Film / Achtergrond
special: Film Festival Breda 2011

Deel 3

Het laatste deel van ons verslag, met nog eens zes speelfilms.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3

Inhoud: Belle Épine | Jo for Jonathan | The Imperialists Are Still Alive! | Small Town Murder Songs | Putty Hill | Barney’s Version

~

Rebecca Zlotowski’s zelfverzekerde debuut is een tijdscapsule naar het Frankrijk van eind jaren zeventig. De film is een coming-of-agedrama dat wordt gedragen door het voorzichtige spel van Léa Seydoux als de getroubleerde tiener Prudence. Na het overlijden van haar moeder lijkt zij emotioneel verdoofd te zijn. Zij heeft maar sporadisch contact met haar zus en haar vader verblijft in het buitenland. Als vlucht uit haar eenzame bestaan trekt ze op met een vriendin die steelt en in een subcultuur zit van motorrijders. Zlotowski contrasteert deze onderwereld van illegale motorraces met het joodse milieu van Prudence. Belle Épine doet denken aan de portretten van Maurice Pialat zoals À nos amours. Het camerawerk van George Lechaptois ademt een nostalgische sfeer uit die goed wordt aangevuld door een sterke soundtrack. Seydoux imponeert ook als Prudence. De film verrast minder in zijn narratieve verloop en doet denken aan vergelijkbare films over jongeren op weg naar volwassenheid. Toch is Zlotowski een regisseuse om in de gaten te houden. (George Vermij)
Terug naar boven

~

Rouwverwerking was een veelvoorkomend thema in de films die te zien waren in Breda. Het onderwerp kwam terug in Rabbit Hole, Putty Hill, Belle épine en in het Canadese Jo for Jonathan. Die laatste film is een realistisch portret van de puber Jonathan die een doelloos leven leidt in het Franssprekende deel van Canada. Zijn enige passie is het rijden in illegale straatraces in de auto van zijn broer. Jonathan bewondert hem, maar als zijn broer het slachtoffer wordt van een auto-ongeluk stort zijn wereld in. Regisseur Maxime Giroux gebruikt lange registrerende shots en een sober kleurgebruik. De werkelijkheid wordt op momenten vervreemdend in beeld gebracht en voorzien van een dromerige soundtrack. De acteurs komen naturalistisch over, waardoor je vermoedt dat Giroux ze van de straat heeft geplukt. De film mist echter karakterontwikkeling. De relatie tussen de broers is niet goed uitgewerkt en Giroux denkt dat lange shots van de emotioneel verdoofde hoofdpersoon genoeg zijn om empathie te scheppen. Deze methode komt voorspelbaar over als je al meerdere arthousefilms hebt gezien. Binnen dat genre weet Giroux zich aan de regels te houden, zonder er uit te springen. (George Vermij)
Terug naar boven

~

The Imperialists Are Still Alive! is een rake satire op de New Yorkse hipster- en kunstscene met een grappige Élodie Bouchez in de hoofdrol. Bouchez viel in de jaren negentig op in Les roseaux sauvages en La vie rêvée des anges. In The Imperialists Are Still Alive! toont zij dat zij ook prima komische rollen kan spelen. De film opent met een naaktshot van de hoofdpersoon, de kunstenares Asya. Om haar gezicht is een PLO-sjaal gewikkeld en ze houdt een wapen vast. Het shot blijkt onderdeel van een fotoserie die lijkt op een makkelijk aftreksel van de werken van Shirin Neshat. Asya leeft als een kosmopoliete jetsetter in New York en gaat feesten af met modellen. Ze moet dan vaak uitleggen dat zij half Palestijns en half Bosnisch is, maar dat ze wel uit Parijs komt. Als een vriend van haar wordt aangehouden op een vliegveld en vervolgens wordt gedetineerd, ontstaan er barsten in haar wereldbeeld. Regisseuse Zeina Durra toont hoe kunstenaars en bannelingen zich profileren als politieke rebellen of kritische denkers, maar in hun lifestyle deel uitmaken van de modieuze elite van het systeem dat zij bestrijden. Durra weet die spanning tastbaar te maken in droge en humoristische scènes, zoals wanneer ze Asya’s leven contrasteert met de werkelijkheid van armere migranten zoals haar huishoudster. Net als zij is Asya ook een vreemdeling met het verschil dat Asya de luxe heeft om haar identiteit als een interessant etiket te verkopen. De film is daarmee vrij uniek als een kritische en vermakelijke visie op de tegenstrijdigheden van het multiculturalisme, gemaakt door iemand die het milieu kent. (George Vermij)
Terug naar boven

~

Een Mennonietengemeenschap in Ontario (Canada) wordt opgeschrikt door de moord op een jonge vrouw. Politieagent Walt (Peter Stormare, Fargo) moet de zaak onderzoeken. Hoewel hij zijn leven keurig op orde lijkt te hebben, met een goede baan en een lieve vrouw, blijkt hij over een duister verleden te beschikken. Naarmate het onderzoek vordert steekt Walts verleden de kop op en moet hij steeds meer moeite doen om zijn ontvlambaarheid in te tomen.

Ed Gass-Donnelly regisseerde de film en schreef het script. Small Town Murder Songs is prachtig geschoten, met veel aandacht voor het rustieke landschap dat Ontario siert. Maar die rustiek is slechts schijn: onderliggend broeit er van alles en er heerst een constante duistere spanning. Een spanning die zichtbaar is binnen de gesloten gemeenschap, maar ook binnen Walt: beelden uit het verleden tonen een explosieve man, maar wat er precies gebeurd is wordt opengelaten. De rauwe en bezwerende soundtrack van Bruce Peninsula en de indeling in hoofdstukken met Bijbels aandoende titels versterken de sfeer van de film. Peter Stormare krijgt als Walt alle ruimte om te schitteren, waarmee de film vooral dient als karakterstudie van een mysterieus man die achtervolgd wordt door zijn verleden. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

~

Putty Hill is een film die zwaar beïnvloed is door Harmony Korines Gummo. Regisseur Matthew Porterfield filmt mensen in een arm Amerikaans dorp op een documentaireachtige wijze. Zo interviewt hij ex-gedetineerden, skatende jongeren en tienermeisjes. Toch is Putty Hill geen documentaire en zijn alle scènes gespeeld. Als een rode draad wordt de plotselinge dood van een jongen gebruikt, waar de verschillende personages op reageren. Porterfield geeft zo een beeld van de onderkant van Amerika, waar drugsgebruik en geweld dagelijkse zaken zijn. Ondanks zijn oprechtheid overtuigt de film niet helemaal. Dat komt vooral door de vele portretten die er al gemaakt zijn van soortgelijke milieu’s, zoals Gummo, maar ook Paranoid Park en in de films van Larry Clark. Putty Hill mist ook het surrealisme en de humor van Gummo en kabbelt voort zonder je altijd even geboeid te houden. Een hoogtepunt vormt wel een emotionele rouwdienst die levensecht lijkt. Porterfield had zijn film beter kunnen structureren waardoor Putty Hill aan kracht had gewonnen. (George Vermij)
Terug naar boven

~

Barney Panofsky is een succesvol tv-producent, fervent whiskydrinker en roker en is drie keer getrouwd geweest. Maar hij is ook een egoïste zak. Hij is zo’n man die midden in de nacht de nieuwe echtgenoot van zijn ex-vrouw belt en zegt dat hij nog foto’s van haar heeft toen ze nog mooi was. Via flashbacks, die in chronologische tijdsvolgorde door het heden lopen, blikt Barney terug op zijn leven. Zo wordt de kijker getuige van zijn grote liefde, zijn derde vrouw Miriam, op wie Barney tijdens zijn bruiloft met zijn tweede echtgenote halsoverkop verliefd wordt. Na een misstap van Barney is het huwelijk met Miriam over, maar hij doet alles om haar terug te winnen, ondanks het feit dat ze hertrouwd is. Ook de vermissing van Barney’s beste vriend Boogie speelt een grote rol in de film. Barney wordt verdacht van moord, maar omdat Boogie nooit is gevonden is hij nog op vrije voeten. En tot slot de diagnose Alzheimer, waarmee Barney zijn laatste jaren moet slijten. Er rest hem nog een wens en dat is de liefde van Miriam te herwinnen.

Barney’s Version is gebaseerd op het gelijknamige boek van Mordecai Richler. De Canadese regisseur Richard J. Lewis (vooral bekend van tv-series) heeft voor de verfilming grote namen binnengehaald, waaronder Paul Giamatti en Dustin Hoffman. Giamatti zet als Barney een overtuigende maar ook getypecaste rol neer. In American Splendor en Sideways liet Giamatti ook al zien dat hij goed een knorrige en verbitterde man met een gouden hart kan spelen. Dustin Hoffman gaat met verve los als excentrieke Joodse vader en voormalig politieagent. De andere rollen zijn minder interessant. Vooral Minnie Driver voegt weinig toe als tweede echtgenote en verwende bitch, en Rosamund Pike is wat vlak als Miriam. Barney’s Version is een tragikomedie, maar het drama krijgt al snel de overhand. Naar het einde toe neigt de film zelfs naar melodrama, compleet met zwaar aangezette strijkers. Het scenario is niet altijd even goed uitgewerkt, maar de film weet door Giamatti’s integere spel overeind te blijven en te ontroeren.(Suzan Groothuis)
Terug naar boven