilderij kan je wegtrekken uit de sfeer waar je in zit en brengt je op andere gedachten. Ook van zingen gaat een heilzame werking uit: Er zit veel kracht in en er gebeurt iets moois in je hersenen, of je nu vrolijk bent of niet. Dat klinkt bijna religieus, maar dat bedoel ik niet in godsdienstige zin.’
Ik las ook dat je bij Oerol een bijna-doodervaring hebt gehad toen je een verkeerd drankje had genomen …
‘Daar heb ik al genoeg over gezegd. Dat moment is wel een keerpunt in mijn leven geweest: dat je zo naar terechtkomt, en dat je daar zo van schrikt. Als je zo dicht bij de dood bent weet je wel opeens: ik wil helemaal niet dood. Al gebeurde dat in een fase dat ik het leven niet erg leuk vond. Maar op dat moment besloot ik dat ik alleen wilde leven op een manier die bij me past en waar ik gelukkig van word. Heel bewust sla je op zo’n moment dan een bepaalde weg in.’
Je hebt altijd een voorliefde gehad voor de donkere kant van het leven …
‘Dat klopt wel. Van Nick Cave heb ik geleerd dat je muziek die alleen vanuit positivisme is geschreven moet wantrouwen. Donkere liedjes zijn eerlijker en beklijven meer. Maar eigenlijk hou ik het meest van zonnige melancholie, en niet per se van hele donkere dingen. Er moet wel hoop in zitten.’
Op ‘Jupiter’ staat een lied over het bombardement op Rotterdam in de WO II. Kun je daar iets meer over vertellen?
‘Ik gebruik die gebeurtenis als metafoor voor het leven. Rotterdam is toen helemaal platgebombardeerd, maar in de loop van de jaren weer heel mooi opgebouwd. De energie en de overlevingsdrift is echt in de stad en de mensen gaan zitten. Heel inspirerend vind ik het dat voor iets dat wordt afgebroken altijd weer iets moois in de plaats komt, als je de handen maar uit je mouwen steekt. Soms moet je eerst keihard neergaan om weer op te kunnen staan. Het is misschien gevaarlijk om te zeggen, maar soms is dat zelfs nodig. Ja, dat geldt ook wel voor mij.’
Iets heel anders: Verrassend op je nieuwe album is het geluid van de saxofoon …
‘In een groot deel van de jaren tachtig werd de sax heel mooi gebruikt, maar eind jaren tachtig, en ook in de jaren negentig, is het een klef instrument geworden. Dat kwam met name door de Kenny G’s van deze wereld. En een sax is gewoon seks natuurlijk. Dat zit em met name in de sound van het instrument: melodisch en bassig tegelijk. Ja, er is zeker een connectie tussen muziek en seks. Fascinerend vind ik het dat mensen seks hebben op een nummer van mij, terwijl datzelfde nummer ook wordt gedraaid bij een begrafenis. Mooi dat dat kan. ‘Jupiter’ heb ik sowieso meer vanuit de heup geschreven, en dan wordt het al snel meer dansbaar, ritmischer en dus meer sexy. Er kan op geneukt worden.’
Een andere manier om fit te blijven is sport. Je bent een groot wielerliefhebber. Ben je alweer op de fiets gestapt?
‘Helaas was het kutweer de laatste tijd. Voor mij is het dan ingewikkeld om te gaan fietsen met alle shows nog in het verschiet. De kans is dan te groot dat ik ziek word. Maar als het weer beter wordt ga ik zeker weer. Het is een fijne manier om mijn hoofd leeg te maken, en vervolgens weer op te vullen. Ik fiets dan twee of drie keer in de week, meestal een uurtje of twee. Op de Utrechtse Heuvelrug, in de Veluwe, bij de Posbank, of in polder. Nee, een koptelefoon heb ik dan niet op: ik luister alleen naar mijn eigen adem en naar de omgeving. Soms ontstaan er goede ideeën tijdens een tocht. Vroeger dacht ik: een goede inval komt later altijd terug. Maar dat is niet zo, dus nu leg ik het meteen vast. Dan stop ik even en zing ik een tekstfrase of een melodietje in. Maar ik stop liever niet tijdens het fietsen.’