Film / Achtergrond
special: Een debat over Episode III - 'Enjoy Poverty'

Pamflet tegen de valse hoop

Of we zijn film geen film willen noemen, maar een ‘groepstentoonstelling’, verzoekt kunstenaar Renzo Martens via gespreksleider Pieter Hilhorst het publiek voor aanvang van Episode III – ‘Enjoy Poverty’. Hier is een pretentieuze kunstenaar aan het woord. Het is gelukkig maar één van de rollen die Martens zich voor de film aanmeet.

Episode III – ‘Enjoy Poverty’ is het tweede deel in een serie van films waarin Martens hedendaagse beeldconventies onderzoekt. In dit geval legt hij het systeem achter de armoede in Congo bloot. Hij toont aan dat armoede een industrie op zich is geworden, waar iedereen van profiteert behalve de armen zelf.

Regisseur in verschillende rollen

~

In zijn rollen als kunstenaar, reporter, naïeve reiziger, weldoener, missionaris en cursusleider schetst Martens een verwarrend, soms grappig en vaak afgrijselijk beeld van de armoede-industrie. Wat Enjoy Poverty zo sterk maakt is dat hij laat zien dat wij – het Westerse publiek – geen buitenstaanders zijn, maar deel uitmaken van het proces dat de armoede in stand houdt.

De cursusleider Martens heeft een op het oog nobel doel: hij leert plaatselijke bruiloftsfotografen dat ze veel meer geld kunnen verdienen door ellende te fotograferen. Een medewerker van Artsen Zonder Grenzen weigert hen echter de toegang tot het ziekenhuis, met als argument dat hij zijn patiënten niet wenst te exploiteren. Dat buitenlandse fotografen wel in het ziekenhuis mogen fotograferen ligt anders, zo verklaart hij: dat gaat niet om geld, maar om communicatie. Martens vertelt zijn cursisten dat ze de hoop op een nieuwe carrière moeten opgeven. Teleurgesteld druipen ze af. Als kijker voel je je in de maling genomen: wist Martens altijd al dat het plan geen kans van slagen had? Heeft hij hen gewoon gebruikt voor zijn film?

~

De kunstenaar Martens trekt van dorp tot dorp met een installatie bestaande uit neonletters, die samen de tekst ‘Enjoy Poverty‘ vormen. In eerste instantie lijkt de tekst vooral voor ons bedoelt: wij profiteren immers van het feit dat koffiebonenplukkers (om maar een voorbeeld te noemen) veel te weinig betaald krijgen. Maar Martens blijkt ook een soort Boeddhistische levenswijsheid aan zijn kunstwerk te koppelen. Hij legt de dorpsbewoners uit dat ze niet moeten wanhopen over hun situatie, want er gaat toch niets aan veranderen. De armen zullen altijd arm blijven. Daar kunnen ze zich maar beter bij neerliggen. Dat de dorpsbewoners dit beamen, komt misschien meer door de postkoloniale verhoudingen (het is meestal verstandig om rijke, blanke mannen gelijk te geven) dan dat ze zijn filosofie delen.

De ijdeltuit Martens deinst er vervolgens niet voor terug om triest in de camera te blikken en met een zucht te verklaren hoe erg hij het allemaal vindt. Criticasters van het egodocument geeft hij het nakijken door in een (na de première op het IDFA aan de film toegevoegde) komische scène te verzuchten dat hij weet dat hij vatbaar is voor ijdelheid. Bovendien, als er iets als een boodschap uit de film naar voren komt, dan is het wel dat het helemaal niet uitmaakt wat Renzo of Piet of Jan van de ellende in Congo vindt. Alsof we ons nog niet gedeprimeerd genoeg voelden.

Statistieken of artistieke strategie?

~

Enjoy Poverty gaat nog over veel meer. Het is tekenend voor de kwaliteit van de film dat het debat na afloop het kunstwerk nooit overstijgt. De sprekers lijken allemaal hun eigen boodschap uit de film gedistilleerd te hebben, die ze met hand en tand verdedigen. Dana Linssen, hoofdredacteur van de Filmkrant, is verontwaardigd over het feit dat Martens de fotografen keihard laat vallen. Het staat haar zelfs tegen om de film afstandelijk te analyseren, omdat ze zich emotioneel zo geraakt voelt door het misbruik van de filmmaker. Joris Luyendijk, auteur van Het zijn net mensen en voormalig Zomergastenpresentator, verwijt haar dat ze zich drukker maakt om die paar fotografen dan om de ondervoede kinderen die ook in de film te zien zijn. ‘Per dag gaan er al jarenlang 20.000 kinderen dood aan de honger. Dáár gaat deze film over!’

Wanneer gespreksleider Pieter Hilhorst van de Volkskrant probeert om de artistieke strategie van de kunstenaar te duiden, wil Luyendijk daar niets van weten. Dat is slechts een uitvlucht om de realiteit van de film niet onder ogen te hoeven zien, meent hij. Dat is een vreemde redenering, want de oprechte verontwaardiging van zowel Linssen als Luyendijk wordt juist veroorzaakt door diezelfde artistieke strategie. Martens is bepaald geen begenadigd cinematograaf, maar hij is wel een meestermanipulator: dat de teleurstelling van de fotografen de kijker meer raakt dan de dood van een kind, komt door de manier waarop hij beide gebeurtenissen in beeld brengt. De afstandelijkheid die hij bij de dood van het kind aan de dag legt, staat in schril contrast met een ironische scène waarin hij achter twee Congolezen aanloopt die de zware kisten met de neonletters op hun hoofd dragen. Martens richt de camera op zichzelf, zingt een stukje Neil Young, de muziek zwelt aan en de vervreemding is compleet.

Een werk dat zichzelf beschrijft

~

Regelmatig lopen er bezoekers weg uit de film. Dat is niet zo vreemd. De statistieken waar Luyendijk op hamert, zijn, hoe erg ook, niet schokkend meer voor de murw gebeukte kijker. Wel schokkend is de manier waarop Martens ze naar het witte doek vertaalt. Zo dient het misbruiken van de fotografen een hoger doel: het toont in het klein aan hoe zinloos hulp van ngo’s is. Dat is een boodschap die niemand in de zaal graag onder ogen ziet. Linssen vindt dat Martens meer had moeten doen om het plan te laten slagen. Dat had gekund, erkent Martens, maar dan had hij een uitzondering gecreëerd, en hij was nu juist geïnteresseerd in de realiteit. ‘Ik wilde een werk maken dat zichzelf beschrijft.’

Ondanks alle goede en slechte bedoelingen is Enjoy Poverty natuurlijk niet wezenlijk anders dan het werk van de journalisten en fotografen die Martens in zijn film bekritiseert. Voor de maker is het een manier om over de rug van de armen in Congo een gevierd kunstenaar te worden. Hij is zelf de eerste om het te beamen. Geen wonder dat verwarring en morele verontwaardiging in de zaal overheersen. Groepstentoonstelling geslaagd.

Episode III – ‘Enjoy Poverty’ was de openingsfilm van het IDFA 2008. Vanaf 4 juni 2009 draait de film in de reguliere bioscopen.