
Mengelmoesje slaat aan
Het zonnetje brak door de donkere wolken, de kleden werden op het gras neergelegd, een biertje erbij en het festival kon beginnen. Punkers, skaters, hells angels, goths en ouders met kleine kinderen; iedereen trok zondag 27 juni naar het Zuiderpark in Den Haag om vooral te genieten van de muziek. Het grootste gratis popfestival van Europa was ook dit jaar met 350.000 bezoekers nog steeds populair.
~
Parkpop pakte dit jaar uit met een brede programmering. Er was voor elk wat wils: rock, punk, reggae, jazz en blues. Het is gewaagd om zo’n gevarieerd programma neer te zetten, want het zou zomaar kunnen dat iedereen dan naar haar/zijn band gezien te hebben ook het park weer uit loopt. Maar niets is minder waar, want bijna alle bands bewezen een prima festivalset neer te kunnen zetten waardoor de sfeer alleen maar gezelliger werd en het publiek bleef hangen. Alleen voor het Locals Only podium bleef het opmerkelijk rustig. Dat podium was speciaal ingericht voor opkomende acts uit heel Nederland. Maar liefst 14 bands stonden hier geprogrammeerd en dat was echt teveel van het goede. Ze konden amper opboksen tegen de grotere namen die op de twee hoofdpodia speelden.
Oké
~
~
Jong en oud
De band The Nits had een verrassing in petto voor het Parkpoppubliek. Tim Akkerman van Di-rect schoof ineens het podium op om samen met zanger Henk Hofstede Inside my head en In The Dutch Mountains te spelen. Akkerman is al jaren groot fan van The Nits en deze combinatie (oud en jong) is leuk en prettig om naar te luisteren. Sowieso is een live-optreden van The Nits zeker de moeite waard; ze zijn boven verwachting goed.
Een band waar de verwachtingen van te voren al hoog gespannen waren was The Von Bondies. Zeker nu ze doorbreken met hun song C’mon C’mon. Deze punk/rockband speelt in een perfect ritme, maar staan er op het podium nogal statisch en nonchalant bij. De handen van het publiek gaan in de lucht tijdens C’mon C’mon, waarna gewacht wordt op nog een hoogtepunt dat er niet zal komen.
Hart
Het echte hoogtepunt van Parkpop komt pas later tijdens Beth Hart, die eerder dit jaar in Den Haag speelde tijdens Koninginnenach. Wat een gouden strot en wat een briljante verschijning! Deze spraakwaterval (“I talk too much, I’m a girl”) weet over elk lied wel een mooi, boeiend verhaal te vertellen. Normaal is het vaak beter als een artiest z’n mond houdt en doorzingt, maar bij Hart is dat anders. Ze maakt duidelijk werk van haar optreden. Vol energie speelt ze nummer na nummer, waarbij uiteraard haar hit LA Song niet ontbreekt en dat levert kippenvel op. Tegen het eind van haar optreden gooit ze alle remmen los en springt ze van het podium af om verder tussen het publiek te zingen. Moeiteloos en nog steeds zuiver met een rauw randje, zoals we dat van haar kennen. Met een big smile op haar gezicht geniet ze van de aandacht en het contact met haar fans. Hart had de perfecte afsluiter van Parkpop kunnen zijn!
Flirten
~
Wat later worden de gitaren ingeruild voor nog wat zomerse klanken van de hiphopformatie Outlandish. Maar Den Haag heeft genoeg van de zwoele klanken. Hun hit Aicha wordt nog warm onthaald, maar verder verloopt het optreden matig. Dan deden The Stranglers het een stuk beter. Eigenlijk had deze band niet op Parkpop gestaan, maar omdat Supergrass hun optreden op het laatste moment afbliezen waren The Stranglers bereid om die plek als afsluitende act in te vullen. En hoe! Het publiek ging helemaal los tijdens de klassieker Golden Brown en ook andere golden oldies passeerden de revue. Van de punk, waar ze ooit mee zijn begonnen, is weinig meer over. Ze zijn een beetje braaf (zeker in vergelijking met de openingsbands), maar desalniettemin een fijne band om deze geslaagde 24e editie van Parkpop mee af te sluiten.