Woody Allen als goeroe
.
Men neme het recept: een wat zonderlinge vrouw, alleenstaand, begin dertig en – uiteraard! – op zoek naar een man. Een eenvoudige, maar veelbelovende premisse voor een lekkere vrouwenfilm op vrijdagavond. Probleem: het is al duizend keer gedaan. Wel voornamelijk door Hollywood, en dan mag je van de Fransen misschien wel verwachten dat zij hun kont tegen de krib gooien en het totaal anders doen. Het debuut van de Franse regisseur Sophie Lellouche, Paris-Manhattan, is binnen dit hierboven geschetste format helaas geen geslaagde poging.
Dat is meer dan jammer, want de film wekt wel degelijk belangstelling door haar originele introductie en de charmante eigenaardigheden van de hoofdpersoon. Bij aanvang is Alice Ovitz begin twintig. Zij bezit een ruime belangstelling voor boeken en muziek, maar houdt zich echter afzijdig als het om feestjes of kleding gaat. En het belangrijkste: ze slaagt niet in amoureuze pogingen. Tien jaar later is de dus alleenstaande Alice een lieve apotheker geworden, die haar neerslachtige klanten liever geneest met films van Woody Allen dan hen de gewenste antidepressiva te verstrekken.Het geluk van een zus
Woody Allen, een acteur/filmmaker/schrijver/klarinettist/schuinsmarcheerder. Met zijn veelzijdige naam komt dan ook een interessante laag in de film. Zijn filosofie, rijkelijk in zijn films vertegenwoordigd, omlijnt het denken en handelen van Alice. Hij beantwoordt al haar reflecties op haar ervaringen, terwijl hij haar aanstaart vanaf een poster aan de muur. Met die onmiskenbare, tragikomische blik. Voor elke situatie heeft hij een antwoord dat Alice helpt; onverbloemd existentialistisch, neurotisch en psychoanalytisch, maar ook verfrissend, origineel, grappig en hartverwarmend. Denk bij dat laatste aan de beroemde vraag, afkomstig uit zijn evenredig beroemde film Manhattan (1979): ‘Why is life worth living?’
Well…Groucho Marx, to name one thing… and Willie Mays …the second movement of the Jupiter Symphony… and Louis Armstrong´s recording of Potato Head Blues… Swedish movies, naturally… Sentimental Education by Flaubert… Marlon Brando, Frank Sinatra… those incredible Apples and Pears by Cézanne… the crabs at Sam Wo’s… Tracy’s face…
Hoezeer Alice haar ongeluk ook voelt, het zijn deze woorden die haar staande houden als zij toeziet hoe haar zus Helène zielsgelukkig trouwt met Pierre, de man die Alice voor het eerst zag.Behapbare hokjes
De veilige dialoog tussen Parijs en Manhattan raakt verstoord doordat er twee mannen verschijnen: Vincent en Victor. Elk vertegenwoordigen zij een bepaalde beleving van en visie op de liefde. Het is een welbekend verschijnsel: de mannen worden in hokjes gepresenteerd zodat zij begrijpelijk en behapbaar blijven. Hun gesprekken met Alice hebben in de grond best wel wat potentie, ze raken zaken die verder (willen) gaan dan de favoriete kleur. Maar het blijven gesprekken die in de kiem blijven steken. Dialoog is voor film een grote potentiële krachtfactor. Denk bijvoorbeeld ook aan de films van Woody Allen zelf. En mede daarom is het falen ervan in deze film extra betreurenswaardig, want Lellouche valt wel degelijk in haar bedoeling te begrijpen. Het komt echter niet uit de verf. Het blijft steken, alsof de film ineens in tijdsnood kwam.
Zo kabbelt het voort, met soms zeer leuke (met in dit verband een bijzondere vermelding voor Michel Aumont, in de rol van Alice’s vader) en soms zeer flauwe scènes. Uiteindelijk moet Alice, precies zoals het format verwacht, tussen de twee mannen een keuze maken. Dit hoeft zij gelukkig niet alleen te doen – en daarin ligt tevens de grote verassing van de film. Paris-Manhattan is een poging waarin de potentie ligt om het afgeragde eenzame-vrouw-zoekt-man-format te gaan verbreden. Dit is haar verdienste, maar dan wel haar enige.