Film / Achtergrond
special: Nikolaus Geyrhalter over 7195 km

IDFA 2008

Amsterdam is in tegenstelling tot Wenen druk. Regisseur, producer en cameraman Nikolaus Geyrhalter zegt dat je hier op straat erg moet oppassen. Veel verkeer, veel jonge mensen en de bakfietsen zijn cool. In Wenen zie je vooral grijs haar en heeft alles een tragere pas. Dat verschil is hem het meest opgevallen sinds hij zondag voor het festival arriveerde. 8WEEKLY ontmoet hem in Tuchinsky, waar hij zojuist een inleiding heeft gegeven bij de vertoning van zijn film Elsewhere (2001).

De Oostenrijker is hier om zijn nieuwe film 7195 km, die hij de afgelopen twee jaar maakte, te presenteren. De titel verwijst naar de afstand van de rally Parijs-Dakar die in januari 2007 werd verreden. Geyrhalter volgt dezelfde route maar bekijkt die vanuit een totaal ander perspectief. Behalve op het documentairefestival in Toronto heeft de film nog nergens gedraaid. Het IDFA heeft de Europese première.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | Interview Nikolaus Geyrhalter | Interview Prosper de Roos

Waarom dit onderwerp?

Ik kies altijd onderwerpen die me interesseren, en dit was interessant omdat de rally populair is en er veel geld in omgaat. Maar wat me vooral intrigeerde was dat we zo een beweging konden volgen. De track van de naar het zuiden razende Europeanen met hun ideeën over Afrika en aan de andere kant de Afrikanen, die met hun beelden en ideeën over Europa graag naar het Noorden willen. Met de rally als vehikel wil ik de over Afrika bestaande gefabriceerde beelden die ons door de media worden voorgeschoteld ontkrachten, en ergens in het midden van de film is dan symbolisch de ontmoeting.

We hadden een aantal richtlijnen die we belangrijk vonden, we wilden geen extreme armoede of clichés — arm, gevaarlijk en zwart — laten zien. Dat waren onze ethische richtlijnen, en zo hadden we er nog een paar. We wilden de route en tijdlijn van de rally volgen. In twee gevallen is dat bij de route niet helemaal gelukt en moesten we een beetje afwijken. Verder wilden we de mensen op ooghoogte en respectvol aan het woord laten. Voor mij is dat belangrijk. Dat is in onze cultuur wat makkelijker omdat mensen hier camerabewuster zijn, dus soms hebben we dat een beetje geënsceneerd. Als mensen dus schrikken van de normale manier waarop we de personages in beeld brengen, dan juich ik dat alleen maar toe.

Hoeveel uren materiaal heb je gedraaid?

Heel veel, om eerlijk te zijn. Het was uitputtend. We moesten snel draaien want ‘moving time was real-time‘. We waren constant onderweg en nooit ergens langer dan twee dagen. Rijden, kampement maken, draaien en elke avond kijken of het materiaal bruikbaar was zodat we wel of niet door konden. Gelukkig hadden we lokale teams in alle landen, naast een vaste crew, met een productiemanager, geluidsmensen, een chauffeur annex kok, enzovoort. Alles bij elkaar was het een hele karavaan met de daarbij komende logistiek. Dat had voor- en nadelen: we waren daardoor langzamer maar ook completer en intensiever. Terwijl wij bijvoorbeeld ergens een interview draaiden was de fotograaf, die mee was om een boek van de reis te maken, ergens anders bezig. Die kwam dan weer met tips, en zo gold dat voor iedereen. We stonden open voor alles, dus in die zin was het steeds een grote kruisbestuiving met zoveel meer open ogen. Zo hebben de vertalers — op een paar algemene vragen na — zelf de interviews gedaan. Ze wisten dat het ons vooral interesseerde wat de mensen vertelden en hoe ze dachten over de media en Europa. Naar eigen inzicht vroegen ze dan daarop door. We hebben heel veel mensen geïnterviewd en vooraf geen selectie gemaakt, pas in de montage hebben we gekozen.

De shot waar een ezel op een op een treincontainer wordt gehesen, de silhouetten van de veehoeders in de ondergaande zon, het tempo, de kadrering, de beeldmontage, het lijkt haast wel of elk beeld een boodschap meedraagt.

(Lacht…) Ja, die scène lijkt haast wel een scène uit de ark van Noach. Maar ik wil het publiek juist aanmoedigen dat zelf te ontdekken en zelf na te denken. Hen zelf tussen de regels door laten lezen, dan begrijp je het wel.

Er zijn veel scènes en beelden van landschappen en mensen met een haast religieuze ondertoon.

Ja maar het is een gebroken religie. Door het gebruik van cinemascope valt het allemaal samen. Ik wilde niet de voorgekookte standaardbeelden maken, daarom zijn bijvoorbeeld de ‘tracks‘ steeds te zien. Zelfs in Mali, waar we zes maanden later na de race en na regen waren. Wat ik ook niet wilde was dat mensen op het verkeerde been werden gezet bij het horen van het woord Allah. In onze perceptie staat Allah vaak voor gevaarlijk en heeft het woord Allah een negatieve bijsmaak. Maar in de de Islamitische wereld is dat anders en staat het geloof nu eenmaal dichterbij de mensen. Om het publiek niet op een verkeerde manier te beïnvloeden is Allah daarom ook steeds vertaald als God. Het staat voor wat ze geloven. In God, dezelfde als die wij kennen. Die beslissing heb ik pas later, tijdens het ondertitelen genomen.

En de montage?

We zijn vanaf nul gestart, ik werk al vijftien jaar goed samen met Wolfgang Widerhofer en hij maakt eerst van het materiaal zijn eigen interpretatie. Dan gaan we samen gaan zitten. Soms zie ik dingen over het hoofd die hij ziet en andersom, maar ik heb groot vertrouwen in hem. Zijn stem is belangrijk. Natuurlijk is er discussie maar eigenlijk nodig ik iedereen uit mee te denken. Ik wil graag dat iedereen zegt wat ze denken, met ideeën voor vragen komt of een andere bijdrage levert. Ik vraag iedereen om bij te dragen aan de inhoud, ook als dat buiten hun professie omgaat. Van vertalers tot de geluidsman, het maakt me niet uit. Ik ben niet bang. Hoe meer hersens hoe beter, het is goed voor de motivatie en het is goed voor de film. Ik sta niet aan de top, ik ben gewoon deel van de groep.

Scène uit 7195 km

Scène uit 7195 km

Ik ben ook niet bang iets te verliezen, want mijn handtekening is er visueel toch wel. Door mijn fotografische achtergrond zijn mijn films zoals ze zijn en dat is herkenbaar voor iedereen. De meeste documentaires vind ik te snel, te lawaaierig en te druk. Mijn stijl van filmen is anders. Dat maakt het weliswaar moeilijker te concurreren, maar aan de andere kant valt mijn stijl ook meer op. Het publiek is dan ook vaak opgelucht dat ze zelf mogen kijken en niet na vijf minuten al bekaf zijn van alles wat er over ze heen komt. Op mijn films zijn eigenlijk maar twee reacties: nee of ja. Mensen vinden het te lang, te saai en zonder boodschap, of ze vinden het mooi. Ik maak mijn films voor de ja-zeggers. Als ik achter de nee-zeggers aan zou gaan jagen zou de film voor niemand meer wat waard zijn. Ik doe het gewoon op mijn manier en meestal komt het publiek uit zichzelf.

Ik maak nu eenmaal films die maken dat mensen zich dingen afvragen, simpeler maken zou dan een leugen zijn. Ik maak films over onderwerpen waar ik nieuwsgierig naar ben, waar ik wat van kan leren. Dat heb ik altijd gedaan, toen ik geen geld had maakte ik films die geen geld kosten en reed ik in de winter op een sneeuwschuiver, maar ik draaide. Ik hou van machines en manuele arbeid. Gewoon met de benen op de grond te staan. Werk doen waar anderen hun dagelijks brood mee verdienen houd je als filmmaker fris, nu doe ik dat nog steeds voor mijn plezier. Als filmmaker moet je weten hoe moeilijk het soms kan zijn om ‘gewoon te werken’. Maar in het begin was het niet gemakkelijk, want er zijn niet zoveel financiële bronnen. Ik heb geluk gehad, en nu ben ik een beetje een soort ‘instituut’. Dat maakt het eenvoudiger. Meestal worden mijn films alleen binnen Europa vertoond, maar de vorige film Our Daily Bread (2005) heeft ook in de VS gedraaid. Dit is natuurlijk vooral een Europees-Afrikaans onderwerp, dus of hij daar uit komt weet ik niet. Dat regel ik verder ook niet.

Denk je dat je erin geslaagd bent de ‘stem van Afrika’ te laten horen? De mensen die aan het woord zijn, zijn authentiek en allemaal uniek.

Nee, dat kan niet want er is geen ‘voice of Africa’. Maar ik denk wel dat ik dichtbij het karakter van de mensen die we hebben gekozen kom. Ik heb de film voor Europa gemaakt, want hier wil ik wat veranderen. Ik wil actief bezig zijn in de omgeving die ik ken. Als filmmaker heb ik in Afrika daarom dingen onderzocht maar ik ben en blijf Europeaan. Mijn volgende project zal waarschijnlijk binnen Europa zijn, maar het is nog veel te vroeg om daarover te praten.

Het werk is een groot deel van mijn leven, maar onderweg zijn is ook een grote verantwoordelijkheid. Iedereen heeft een familie thuis en zeker in Afrika spookt dat toch vaak door je hoofd. Met zoveel mensen maak je je toch zorgen dat er niks gebeurt, want je wilt dat al die mensen heelhuids thuiskomen en ook tevreden zijn. We zijn heel voorzichtig geweest en er is gelukkig niets gebeurd. Maar toch. Als je dat later zou evalueren is het altijd dom en het niet waard.

Ben je blij met de film nu het klaar is?

Ik ben tevreden met de reacties. Met de film ben ik voor 80 tot 90% tevreden, er zijn een paar dingen waar ik meer van verwacht had. Achteraf hadden we misschien toch minder mensen moeten interviewen en diepgaander, maar doordat we altijd onderweg waren kon het niet anders. Nu krijgen ze veel, iets teveel, gewicht in de film. Toch ben ik tevreden. Mij heeft altijd voor ogen gestaan om via een Europees onderwerp dichterbij de mensen, hun familie, hun leven en uiteindelijk de wens om te emigreren te komen. Waar je ook komt in Afrika, iedereen kent wel iemand die het geprobeerd heeft. Die bijvoorbeeld een neef in Italië heeft, terwijl mensen weten dat de kans om Europa te halen maar heel klein is.

Nu hebben we nog de macht om hekken te bouwen maar dat gaat in de toekomst veranderen. Met onze economie in een neerwaartse spiraal, te weinig kinderen en de toeslaande vergrijzing. Ook door heel Afrika heen heb ik steeds gehoord dat dat gaat veranderen. Mensen zeggen: ‘de toekomstige generatie komt, of als vrienden of anders met geweld’. Het is ook onze verantwoordelijkheid, en Europa zou zich druk moeten maken over haar relatie met Afrika. Als we nu zouden reageren zouden er zeker mensen komen, maar lang niet zoveel als waar we bang voor zijn. Dat kost ons geld maar het levert ook wat op. Ik ben er niet optimistisch over. Het is nu eenmaal makkelijker een stuk brood te delen dan het zwembad in de achtertuin.

To have a moral and respect‘, die boodschap mag de kijker zelf tussen de regels door in mijn film ontdekken.

Even daarna, of de duvel ermee speelt, ontdekt de sympathieke Geyrhalter met zijn fotografisch oog in het chique Tuchinski een wel heel erg Amsterdamse overwinterende immigrant. Lang voordat ik er erg in heb heeft hij op het dure hoogpolige tapijt een voorbijrazende muis gespot.