Muziek / Achtergrond
special: Dour 2006

Veel hoogtepunten, één dieptepunt

Dour (13 t/m 16 juli) is een festival in België dat in Nederland niet zo bekend is zoals bijvoorbeeld Werchter of Pukkelpop. Dat komt vermoedelijk door het ontbreken van grote dure namen, waarmee bovengenoemde festivals dikwijls koketteren op de festivalposters. Toch is Dour in muzikaal opzicht interessanter. De programmeurs hebben een feilloze neus voor veelbelovende, getalenteerde acts die nog niet bij het grote publiek zijn doorgebroken.

Dour heeft lef en durft de meest uiteenlopende muziekgenres naast elkaar te programmeren. Zo is er naast heel veel goede pop ook ruimte voor hardcore, reggae, dance, hiphop, experimentele muziek en meer. Voordeel is dat het je in staat stelt in zeer korte tijd een hoop nieuwe dingen te ontdekken, zonder in de verdrukking te raken in de voorlinies van het publiek. Dan neem je de minpunten graag voor lief. De omstandigheden van het festival zijn namelijk enigszins spartaans. Op het hele terrein en de camping zijn hygiëne en sanitaire voorzieningen schaars en dat bij een temperatuur van steevast plus dertig graden.

Smachten, zweten en preken

Final Fantasy
Final Fantasy

Maar hey, we komen voor de bands. Wat waren het er veel… waar te beginnen? Bij de oorsprong van de popmuziek dan maar. Heavy Trash, het rockabillyproject van Jon Spencer en Matt Verta Ray brengt ons naar de jaren vijftig van Elvis Presley. Hun rock-‘n-roll is opzwepend maar pas echt mooi wordt het als Jon Spencer aan het preachen slaat, want tjonge, hoe deze man smachten, zweten en preken kan! “Toen ik zo jong was als jullie heb ik een hoop fouten gemaakt en ik heb zo vaak goede dingen uit mijn handen laten glippen. Ik wéét hoe je je voelt, ik heb het allemaal meegemaakt. Dus ik zeg je, als je iets goeds vindt, klamp je er aan vast! Dan zul je er later achter komen dat die ouwe Jon Spencer gelijk had…” En meer teksten van die strekking. Halleluja!

Tranen

Primal Scream
Primal Scream

Ook Final Fantasy uit Canada maakt veel indruk. De zanger is vioolvirtuoos en speelt spannende composities die zo uit het brein van het Belgische DAAU hadden kunnen komen. En dan lijkt zijn stem ook nog eens exact op die van Arid-zanger Jasper Steverlinck. Begeleid door een drummer strijkt hij de meest ontroerende melodieën, vaak zachtjes zingend, maar dan weer met harde uithalen. De tranen springen je in je ogen, ook al heb je geen flauw idee waarover de liedjes gaan.

Primal Scream, heeft aanvankelijk wat last van opstartproblemen. Alles doet het prima, maar volbloed rockster Bobbie Gillespie laat zich van zijn beruchte luie kant zien, alsof hij gedurende de eerste liedjes op de bus staat te wachten. Maar als gedurende het optreden zijn jasje uitgaat, lijkt Primal Scream toch warm te lopen en klinken hun Stones-achtige nummers, zoals het beroemde Get Your Rocks Off, precies zoals het hoort: rauw en rockend.

Engeland en de Verenigde Staten

Maxïmo Park
Maxïmo Park

Van Schotland is het vervolgens nog een kleine stap naar de keizer van de popmuziek, Engeland. Maxïmo Park springt eruit wat Engelsheid betreft. De band geeft een spetterend energiek optreden, waarin op ongelukkige wijze blijkt dat de band niets is zonder de charismatische, maar ijdele frontman Paul Smith. Opeens wordt zijn hoedje van zijn hoofd gegapt door een onverlaat uit het publiek. Smith weigert de volgende twee nummers mee te zingen zonder hoedje, waarop de band het gedurende die nummers zonder zanger moet stellen. Bad hair day? Hij vangt het aardig op om met dezelfde energie het nummer The Night I Lost My Head aan te kondigen als The Night I Lost My Hat.

~

We brengen ook nog een bezoekje aan de uitgestrekte woestijnen van de Verenigde Staten. Want de Amerikaanse rock is goed vertegenwoordigd op Dour met Hermano, The Datsuns en Mudhoney. Hermano staat vooral bekend om de Kyuss-connectie en ze komen met hun stoere songs een flink eind in de richting van de Queens of the Stone Age. The Datsuns zijn ook geen nieuwkomers meer. Op Dour blijkt dat ze nooit voorbij de hype zijn gekomen die ze een paar jaar geleden veroorzaakten in het kielzog van The Strokes. De gretigheid is eruit. Dan heeft Mudhoney het gemakkelijker. Hun Amerikaanse gitaarrock klinkt stoer, degelijk en macho en ze mogen dan al wat langer meedraaien dan The Datsuns, ze laten zien dat ze het nog niet verloren hebben.

De hoogtepunten

Een van de absolute hoogtepunten van het festival bevindt zich ook in de hoek van de Amerikaanse gitaarrock: …And You Will Know Us By the Trail of Dead overdondert met een onmenselijke energie. De band speelt zo goed dat je na het optreden met open mond afvraagt wat je zojuist is overkomen? De toch al goede platen van deze groep vallen in het niet bij deze live-ervaring.

~

In het rijtje van absolute hoogtepunten mag ook Animal Collective niet onvermeld blijven: een hecht groepje muzikanten die volkomen eigenzinnige en licht experimentele indiepop maken. Het podium lijkt wel hun eigen kinderspeeltuin, zo met al die wonderlijke instrumenten en het enthousiaste gejoel wat ze voortbrengen. Maar het is allemaal een stuk toegankelijker dan gedacht. Eventjes mag het publiek deel uitmaken van hun droomwereldje. Aanstekelijk vrolijk, dit zooitje ongeregeld.

De andere heersers van het festival konden we met eigen ogen meemaken bij Don Letts Dub Cartel. Jazeker, de man die de reggae introduceerde in de Engelse punkwereld. Met dreads tot aan zijn enkels en twee overtuigende mc’s brengt hij je zowat terug de jaren zestig in met zijn reggae en dub. De videobeelden van over de hele wereld, die hij in zijn show vertoont, vormen alles wat je zou aanvragen mocht je jezelf terugvinden als bekende Nederlander bij Zomergasten.

Prijzencircus

Apocalyptica
Apocalyptica

De prijs voor de beste plaatjesdraaier van het festival gaat naar Hugo Freegow. Alles valt op zijn plaats bij deze muzieknerd die alles door elkaar draait, van gameboymuziek tot vieze garagerock, van two step tot cowboymuziek en van diep obscuur tot het feest der herkenning.
De prijs voor de hipste act gaat naar de Grime Allstars met The Plastician aka Plasticman, Skepta and JME. Je waant je in de Londense underground met hun vrolijke stoere grime die ondanks de onnavolgbare two step-ritmes en ragga goed dansbaar blijkt. Massive!

De tofste turntablists van Dour bevinden zich niet in Mike Pattons gloednieuwe allstar project Peeping Tom, maar in Birdy Nam Nam. Vier jongens met draaitafels op een rij vullen elkaar al scratchend perfect aan. Het doet denken aan het Nederlandse C-Mon & Kypski, maar dan minder poppy en met zwaardere beats. De beste Nederlandse bijdrage komt uit Zwolle. Het concert van de nederhoppers van Opgezwolle mondt uit in een wild Nederlands feestje in een stampvolle tent. Maar nog niet zo vol als bij de poppenkasthiphop van de Puppetmastaz uit Berlijn. Mocky, Gonzalez en consorten laten zien dat je geen groot ego hoeft te hebben om steengoeie hiphop te brengen. De fysiek kleine alter ego’s in de vorm van bijdehante muppets zijn veel leuker! En zo hiphoppen deze beesten veel andere groepen er met gemak uit.

Misser

Fisherspooner
Fisherspooner

Een lijst van jammerlijke missers noemen heeft bij Dour niet zo’n zin, want die zijn er bijna niet. Op een na. De dance-act Fisherspooner legt de nadruk te veel op show en te weinig op de muziek. De verwijfde zanger is na elk liedje erg lang van het podium om zich in weer een nieuwe extravagante outfit te laten hijsen. Hij waagt het om hun hit abrupt af te breken omdat meneer van mening is dat het publiek niet hard genoeg danst. Instrumenten vallen uit waarop hij overdreven aanstellerig reageert. Een totale schertsvertoning. De twee engelachtige danseressen redden de show enigszins.
Nee, voor echt goede glamour kun je beter terecht bij de cello-metalband Apocalyptica. En het Finse Aaviko laat met zijn experimentele easylistening electro zien dat het uitvallen van instrumenten “happy little incidents” zijn in plaats van het einde van de wereld. Lichtelijk ongeorganiseerd, vrolijk en vernieuwend, deze band. Eigenlijk precies zoals het Dourfestival zelf dus.