Welles Nietes
Over bijna geen enkele kunstenaar is zoveel geschreven als over Rembrandt van Rijn. Als liefhebber kun je een hele wand vullen met boeken over de schilder. De problematiek rond toeschrijving neemt een belangrijk deel van de publicaties in. Is het nu wel of niet een Rembrandt? Onderzoekers zijn het lang niet altijd met elkaar eens. Onlangs werden vier schilderijen – ooit afgeserveerd als werken van leerlingen van Rembrandt – toch weer aan de kunstenaar toegeschreven. Het is de verdienste van het Rembrandt Research Project, dat zich sinds 1968 bezighoudt met authenticiteitonderzoek naar het oeuvre van Rembrandt. Toeschrijvingen vinden niet van de een op de andere dag plaats, maar zijn het resultaat van een jarenlang proces. Een reconstructie van een zoektocht.
Soms lijkt toeschrijving een welles-nietes spelletje. Eerder werden de vier herontdekte schilderijen wel tot het oeuvre van Rembrandt gerekend, maar vervolgens verdwenen de werken weer uit de boeken. Over het algemeen werd aangenomen dat het bij de vier herontdekte schilderijen ging om deelkopieën van Rembrandts originele werk, gemaakt door leerlingen. Hoe dat precies is gegaan, is ietwat in nevelen gehuld.
Studie van een oude man in profiel (detail) |
Kort gezegd: de kunsthistorici van destijds baseerden hun conclusie vooral op resultaten verkregen door kennerschap. Daarbij draait het om het herkennen van de hand van de schilder. Een schilder heeft bepaalde gewoontes, die leiden tot stijlovereenkomsten in verschillende schilderijen. Zo is Rembrandt bekend om zijn sterke licht/donker-werking en zijn virtuoze manier van schilderen.
Tegenwoordig maken kunsthistorici in hun ontdekkingstocht naar wat authentiek is, gebruik van natuurwetenschappelijke methodes zoals röntgenonderzoek, dendrochronologie (datering aan de hand van jaarringen in hout) en microscopisch onderzoek van verfmonsters. Deze methodes zijn ook toegepast op de vier olieverfstudies die boven water kwamen bij de voorbereiding voor de tentoonstelling ‘Rembrandt. Zoektocht van een genie’, die volgend jaar in het Rembrandthuis en de Berlijnse Gemäldegalerie te zien is.
Professor Ernst van de Wetering, leider van het Rembrandt Research Project (RRP), onderzocht een grote groep schilderijen met menselijke halffiguren die zijn toegeschreven aan leerlingen van Rembrandt. Zijn conclusie is dat vier schilderijen toch in zijn oeuvre kunnen worden geplaatst. Het zijn voorstudies voor grote, bekende composities van Rembrandt. De schilder maakte ze vooral om het effect van een ongebruikelijke belichting uit te proberen.
Ontdekkingen
Een dergelijke conclusie ontstaat niet van de ene op andere dag, maar is het resultaat van jarenlang intensief onderzoek. Onderzoek dat vaak wordt ingegeven door een – misschien weinig wetenschappelijk – onderbuikgevoel dat tenslotte uitmondt in een hypothese. Dat onderbuikgevoel begon bij de Belichtingsstudie van een vrouw met witte muts (1640, particuliere collectie), dat tot 1931 als een werk van Rembrandt werd beschouwd, maar vervolgens als een kopie van een leerling bestempeld werd.
Belichtingsstudie van een vrouw met witte muts – voor de restauratie (detail) |
Van de Wetering, al jaren betrokken bij het RRP, is een groot Rembrandtkenner en werd getriggerd door de witte muts van de vrouw. Die leek namelijk op andere witte mutsen die Rembrandt geschilderd heeft. En daar komt toch weer het ouderwetse kennerschap om de hoek kijken. Volgens Van de Wetering vertoont de muts een raffinement en losheid in de uitvoering die specifiek voor Rembrandts manier van schilderen is.
Reden genoeg om het schilderij aan een diepgaand onderzoek te onderwerpen. Het bleek dat het eiken paneel waarop het portret is geschilderd, afkomstig is van dezelfde boom als waarop andere schilderijen van Rembrandt zijn geschilderd. Zoals Zelfportret à la toque uit 1633, dat nu in het Louvre te bewonderen is. En er volgden meer ontdekkingen. Het van boven afgeronde paneel was tot een rechthoek aangevuld en langs de linker- en onderkant vergroot.
Belichtingsstudie van een vrouw met witte muts – na de restauratie (detail) |
Het gedeelte rond en onder het hoofd van de vrouw bleek volledig overschilderd te zijn. Over een grote, witte kraag was een bontkraag aangebracht. Om de naden met de aangezette stukken te verhullen, was ook de achtergrond vrijwel helemaal overschilderd. Vandaar misschien de verwarring bij kunsthistorici die meenden dat het paneel geen ‘echte Rembrandt’ was. Al deze ingrepen waren naar alle waarschijnlijkheid het werk van een onbekende schilder die daarmee heeft gepoogd om van de studie een formeel portret te maken. In de periode 2003-2005 werd het schilderij gerestaureerd. Martin Bijl bracht het schilderij terug in de oorspronkelijke staat.
Hypothese
Daarmee was het onderzoek naar het schilderij nog niet afgerond. Rembrandt schilderde niet in het wilde weg; zijn schilderijen hadden een functie. Waarom heeft Rembrandt de vrouw geschilderd? Een portret werd uitgesloten. Het oorijzer dat de vrouw draagt, wijst uit dat ze waarschijnlijk de kost verdiende als dienstmaagd. En huishoudelijk personeel had geen geld om zich te laten portretteren. Voeg daarbij dat Rembrandt zichzelf vaak als model gebruikte om bepaalde picturale problemen op te lossen en de connectie was gelegd. Het paneel moet als belichtingsstudie voor een andere compositie hebben gediend. Maar deze antwoorden brengen nieuwe vragen met zich mee. Voor welk schilderij dan? Het paneel waarmee Van de Wetering op de proppen komt, is Dubbelportret van Dominee Anslo en zijn vrouw (Berlijn). Het is een hypothese, aangezien Anslo in de halfschaduw zit en zijn vrouw niet, terwijl de belichtingsstudie immers een vrouw in de halfschaduw toont.
Studie van een wenende vrouw, Studie van een oude man met baard, Belichtingsstudie van een vrouw met witte muts en Studie van een oude man in profiel |
Er lijkt een directer verband te bestaan tussen twee grotere composities en twee andere olieverfstudies. De Studie van een oude man in profiel (1661, collectie van Isabel en Alfred Bader) houdt verband met de Besnijdenis van Christus in de stal (1661, Washington) en de Studie van een wenende vrouw (1644, Detroit) met de vrouw in Christus met de overspelige vrouw (Londen). In het geval van Studie van een oude man met baard (1659, collectie van Linda en Daniel Bader) bleek het lastiger. De compositie, waar de belichtingstudie ter voorbereiding voor gemaakt zou kunnen zijn, ontbreekt. Mogelijk is er een verband met de Verloochening van Petrus (1660, Amsterdam), oppert Van de Wetering. Daarop is Petrus afgebeeld als een man met een baard, wiens gezicht zich half in de schaduw bevindt.
De vier herontdekte schilderijen zijn van groot belang. Het blijkt dat wat decennialang door kunsthistorici voor waar is aangenomen, dat niet is. Er zijn nog vele aan leerlingen toegeschreven deelkopieën. Van een groot aantal is de huidige verblijfplaats onbekend en ze zijn slechts bekend van zwartwitreproducties uit oudere, geïllustreerde overzichten van Rembrandts werk. Ook die moeten onder de loep worden genomen om te kijken of ze weer in het oeuvre van Rembrandt opgenomen zouden moeten worden. Voor de liefhebbers van Rembrands werk is dat verheugend nieuws. Het einde is nog lang niet in zicht.
Met dank aan het artikel ‘Rembrandts oliefverfstudies: nieuw licht op een oud probleem’ van professor Ernst van de Wetering.
De vier schilderijen zijn tot 4 december te zien in de tentoonstelling ‘Rembrandt olieverfstudies: nieuw licht op een oud probleem’, in het Rembrandthuis te Amsterdam.