De man en zijn mythe
.
In Vejrum, een gat ergens midden in Jutland, werd honderd jaar geleden Asger Jørgensen geboren als tweede in een gezin van zes kinderen. De armoedige omstandigheden van zijn jeugd brachten hem tot een levenslange politieke stellingname. Tegelijk met het besef dat hij beeldend kunstenaar was groeide zijn rebellie tegen de geldheerschappij. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Denemarken neutraal, maar door handelsbetrekkingen met alle strijdende partijen ontstond naast het ‘oude geld’ een nieuwe klasse van superrijken. De beroemde Deense welvaartsstaat was echter nog lang niet in zicht; in Jutland stierven nog mensen van honger en heerste tbc.
Asger Jørgensen richtte zich in de jaren vlak voor het uitbreken van de volgende wereldoorlog, na een kort verblijf op de kweekschool, op de internationale avant-garde. Die zetelde destijds in Parijs en daarheen vertrok hij, op een oude motorfiets. Zijn achternaam veranderde hij in Jorn. Hij werkte voor Le Corbusier bij de opbouw van diens paviljoen voor de Wereldtentoonstelling in 1937. Daarna volgde hij lessen bij Fernand Léger en ontmoette de surrealisten, dadaïsten, expressionisten, maar ook revolutionaire denkers. Terug in Denemarken sloot hij zich aan bij een stroming die de vernieuwingen wilde incorporeren in de noordelijke kunst. Zijn schilderij Det blå billede uit 1940 vormt daarin een scharnierpunt. Jorn heeft Léger achter zich gelaten en vindt een eigen beeldtaal, hij noemt het ‘spontane abstracte kunst’: expressionistisch en beslist niet non-figuratief.
Hellepaard
Tijdens de bezetting richtte Jorn met zijn vriend de archeoloog P.V. Glob het tijdschrift Helhesten – het Hellepaard – op. Een mythologisch beest uit het oude noorden, een wraak- en woedepaard. Avantgardistische poëzie, kunsttheoretische artikelen en expressionistische grafiek vormden de inhoud.
Ondertussen exposeerde de groep kunstenaars rond dit tijdschrift overal in het land met werk dat in Duitsland beslist als entartete Kunst was vernietigd. Half-figuratieve taferelen en fabeldieren uit de noordse mythologie vormden een verborgen nationaal protest tegen de nazi’s. Die hadden immers dezelfde mythologie gebruikt om hun fascistische ideeën mee te verfraaien. Deze schilderijen waren licht en kleurig, met dieren – veel vogels – en kinderen. Vreemde wezens kijken verwonderd naar woeste natuur vol zon en maan, vliegers, maskers, water en vuur. Af den stumme myte heet een serie van Jorn, een mythe die niet zelf spreekt maar door middel van beelden de toeschouwer een eigen mythologie, het eigen verhaal laat ervaren. Voor Asger Jorn gold het omgekeerde van zijn streng-christelijke opvoeding: In den beginne was het beeld…
Drie Deense musea hebben ter gelegenheid van Jorns honderdste geboortedag tentoonstellingen georganiseerd. Twee ervan heb ik bezocht: Jorn & Pollock – Revolutionary Roads in het Louisiana Museum of Modern Art in Humlebæk en Asger Jorn, Rastløs Rebel in het Statens Museum for Kunst in Kopenhagen.
Louisiana
Naast een aparte Jorn-zaal, waar veel werken hangen met als titel Danmark werd een paralleltentoonstelling van Asger Jorn en Jackson Pollock ingericht. Aanleiding vormde de bekentenis van een van de curatoren, die zich had vergist en een Pollock voor een Jorn had aangezien. Hij is niet de enige. Het abstracte expressionisme van beiden, het experimenteren met nieuwe technieken en het kleurgebruik suggereren een verwantschap. Wonderlijk, want de twee hebben zelfs elkaars namen niet gekend. Beiden waren beïnvloed door het Franse modernisme maar werden door de Tweede Wereldoorlog afgesneden van Parijs. Ze moesten zich ontwikkelen binnen het relatieve isolement van hun eigen land.
Pollock veranderde de spelregels van het schilderen. Zijn druiptechniek is door Willem de Kooning het startpunt van het Amerikaanse modernisme genoemd. Pollock voerde de kunstenaar op als de moderne held – hij bevindt zich in het schilderij en buiten de samenleving. Zijn werk is energie van binnen uit, autonoom en non-figuratief, hoewel sommige titels, zoals War en het ‘Jorn-achtige’ The Water Bull een verhaal suggereren. Maar de meeste schilderijen hebben een nummer of heten ‘Untitled’. Het ging om het schilderen op zichzelf. Action painting werd het genoemd…
Samenwerking
Voor Jorn was schilderen en kunst nauw verbonden met engagement met de werkelijke wereld. Geschiedenis, politiek, uitbuiting en onderdrukking moeten de kunst in worden getrokken, zonder dat het blijft bij propaganda of pamfletkunst. Hij hechtte ook groot belang aan samenwerking, aan collectieve schepping en collectieve receptie. Muurschilderingen, zelfs in keramiek, zoals de reusachtige wand van een school in Aarhus. Geen totale abstractie. Een residu van figuratieve kunst blijft altijd aanwezig in zijn beelden. Hij geeft de toeschouwer herkenbare brokjes waar we ons toe kunnen verhouden. In een latere fase parafraseert of parodieert hij bestaande motieven. Hij noemt het ‘modificaties’.
Preserve your memories but distort them so they match their time. Why reject the old if you can modernize it with a few brushstrokes?. (Asger Jorn in een ‘Open brief aan het publiek’, 1959)
SMK
Het Deense ‘Rijksmuseum’, het Statens Museum for Kunst, presenteert ruim 200 werken van Asger Jorn in een zorgvuldig opgezette expositie, die zowel chronologisch als thematisch is. Dat is in het geval van Jorn niet zo moeilijk want zijn opeenvolgende periodes tonen ook voortdurend nieuwe invalshoeken en samenwerkingsprojecten. Van de eerste houtsneden getiteld Kerstgezangen, waarin de vrome teksten door prenten met de ontberingen van de onderklasse in een sarcastisch perspectief worden gezet, tot de deconstructieve ‘modificerende’ kunst van de Internationale Situationisten uit de jaren zestig. Deze politiek geëngageerde groep kunstenaars zag ieder geëxposeerd beeld als een leugen, bedoeld om het publiek te fixeren in een machts-discours.
Uitgangspunt van de tentoonstelling is het belichten van de rebelse kant van Jorn. In Denemarken is hij – evenals in Nederland – bekend als de montere Cobraschilder. Vrolijke, felle kleuren en op kindertekeningen lijkende vormen. Een nieuwe lente na de verschrikkingen van de oorlog, een uitbarsting van spontaniteit en ongevaarlijke provocatie. Het is niet verwonderlijk dat de politieke kant van zijn werk is weggemoffeld sinds het in waarde steeg, vanaf de vijftiger jaren. Het kapitalisme maakte zich meester van de beeldende kunst en schilderijen werden voor steeds hogere bedragen aangekocht en opgehangen in musea, waardoor ze, in de ogen van de makers, onschadelijk werden.
Toen Jorn in 1964 een van de prestgieuze Guggenheim-prijzen had gewonnen stuurde hij een telegram aan Harry F. Guggenheim met de tekst: ‘Go to hell with your money, bastard.’ Het was nog niet zo heel lang geleden dat hij in een Parijse galerie was flauwgevallen van de honger en de tuberculose, waar hij mede jong aan zou sterven, was al in volle uitbraak. Maar Asger Jorn gaf geen bal om geld. Alles wat hij verdiende stak hij in vaak ten dode opgeschreven projecten.
Wrakstukken van een helse geschiedenis
Met werken als Het recht van de adelaar en Pact der roofdieren, waar zwarte vogels en draken een soort duivelspact lijken te sluiten en elkaar tegelijk uitroeien, ageerde Jorn tegen de wapenwedloop van de Koude oorlog. Hij was fel tegen de oprichting van de Nato, de aansluiting van Denemarken en de wederzijdse ‘hate-speak’ en vijandelijke propaganda. Op de schilderijen storten zwarte vogelbekken en -klauwen zich op en in elkaar in een zwarte ruimte; de kleur rood is nauwelijks gebruikt maar het schilderij ruikt naar bloed.
Een hoogtepunt is het enorme doek getiteld Stalingrad. De laatste vijftien jaar van zijn leven heeft Jorn bijna voortdurend aan dit schilderij gewerkt. Het werd een soort dagboek waarin hij schreef en herschreef, wegkrabde en overschilderde. De vernieling van de stad vond zijn weerslag in het vernietigen van zijn eigen werk. Stalingrad is zijn antwoord op Picasso’s Guernica. Destructie en ondergang in een witte sneeuwhel: de slag om Stalingrad. Wit is ook de kleur van dood en rouw. Het is het dode wit van de wereld na een atoomoorlog, een slagveld zonder winnaars. Wonderlijk om na het vele zwart van de voorafgaande jaren – en de kleuren van een steeds feller wordend palet in andere werken – dit ‘kapotte wit’, gehavend en versplinterd, op de indrukwekkende oppervlakte te zien drijven als wrakstukken van een helse geschiedenis.
Volkskunst
Met het grote doek Ausverkauf der Seele lijkt Jorn afscheid te nemen van het expressionistisch ideaal van Cobra. Het beeld als spiegel van de (kunstenaars)ziel is een farce geworden sinds de geldmaatschappij zich meester heeft gemaakt van de diepste gevoelens en strevingen. Hiermee was Jorn zijn tijd tientallen decennia vooruit. Tegenwoordig getuigen realityshows en andere emo-porno van de vercommercialisering van de menselijke ziel. Hij nam afscheid van de Franse kunstdiscussies en keerde terug naar Denemarken om zijn laatste jaren te besteden aan een systematische verslaglegging in foto’s van Europese volkskunst; van de Romaanse beeldhouwkunst tot de ambachtelijk gesneden figuren van het Samivolk in Lapland.
Deens design nu
De Deense Cobrakunstenaars: Asger Jorn, Ejler Bille, Agnete Therkildsen, Egil Jacobsen, Carl Henning Pedersen en Else Alfelt maakten allemaal gebruik van een speciale drukkerij in Kopenhagen, Eks-Skolens Trykkeri. Deze bestaat nog steeds en drukt nu werk voor een groep kunstenaars van een bijzonder kaliber. Op de bovenste verdieping van een grote studio in de opkomende wijk Nord Vest huist Glad Design. Een tiental beeldend kunstenaars-met-lichte-handicap tekenen en schilderen hier voor – in opdracht gemaakte – producten. De opdrachten variëren van textielontwerpen tot lampen, van kookboeken tot plastic boodschappentassen voor een supermarktketen. Ze maken ook design voor exclusieve T-shirts voor dure winkels in het centrum. Een webshop is in de maak.
De ontwerpen zijn duidelijk herkenbaar als Deens design met een flinke portie Cobrakunst er doorheen. Vanuit een positief, egalitair mensbeeld, een vitale antropologie zou je kunnen zeggen, geeft Glad Design de Iets Andere Medemens het respect en de aandacht die iedere getalenteerde beeldend kunstenaar toekomt. Als vanzelf vloeien vormen en kleuren vervolgens uit viltstiften en waskrijt – om door de twee professionals die het atelier leiden bewerkt te worden voor commerciële productie. Dit is wat Asger Jorn voor ogen heeft gestaan toen hij zijn werken en idealistische geschriften de wereld in stuurde.