Film / Achtergrond
special: Het 34ste International Film Festival Rotterdam

IFFR 2005 – deel 3

.

Overzicht verslag IFFR 2005

In dit artikel:
La nuit de la vérité
|
La fausse suivante
|
La mort du jeune aviateur Anglais
|
Hawaii, Oslo
|
The World
|
Zwarte zwanen
|
Brothers
|
Two Syllables Behind
|
La niña santa

La nuit de la vérité

(Fanta Régina Nacro • Frankrijk/Burkina Faso, 2004)

~

Schubben. Net als een python. Dat hebben de Nayak volgens dorpsgek Tomoto op hun armen. Wild gebarend trakteert hij een groepje kokende vrouwen op zijn verhalen over deze slang-mensen. Deze ‘monsters’ zijn echter leden van een rivaliserende clan. En voor deze ‘monsters’ staan de vrouwen te koken. Een feestmaal om de vrede te vieren na een jarenlange burgeroorlog. Feilloos legt de debuterende regisseuse Fanta Nacro met deze scène uit La nuit de la vérité de vinger op de zere plek. Hij illustreert met welke problemen veel Afrikaanse samenlevingen na genocide en burgeroorlog kampen. Hier moeten de Nayak, na jarenlang als monsters te zijn afgeschilderd, opeens onthaald worden als vrienden. Moet je vergeven of vergeten? En hoe moet dat als je bloedeigen zoon gruwelijk is afgeslacht door de mensen met wie je aan tafel zit? Alles tijdens de maaltijd krijgt daardoor een benauwende extra lading. Een nieuwe explosie van geweld hangt voortdurend in de lucht. Een drum, een dorpsgek: alles kan het wankele evenwicht verbreken. Door La nuit de la vérité word je meegezogen in een maatschappij waar angst en wantrouwen regeren. Het is daarmee een gruwelijke, maar vooral heel intense kijkervaring. (Floortje Smit)

La fausse suivante

(Benoit Jaquot • Frankrijk, 1999)

~

Regisseur Jaquot zelf was het niet eens met de vertoning van deze film tijdens zijn oeuvre-overzicht op het IFFR. Hij vond de bewerking van het boek van De Marivaux een te zware kluif voor een niet-Franstalig publiek. En toegegeven, het is een kluif. De Engelse ondertiteling schiet al per definitie tekort voor het oneindig complexe 18e-eeuwse Frans, en houdt bovendien het tempo maar nauwelijks bij. Het verhaal wordt opgevoerd als een toneelstuk – als bij toeval gespeeld door vijf acteurs in een leeg theater – en leunt dus zwaar op de dialogen. Voeg daarbij de traditionele kostuums met strikken en kwikken plus wat intriges rond een graaf, een gravin, een als man vermomde gravin en twee bedienden, en je zou toch gillend weglopen? Ik ben blijven zitten. Het geheel heeft zoveel vaart en raffinement dat je er ademloos van wordt. De acteurs, waaronder Isabelle Huppert, spelen de pannen van het dak. Ondanks de vele filmische elementen die toegevoegd worden aan het toneelstuk, laat Jaquot je geen moment vergeten – wat film meestal wel graag wil – dat je naar een spel zit te kijken. En toch word je gegrepen. Een gelukkig huwelijk tussen film en theater, heel bijzonder. (Ellen op de Weegh)

La mort du jeune aviateur Anglais

(Benoit Jaquot • Frankrijk, 1993)

Vlak voor haar dood vroeg Marguerite Duras aan haar vriend en regisseur Jaquot om haar te helpen met het maken van een film. In het kleine dorp Trouville had ze naast de dorpskerk een graf ontdekt van een in de oorlog gesneuvelde Engelse piloot. Nadat de dorpelingen het lichaam van de onbekende 20-jarige jongen uit het vliegtuig hadden bevrijd, werd hij met zorg begraven op een bijzondere plek. Ieder jaar werd er een ceremonie gehouden voor deze verloren zoon, en altijd waren er bloemen op zijn graf. De film is een getuigenis van deze wonderlijke geschiedenis. Duras’ stem leidt het oog van de camera, we zien het graf, de kleine kerk, de bomen en de horizon in de verte. We horen hoe ze het verhaal vertelt, en onderzoekt waarom het haar zo raakt. “Niet echt een verhaal,” zegt ze zelf, “ik heb niets in mijn handen.” Wel een moedig onderzoek, aan het einde van haar eigen leven, naar verlies, sterfelijkheid en mededogen. Soms wat raadselachtig en ontoegankelijk misschien, maar op een bijzondere manier ontroerend. (Ellen op de Weegh)

Hawaii, Oslo

(Erik Poppe • Noorwegen, 2004)

Lees hier het interview dat we met regisseur Erik Poppe hadden

~

Op een broeierige zomeravond in Oslo wordt een man aangereden door een ambulance. Al snel verzamelt zich om het slachtoffer een groep omstanders; mensen die meer met elkaar te maken blijken te hebben dan je op het eerste gezicht zou denken. Het is alweer een kleine zeven jaar geleden sinds de Noorse regisseur Erik Poppe een flink aantal prijzen in de wacht sleepte met zijn debuutfilm Schpaa. Maar, al liet zijn tweede film een tijdje op zich wachten, het resultaat is zonder meer de moeite waard. Vijf verhaallijnen zitten er in Hawaii, Oslo. Verhaallijnen die gaandeweg steeds dichter bij elkaar komen. De symboliek ligt er zo nu en dan wat dik bovenop, maar Poppe heeft precies de grens gevonden van het toelaatbare. Nergens worden de verwijzingen en toevalligheden vermoeiend; ze zetten eerder aan tot nadenken, een beschouwing over iets groters dan het ‘gewone’ leven op aarde. De acteurs krijgen stuk voor stuk de ruimte om te schitteren. Of liever gezegd, om een echt persoon neer te zetten. En zelfs al blijven sommige vragen onbeantwoord (want wat doet Leon eigenlijk in een inrichting? En waarom is Bobbie-Pop suicidaal?), het versterkt alleen de indruk die de film achterlaat van een momentopname. Hawaii, Oslo is ‘slechts’ het verhaal van een paar mensen, van één dag in een grote stad. (Marije Sietsma)

The World (Shi jie)

(Jia Zhang-ke • China/Japan/Frankrijk, 2004)

~

“Zie de wereld zonder Beijing te verlaten!” Dat is de jubelende slogan van attractiepark World Park. Werkneemster Tao (Zhao Tao) is de ene dag een stewardess, de volgende een indiase danseres. Ze wandelt in vijf minuten van Egyptische pyramides naar Londen Bridge. Omdat een paspoort in China een statussymbool is, is dit de wereld zoals Tao hem zal zien. The World van regisseur Jia Zhang-ke volgt de levens van Tao en haar collega’s. Zo levensecht als de inwoners zijn, met hun twijfel, ruzietjes en problemen, zo kitsch is hun omgeving, met de Twin Towers (“wij hebben ze nog wèl”) en de toren van pizza. Een interessant contrast. Het dwingt je de onderlinge verhoudingen ook op die manier te bekijken. Wat is echt en wat is namaak? De spanning ligt in onderlinge relaties en de karakterschets van deze Chinese generatie. Regisseur Jia Zhang-ke lijkt halverwege echter te schrikken van het gebrek aan drama. Naarmate de film vordert maakt het kleine leed steeds vaker plaats voor grote gebeurtenissen, zoals een sterfgeval en een bruiloft. Eeuwig zonde. Het geeft de film geen meerwaarde en hij duurt daardoor zelfs een half uur te lang. (Floortje Smit)

Zwarte zwanen

(Collette Bothof • Nederland, 2005)

~

Zonder ondersteunende muziek is een film vaak erg kaal. Minder spannend, minder emotie en vooral: minder af. Regisseuse Collette Bothof heeft dit buitengewoon goed begrepen. In haar film Zwarte zwanen speelt de soundtrack dan ook een belangrijke rol. Veel dialoog is er niet tussen de hoofdpersonen; de muziek zegt genoeg. De film draait om twee geliefden, Marleen en Vince. Vanaf hun eerste ontmoeting op het Spaanse strand zijn ze onafscheidelijk; hun liefde is allesomvattend en bijna angstaanjagend intens. Toch kost het Marleen moeite om te geloven dat hij net zoveel van haar houdt als zij van hem. Zowel het acteerwerk van Carice van Houten als dat van Dragan Bakema is zonder meer geweldig. Hun liefde, maar ook hun onmacht om los te komen van elkaar, wordt prachtig in beeld gebracht. Een gevoel dat nog eens versterkt wordt door het decor van een desolaat Spaans strand. Zwarte zwanen is zeker de moeite van het kijken waard. Het ietwat dramatische einde (vooral het moment waarop de zon achter de wolken verdwijnt) is Bothof dan ook ruimschoots vergeven. (Marije Sietsma)

Brothers (Brodre)

(Susanne Bier • Denemarken, 2004)

~

Zomaar opschrijven wat dit voor film is, is makkelijker gezegd dan gedaan. Indrukwekend, intimiderend bijna. In sommige films zitten momenten waar je liever niet naar kijkt, bijvoorbeeld het afsnijden van een pink in Zwarte zwanen. Hoe ongemakkelijk je gevoel ook is bij het zien van dit soort scènes, het haalt het niet bij de weerzin die je voelt wanneer de hoofdpersoon Michael uit Brothers wordt gedwongen zijn medegevangene om het leven te brengen met een metalen staaf. Het is lang geleden dat het zweet me zo dik in mijn handen stond bij het kijken naar een film. Michael, een majoor in het leger, en Sarah hebben hun leven prima op orde. Twee kinderen, een fijn huis en bovenal: ze hebben elkaar. Hun bestaan wordt overhoop gegooid wanneer het vliegtuig waarin Michael zich bevindt, in Afghanistan explodeert. Terwijl thuis iedereen na zijn begrafenis de draad weer probeert op te pakken, blijkt Michael toch nog in leven te zijn; als gevangene. Het gezin wordt uiteindelijk herenigd, maar niets is meer zoals het vroeger was. Met Brothers heeft Susanne Bier een film gemaakt die inslaat als een bom. (Marije Sietsma)

Two Syllables Behind (O dve slabiky pozadu)

(Katarina Sulajova • Slowakije/Tsjechië, 2004)

~

Vrijwel iedereen kent wel zo’n moment in zijn of haar leven, zo’n periode waarin je er alles voor over zou hebben om te weten wat je met jezelf aan moet. Dat je eindelijk wéét wat je precies wilt. Een goede studie, of toch maar gaan voor het snelle geld? Een veilig leven met een goedaardige partner, of toch liever een uitdagender leven in een ander land met onbeperkte mogelijkheden? Ook Zuzanna, de twintigjarige hoofdrolspeelster uit Two Syllables Behind staat op dit punt. Ze studeert kunstgeschiedenis, maar vult haar tijd vooral in de studio om televisieseries na te synchroniseren. Ze is op zoek naar een betere invulling van haar leven, maar wat ze ook doet, haar leven wordt er niet echt beter van. Zuzanna doet niet anders dan heen en weer rennen (zowel letterlijk als figuurlijk) en mensen aan het lijntje houden. Alles draait alleen om Zuzanna. Mede daardoor is het moeilijk sympathie voor haar op te brengen. Hoewel de film best aardige momenten kent, is de overheersende toon vooral nerveus en springerig. Een toon die in principe prima aansluit bij het verhaal, maar tegelijkertijd ook vaak net de grens overschrijdt en ronduit vermoeiend en irritant wordt. (Marije Sietsma)

La niña santa

(Lucrecia Martel • Argentinië/Spanje/Italië, 2004)

~

Langzaam schuifelt hij naar voren. Behoedzaam drukt hij zijn heup tegen haar billen in het rokje van haar schooluniform. De eerste paniek in haar – normaal bijna stuurse – blik maakt plaats voor iets peinzends. Is dit dan de goddelijke passie waar zij op de meisjesschool over leert? En wat is dan haar roeping? La niña santa is een film over seksualiteit en de onlosmakelijk verbonden hypocrisie. Alles in de omgeving van het schoolmeisje Amalia is broeierig. De bijbellessen over passie en devotie, waar tegelijkertijd geroddeld wordt over de amoureuze escapades van de jonge lerares. Het ranzig-foute jaren zeventig hotel waar Amalia woont en waar een invasie van hitsige oudere artsen de kamers bevolkt vanwege een congres. De wulpse en toch ingetogen lippen van dokter Jano die met Amalia’s moeder flirt èn stiekem tegen het meisje aanrijdt. Met een bijzondere kadrering geeft regisseuse Lucrecia Martel normale dingen een seksuele lading. De camera vangt details: een anonieme naakte rug, de verdwaalde haren in een nek. Impliciet, subtiel en daarmee vele malen erotischer dan de expliciete seks die ook op het festival te vinden is. (Floortje Smit)