Zoiets verzin je niet
.
DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | Interview Nikolaus Geyrhalter | Interview Prosper de Roos
Inhoud: Burma VJ | Far From the Villages | Hair India | I.O.U.S.A | Milking the Rhino | Phiro | Pizza in Auschwitz | Solo | Yodok Stories
Birma heeft weinig contact met de buitenwereld. Journalisten komen het land niet in, en dus zijn de inwoners die zelf een camera ter hand nemen de enige nieuwsbron voor binnen- en buitenland. Daar is echter veel moed voor nodig, want ze riskeren minimaal een celstraf. In september 2007 gaan de Boeddhistische monniken de straten van Rangoon op om te protesteren tegen het militaristische regime. Deze historische gebeurtenissen worden vastgelegd door een team van cameramensen, die hun materiaal via internet en smokkelaars de grens over sturen. Even is Birma wereldnieuws. De laatste keer dat er openlijk tegen het regime gedemonstreerd werd, is negentien jaar geleden. Toen vielen er 3000 doden. Desondanks leeft er onder de bevolking de hoop dat het deze keer heel anders zal gaan. Juist omdat de Birmese journalisten met goedkope, kleine camera’s werken, staat de kijker erg dicht bij de demonstranten. Aan het einde van de straat staan de militairen al opgesteld, het geweer in aanslag. ‘Wie niet bang is voor de dood, loopt vooraan’, besluit men in de protestmars. Burma VJ is een heftige ervaring. Het is indrukwekkend om de groei van het protest met eigen ogen te aanschouwen en angstwekkend om te wachten op het moment dat het fout gaat. Regisseur Anders Østergaard maakt slim gebruik van de mogelijkheden die de digitale camera hem biedt. Hij spoelt terug, zoomt in, strooit met een voice-over en zet zonodig een telefoongesprek in scène. De ’trucs’ die hij gebruikt om van de illegale fragmenten een levendige film te maken, doen hun werk. De soundtrack zwengelt de spanning nog verder aan, tot het bijna ondraaglijk wordt. Wie het nieuws heeft gevolgd, weet hoe het protest de kop in werd gedrukt. De journalisten doken onder of werden gevangengezet. Wat overblijft is bewondering voor de moedige mensen die de opstand begonnen, en voor hen die verslag deden van wat zich in september afspeelde in hun land. (Marjolein van Trigt)
Terug naar boven
De vrouwen klagen over afhankelijkheid van voedselhulp en gevaren bij het sprokkelen van hout, hun enige bron van inkomsten. De mannen, die zitten thuis. Zij kunnen het kamp niet uit omdat ze buiten het kamp grote kans lopen te worden aangevallen. Het gewone leven staat niet ver van het oorlogsgeweld voor deze mensen die de traumatische gebeurtenissen aan den lijve hebben ervaren. Op sommige momenten word je er stil van, zonder dat de gruwelijkheid de overhand krijgt in deze oorlogsfilm zonder gruwelijke oorlogsbeelden. De kracht van deze documentaire is gelegen in het ‘nu en de nabijheid van realiteit’ die door haast geënsceneerde scènes en rustige beeldmontage steeds dichtbij de kijker blijft. Pas op het laatst, als de camera eindelijk uitzoomt, krijg je echt zicht op de grootschaligheid en reikwijdte van het conflict voor deze overlevenden. (Antoinette van Oort)
Terug naar boven
Terug naar boven Wie struikelt er nu niet over zijn jaarlijkse aangifte? Belasting is eerder een last dan een lust, laat staan dat je het naadje van de kous wilt weten van de schuldenlast van het land waar je woont. Toch is dit de missie van voormalig rijksaccountant David Walker. Met de VS op de rand van de financiële afgrond reizen Walker en zijn collega’s kriskras door het land om overal waar het kan de gewone burger bewust te maken en te activeren. I.O.U.S.A brengt niet alleen de Amerikaanse nationale politiek en de financiële praktijken ervan in kaart, maar zet ook de toekomst van een volgende generatie Amerikanen in een benauwend perspectief. Amerika’s onhoudbare fiscale politiek zal bij die generatie op de stoep staan en de gevolgen voor de belastingbetaler zullen ingrijpend zijn. De gewone Amerikaan, vele kenners en het rondtrekkende team van fiscale kruisvaarders zijn het eens : ‘There is no free lunch‘. Iedereen voelt het immers nu al in de portemonnee, dus is het tijd om te handelen voor het te laat is.
Patrick Creadon weeft gebalanceerd en met chirurgische precisie economische data, archiefbeelden en interviews waarin Amerika’s huidige fiscale ‘meltdown‘ wordt verklaard tot een zeer behapbaar en onderhoudend geheel. De droge kost wordt vertaald op een begrijpelijke manier en er valt genoeg lachen. Met het mediabombardement over de kredietcrisis in het achterhoofd is deze fiscale roadmovie niet alleen een aanrader, maar ook een film waar de gewone Nederlandse belastinghater zich van achter de oren gaat krabben en wellicht wat van opsteekt. (Antoinette van Oort)
Terug naar boven
Over deze cultuuromslag gaat Milking the Rhino. De documentaire reist heen en weer tussen Kenia en Namibië. Hij laat zien dat steeds meer stukken land door de oorspronkelijke inwoners worden bewaakt, zodat ze niet ten prooi vallen aan het vee of de stropers. Dat werkt niet probleemloos. Het gaat er niet bij iedereen in dat de roofdieren in leven moeten worden gehouden, omdat het toerisme een meer betrouwbare inkomstenbron is dan de veehouderij. De spanningen groeien als het heel lang droog blijft in Kenia: de koeien sterven, en toch mag er niet in het nieuwe reservaat gegraasd worden. Dat zou immers ten koste gaan van de mooie plaatjes die de toeristen willen schieten. Milking the Rhino is een inspirerende documentaire die alle voor- en nadelen van de cultuuromslag (iets te) uitgebreid in beeld brengt. De film laat de absurditeiten van het ecotoerisme zien, zoals het wegvegen van bandensporen zodat elke nieuwe toerist kan denken dat hij de eerste is die het gebied bezoekt. Maar Milking the Rhino toont ook aan waarom het ecotoerisme een uitkomst biedt voor de oorspronkelijke bevolking, en natuurlijk voor de in het gebied aanwezige leeuwen, kraanvogels en olifanten. (Marjolein van Trigt)
Terug naar boven
Terug naar boven Een aangrijpende plek, een retourtje naar het verleden en twee liefhebbende maar onwillende kinderen maken deze documentaire uniek, gedurfd en controversieel. Danny Hanoch (74), een overlevende van Auschwitz, heeft eindelijk zijn kinderen Sagi (40) en Miri (38) overtuigd om met hem mee te gaan op zijn reis naar het verleden. De tocht zal voeren langs de vijf kampen waar hij heeft gezeten en eindigen in Auschwitz. Daar wil Danny met zijn kinderen overnachten in de barak waar hij ooit sliep. De reis, die als een wilde expeditie gedraaid is, zet alles op scherp bij iedereen. De zes dagen in een busje, de nachtmerries en frustraties: alles komt boven tafel alsof het reality-tv is. Danny Hanoch is als een jongetje van 70. Hij neemt iedereen op sleeptouw maar ontpopt zich waar het maar kan als een man vol (cynische) humor en zelfspot. Dat is soms teveel voor zijn dochter Miri die ad rem, vol scepsis maar tegelijkertijd vooral zorgelijk over hele gebeuren is en het zo blijft bekijken. Pizza in Auschwitz tart in 52 minuten vooral de gevoelsbeleving van twee generaties (overlevers en kinderen van overlevers), op een manier die licht op de zenuwen werkt. Alleen als je gelooft dat lachen een andere manier is van uiting geven aan verdriet, is Pizza in Auschwitz zonder zeer gemengde gevoelens te verdragen. (Antoinette van Oort)
Terug naar boven Een goed tijdschema maken voor aanvang van het IDFA is heel belangrijk. Solo wordt bij voorkeur aan het begin van de dag gezien. De Australische documentaire over Andrew McAuley, de man die als eerste van Australië naar Nieuw-Zeeland wilde peddelen in een kayak, beklijft dan wel even. De ingrediënten zijn aanwezig: een liefhebbende echtgenote (‘Ik wist dat ik hem niet kon tegenhouden’), een schattig zoontje, verstandige vrienden (‘Als Andy eenmaal iets in zijn hoofd heeft’), een meteoroloog met een raar accent (‘De Stille Oceaan is niet te vertrouwen’), een oranje kayak, een zware storm, een camera aan boord, en een sportieve, op kicks beluste hoofdpersoon die doet waar hij van droomt, ook al verklaart iedereen hem voor gek. Prima gemaakte film, best spannend ook.
Maar wie er al een aantal indringende IDFA-ervaringen op heeft zitten, kan beter niet aan het einde nog even Solo meepakken. Wie gezien heeft hoe de Birmezen met de moed der wanhoop vechten voor hun vrijheid, of hoe de gevluchte Noord-Koreanen in Seoul hun geliefden nooit terug zullen zien, zal weinig ophebben met de ambities van McAuley. Aan de andere kant van de wereld worden mensen gemarteld, en jij gaat vrijwillig bijna een maand in een piepkleine kayak zitten? Je neemt willens en wetens afscheid van dat schattige zoontje van je, ondanks dat de kans levensgroot is dat je hem nooit meer terugziet? Je laat je vrouw in de steek, ook al weet je dat ze niet wil dat je weggaat? Omdat je de eerste wil zijn die de Tasmaanse Zee oversteekt in een kayak? Ja, ammehoela zeg. Ga eens wat doen met je leven. Word vrijwilliger voor Amnesty International of zo. (Marjolein van Trigt)
Terug naar boven
De onorthodoxe aanpak maakt Yodok Stories draaglijk. Ingepakt in vrolijke melodieën en leuke dansjes is de kampterreur net genoeg op afstand om de toeschouwer wel mee te laten voelen, maar niet vol afgrijzen de ogen te doen sluiten. Omdat het Fidyk uiteindelijk niet om de musical te doen is, volgt de film niet het geijkte stramien. Beelden van repetities en de uiteindelijke opvoering worden afgewisseld met de verhalen van de ex-gevangenen en hun belevenissen. Dat maakt de documentaire af en toe wat onoverzichtelijk. Op andere momenten werkt het juist uitstekend: een getuigenis van een ex-gevangene of ex-bewaker wordt gevolgd door een fragment uit de musical, dat het drama op bombastische wijze uitbeeldt. Dan is duidelijk wat Fidyk met Yodok Stories voor ogen heeft. Het is net zoiets als een stripverhaal van de Holocaust maken: in al zijn absurditeit en ontoereikendheid misschien wel het beste wat een kunstenaar de slachtoffers, de daders en de onwetenden kan bieden. (Marjolein van Trigt)
Terug naar boven