Film / Achtergrond
special: Interview met Terry Gilliam

De meester van de fantastische satire

Terry Gilliam is een bijzondere man. Studiobazen vinden hem lastig, zijn achterban vindt hem geniaal en bij het uitkomen van Tideland werd hij door de Amerikaanse pers bestempeld als banaal. Erg veel waarde hecht Gilliam overigens niet aan critici. “Ik besteed geen aandacht aan critici, ze zijn nergens voor gekwalificeerd. Ze weten niets van films en geven er ook niets om.” Van de Amerikaanse politiek is Gilliam al evenmin gecharmeerd. Bij de promotie van Tideland vertelde hij de pers dat hij Bush en Cheney zou moeten aanklagen voor de illegale remake van Brazil. Inmiddels is hij volledig Brits, woonachtig in Londen, en probeert hij financiering te krijgen voor een nieuw project, genaamd The Imaginarium of Doctor Parnassus. Op het AFFF ontving hij dit jaar een Career Achievement Award. Beangstigend, zegt Gilliam bij zijn ontvangstspeech, want een carrière was juist wat hij wilde vermijden.

Na een hele reeks journalisten en met een publiekelijke Q & A in het vooruitzicht zit Terry Gilliam nog steeds glimlachend en ontspannen onderuitgezakt op een bank om onze vragen te beantwoorden. Hij is beleefd, vriendelijk en maakt constant grappen. Helemaal niet de moeilijke en stugge kunstenaar, zoals de filmstudio’s ons willen doen geloven. Een reputatie die overigens ontstaan is door een dispuut met Universal Studios’ Sid Scheinberg over de release van Brazil in 1985.

Wat ziet Terry Gilliam eigenlijk zelf als zijn belangrijkste prestaties tot nu toe?

~

“Ik ben eigenlijk trots op alle films die ik gemaakt heb, er is er niet één die me beschaamt. Dat mensen ze blijven kijken en ze vaker dan één keer kijken, dat is voor mij de prestatie, dat ik een groep fans heb. Dat is buitengewoon, als je bedenkt dat ik totaal egoïstisch ben. Ik doe alleen dingen voor mezelf. Het feit dat iemand het ook daadwerkelijk leuk vindt is een grote prestatie.”

Het begon allemaal in 1977 met de film Jabberwocky. Na het coregisseurschap met Terry Jones bij het maken van Monty Python and the Holy Grail was het tijd voor een solodebuut.
“Geweldig,” grapt Gilliam. “Het was een verademing om aan al die Python-jongens te ontsnappen die mij tegenhielden, mijn genialiteit limiterend! Het leukste was vooral om al die briljante komische acteurs te hebben die deden wat ik van hen vroeg. Ze dachten echt dat ik een regisseur was! In Monty Python had ik minder vrijheid. Hoe meer films je maakt, hoe meer de acteurs je gaan respecteren. Dat respect kan ik behouden als ik mijn mond dicht houd, maar dan ga ik natuurlijk praten en realiseren ze zich dat ik een dwaas ben, en dan valt de hele boel uit elkaar!”

Niet alleen in interviews valt er veel met Terry Gilliam te lachen. Fantasie en humor zijn ook de belangrijkste kenmerken van Gilliams films.
“Ik kan geen films maken zonder humor erin. Ik neem de dingen wel degelijk serieus, maar humor is daar een goed middel in. In Brazil bijvoorbeeld maak ik de mensen aan het lachen, maar daarna is het plotseling schokkend. Zo krijg je een emotionele achtbaansrit.”

En hoe zit het met het gebruik van fantasie? Ziet Gilliam fantasie in zijn films als een manier om een nieuw perspectief op de ‘realiteit’ te krijgen, of als een middel voor escapisme?

~

“Ik maak eigenlijk realiteitsfilms, waarbij ik probeer de realiteit te verbreden. Als ik heel eerlijk ben zitten al mijn films in een soort grensgebied tussen fantasie en ontsnapping, en de realiteit, de feitelijkheid. Het interessante is te proberen de twee dingen tegelijk te behandelen. Het belangrijkste is dat ik niet wil dat realiteit gelimiteerd is en dat fantasie totaal escapistisch is. Er zijn zoveel fantasyfilms die geen resonantie hebben. Ze zitten alleen maar in hun silly little world en als die wereld niet relateert aan ons bestaan, wat is het nut dan?

Ik werk in het middengebied. Ik ben wel eens bang dat mijn fantasie op zou kunnen raken. De grote vreugde is juist dat je in je fantasie mee kan gaan. Het ouder worden is de moeilijkheid. Omdat ik teveel weet, ik heb teveel dingen gedaan, ik heb teveel ervaringen. De meeste mensen willen de wereld verkleinen, gelimiteerd maken, begrijpelijk en verklaarbaar. Ik wil juist blijven uitbreiden, ik ben een wanhopige pensioentrekker die weer een kind wil zijn. De kindertijd is de tijd dat alles nieuw en fris en verbazingwekkend is. Ik haat het dat ik nooit meer verrast wordt, vooral in films.”

De laatste films waar Terry Gilliam wél door verrast werd waren Das Leben der Anderen en Pan’s Labyrinth, die overigens ook op het festival te zien is.
“Ik zit in de Academy dus ik mag stemmen, ik had Pan gezien en daarop gestemd. Maar toen zag ik Das Leben der Anderen en dacht ‘die is beter, ik heb op de verkeerde film gestemd!’ Beter is eigenlijk het verkeerde woord, maar het had een sterker effect op me vanwege het onderwerp. Dat haat ik aan wedstrijden, films zijn niet beter dan andere films, ze zijn anders dan andere films.”

Opvallend zijn de overeenkomsten tussen Tideland en Pan’s Labyrinth, beiden films over een meisje dat de gruwelijkheden in haar leven probeert te ontsnappen door te vluchten in een fantasiewereld. Het verschil is echter dat Tideland ontzettend negatief werd ontvangen.
“Guillermo (del Toro) zei tegen me na een Britse screening: ‘we hebben dezelfde film gemaakt vorig jaar!’ en ik zei ‘ja ik weet het! Maar de jouwe werd opgehemeld door de pers en de mijne door de stront gehaald.’ Ik denk dat mijn film verontrustender is dan die van hem. Mijn film maakt mensen ongemakkelijk en ik wist dat het zo zou zijn. Critici zijn erg lui deze dagen, ik weet niet eens meer wie critici zijn tegenwoordig. Hoe krijg je de baan?”

In de fantasy- en horrorfestivals heeft Gilliam wat dat betreft een bondgenoot gevonden
“Wat me op is gevallen is dat, van de festivals waar ik vorig jaar heen ben geweest, de horror- en fantasyfestivals dol waren op Tideland terwijl de meer ‘nette’ festivals er een hekel aan hadden. Ook vond ik het interessant dat de bezoekers van horror- en fantasyfestivals meer openstaan voor beangstigende ideeën dan normaal publiek. Daarom ben ik een groot liefhebber geworden van horror- en fantasyfestivals.”

Ondanks de reputatie die Gilliam heeft opgebouwd als ‘moeilijke man’ weet hij altijd grote namen in zijn films te krijgen. Wat zoekt hij in een acteur?

Scène uit <i>Brazil</i>
Scène uit Brazil

“In de eerste plaats wil ik goede acteurs, en dan het liefst acteurs die me kunnen helpen met het krijgen van financiering. Het is een combinatie tussen een goede acteur en leuk gezelschap. Want het laatste dat je wilt is een geweldige acteur die een ‘pain in the ass’ is. Het moet dus iemand zijn die de dingen ziet zoals ik dat doe. Ik hou niet van method acteurs, ik hou van acteurs zoals Johnny Depp en Jeff Bridges die helemaal in hun karakter zitten en als ik dan ‘cut!’ roep gewoon zeggen ‘ok en wat doen we nu?’ Het is hard werken en je moet gefocust zijn, maar een acteur die niet uit zijn personage kan komen wordt op een gegeven moment erg vervelend. Ik zou graag nog eens met Ed Harris, Morgan Freeman of Stellan Skarsgård werken.”

Er gaan vele geruchten over nieuwe projecten van Terry Gilliam, bijvoorbeeld dat hij de nieuwe Harry Potterfilm zou gaan regisseren. Dit is echter niet waar.
“Harry Potter is een commerciële machine. Ik zou net zo goed de nieuwe Bondfilm kunnen doen!” Wel is de regisseur van plan om mee te werken aan een lange animatiefilm van The Gorillaz. “Ze hebben mij betrokken als een soort ‘godfather’, maar ze doen heel erg lang over het script. Het probleem is dat Damon zoveel verschillende dingen aan het doen is. We zien wel wat er gebeurt. Het is een leuke groep mensen en het zal een goed project worden. Het is leuk om te weten dat iemand mijn mening wil!”

Deze samenwerking betekent echter niet dat Terry Gilliam terug wil naar de animatie, het vak waar hij ooit in Monty Python mee begon.
“Het is mijn ultieme terugval-positie, als alle andere dingen falen. Maar op het moment verzet ik me er tegen. Er is bijna teveel animatie op het moment, kijk naar wat Hollywood produceert. Technisch briljant, maar het is steeds dezelfde film. Zo lang ik nog geld kan krijgen om complexere dingen te doen blijf ik films maken.”

Na het interview schuifelt Terry Gilliam, nog steeds met een glimlach op het gezicht, geduldig door naar het volgende interview. Zijn eindeloze stroom grappen en zorgeloze uitstraling geven het vermoeden dat hij een filmmaker is die precies weet waar hij mee bezig is. Toch blijkt bij de publieke Q & A dat het tegendeel waar is.
“Als ik begin met het maken van een film, weet ik precies waar ik mee bezig ben. Maar als ik er echt middenin zit, raak ik verloren. Ik dwaal af in zijsporen die me ook interessant lijken. Op een bewust niveau heb ik geen idee waar ik mee bezig ben, maar terugkijkend weet ik op een onbewust niveau precies wat ik aan het doen ben. Maar door van het pad af te dwalen wordt het interessanter, dan moet je terug zien te komen op het pad. De oplossing die je vindt om terug te komen op het pad is vaak interessanter dan wat je oorspronkelijk geschreven had. Het maken van een film wordt bij mij altijd een soort vreemde en mystieke reis. Ik denk dat ik dat het leukste vind aan film maken, ik verzamel graag mensen om me heen waarmee je hopelijk komt tot het punt dat je allemaal dezelfde film aan het maken bent. Ik vind het steeds prettiger om de controle te verliezen.”

Ga hier naar het overzicht van het festivalverslag.