Wil de echte artiest nu opstaan?
.
Dit artikel maakt deel uit van een reeks over belangrijke thema’s in de muziek. Lees ook over: Vrouwen in de popmuziek.
Het duurde slechts enkele weken voordat de sensatie rond popzangeres Lana Del Rey en haar nostalgische liedje ‘Videogames’ omsloeg in een ware heksenjacht. Boze tongen van invloedrijke bands en magazines fluisterden dat het verveelde en mysterieuze imago van de zangeres weinig meer was dan een handige marketingtruc.
Tot overmaat van ramp had ze ook gelogen over haar verleden, dat zich in een minder marginale omgeving afspeelde dan de biografie vermeldde. Een mooie aanleiding om de criteria voor de oprechtheid en authenticiteit van muzikanten onder de loep te nemen. Nuchter ingestelde geesten wezen al meer dan eens op de ontembaarheid van dit onderwerp. Het houdt de gemoederen van muziekliefhebbers echter al decennia bezig. Een eenvoudige zoekopdracht op internet naar bovengenoemde zangeres laat zien dat velen het nodig vonden hun toetsenbord in het gif te dopen en de nepheid van Lana Del Rey te laken.
Imago’s en klassen
Digitaal versus analoog
Een ander veelgehoord argument waarmee echtheid bewezen schijnt te kunnen worden, gaat over de gebruikte studiotechnieken. Muziek mag niet te synthetisch klinken en niet verpest worden door al te veel productionele smeermiddelen. Daarnaast is het dan ook wel prettig als bands op analoge instrumenten spelen, en niet te veel gebruik maken van de digitale trukendoos die ze tot hun beschikking hebben. De band Queen, niet bepaald een undergroundband, had op de eerste reeks van hun studioalbums altijd trots de woorden ‘No Synthesizers!’ prijken, als bewijs van echtheid. Er is ook zeker iets voor te zeggen. Als een band of artiest live ongeveer zo klinkt zoals op de studio-opnames is dat inderdaad een teken dat de plaat tot stand is gekomen door noeste arbeid, en niet door handige programmeertrucjes.
Pure zelfexpressie
Het is dus te lastig om aan de hand van imago’s, afkomst en opnameprocessen te beoordelen of we een muzikant wel kunnen vertrouwen. Een oplossing lijkt voor de hand te liggen. We kijken niet naar hoe iets wordt opgenomen of gepresenteerd, maar we kijken naar de inhoud ervan. Meent de artiest wat zij of hij speelt en zingt? Als datgene wat gezegd wordt direct uit het hart lijkt te komen, dan hebben we te maken met pure zelfexpressie en dus met authenticiteit.
Subjectief oordeel
Het is dus erg lastig om tot een collectie criteria te komen waarmee op logische wijze vast te stellen is of een muzikant en de door hem of haar gemaakte muziek authentiek is. Wanneer het thema op deze intellectualistische manier beschouwd wordt, is het eenvoudig te verdwalen in het labyrint van het concept authenticiteit. De enige conclusie die steekhoudend lijkt is dat authenticiteit een slecht meetbaar fenomeen is. Omdat het net zo subjectief als een luisterervaring is, kan het predicaat ‘authentiek’ slechts op persoonlijke titel door een luisteraar per keer worden afgegeven. Voor sommigen wellicht een al te postmodern zwaktebod, maar zelfs een eenduidig oordeel over Lana Del Rey valt niet te geven. Wellicht is het tijd de verbale loopgravenoorlog over authenticiteit definitief te staken.