Film / Achtergrond
special: Noordelijk Film Festival 2013

Plek voor cinefielen?

Is het Noordelijk Film Festival (Leeuwarden, 6-10 november) een plek voor cinefielen of niet? Die vraag wierp zich op tijdens de slotavond, bij een hoogst bijzonder filmevenement dat vooraf werd gegaan aan een dubieuze aankondiging.

Een aanzienlijk deel van het programma bestond dit jaar uit Leeuwarder premières van elders in het land al eerder vertoonde films, voorpremières en doorsnee-arthousewerk. Het vooral uit lokale filmhuisgangers bestaande publiek waardeert dit, waardoor het te prijzen is dat de programmeurs een veel breder blikveld hebben dan deze middenmoot: er werden ook veel, veelzijdige films uit onder andere Scandinavië en Oost-Europa vertoond en Amerikaanse cinema schitterde in afwezigheid.

Relatief interessant

Over de dertien-in-een-dozijnarthouse hoeft weinig te worden gezegd: gekunsteld, schematisch moreel drama (Gnade), een samenraapsel van sleetse biopic-clichés (Waltz for Monica (Monica Z)), geveinsde diepgang (Must Have Been Love (En som deg)) enzovoort—films die vermaken, maar die niemand zich volgend jaar nog herinnert.

Scène uit <em>Avalon</em>

Scène uit Avalon

Uit Scandinavië kwamen ook een paar relatief interessante films: Avalon, een halfpoëtisch — en geniaal gecast — portret van louche, decadente zestigers die een nachtclub openen, en The Almost Man (Mer eller mindre mann), een film die sympathie probeert te wekken voor een aanstaande vader die het kind in zichzelf nog niet is ontgroeid, en de tendens in Scandinavische cinema illustreert dat de machoman op zijn retour is. Deze films zijn verre van perfect, maar zijn in elk geval bedacht en gemaakt met enige persoonlijkheid.

Tweemaal Tabu

Terug naar de slotavond. F. W. Murnau’s laatste film Tabu (1931) werd voorzien van een livebegeleiding door de Amsterdamse band The Anacondas, die vorig jaar op Lowlands voor het eerst werd gepresenteerd en sindsdien hier en daar wordt opgevoerd (zie voor eventuele reprises de site van CineSonic). De film en het concert zouden afzonderlijk beide de toegangsprijs waard zijn geweest, maar de combinatie was briljant: de muziek versterkte de spanning en de melancholie van de film en maakte Tabu nog meeslepender dan hij waarschijnlijk ooit geweest is. Dit was het hoogtepunt van het festival: een evenement bij uitstek voor cinefielen.

Scène uit <em>Tabu</em>

Scène uit Tabu

Naast het bedroevende feit dat er slechts honderd man aanwezig was, volgens de directie ook nog eens omdat de feelbad-hit Kapringen tegelijkertijd werd vertoond, onderstreepte het evenement het schizofrene profiel van het festival op twee manieren. Ten eerste: in de buitengewoon gebrekkige en publieksonvriendelijke programmagids werd geen woord gerept over de duidelijke verwijzingen naar Murnau’s meesterwerk in een andere vertoond cinefiel hoogtepunt, Michel Gomes’ gelijknamige film, die al eerder landelijk in première ging en terecht is geprezen. Waarom werd niemand geprikkeld om beide films te zien en de verbanden te onderzoeken?

Ten tweede: vooraf aan de vertoning werd bekendgemaakt dat de publieksprijs naar Het vonnis ging, door de directeur en programmeurs omschreven als ‘een echte festivalfilm’. In werkelijkheid is Jan Verheyens film bijna het tegenovergestelde: een verzameling rechtbankclichés uit Hollywood in een ‘stijl’ die vroeger laatdunkend zou worden vergeleken met die van de tv-film, en een in bijna absurde mate onrealistisch drama dat moet doorgaan voor een serieuze aanklacht tegen het Belgische rechtssysteem. Dat het publiek zo’n mainstreamproduct aanbidt, legitimeert de programmering ervan wellicht, maar wat zegt deze uitspraak over het Noordelijk Film Festival?

Verrassingen

Scène uit <em>Undress Me</em>

Scène uit Undress Me

De grootste verrassingen waren onderdeel van het korte-filmprogramma. Victor Lindgrens Undress Me (Ta av mig) doet met heel weinig middelen meer voor transseksuelen in de cinema dan de verschillende andere films die werden vertoond over die weinig begrepen seksuele minoriteit: Lindgren toont zonder enige pretenties en met integriteit wat er zou kunnen gebeuren als een Zweedse macho ontdekt dat zijn zoveelste verovering in de kroeg vroeger een jongen was. En Coffee Time (Elvakaffe, Maria Frediksson) is een even waardevolle bijdrage aan het doorbreken van filmtaboes: Maria Fredrikssons film toont een groepje stokoude dames die samen koffie drinken, gebak eten en openhartig keuvelen over seks. Bij de aftiteling zien we oude foto’s van de vrouwen in de gloriedagen van hun sexappeal, en de kijker mag door dit subliem subtiele gebaar zelf de conclusie trekken dat vrouwen op leeftijd misschien wel het meest te zeggen hebben over seks en seksualiteit. Als er twee titels de naam festivalfilm verdienen — korte films zijn immers sowieso geen lang leven beschoren in het collectief filmgeheugen — zijn het deze.