Film / Achtergrond
special: Retrospectief Isabelle Huppert

Een ijzig masker en een zinnelijke belofte

In het Haagse filmhuis draait tussen 15 maart en 11 april een retrospectief gewijd aan Isabelle Huppert, waarin de loopbaan van deze zeer tot de verbeelding sprekende actrice uitgebreid te bezichtigen is. Het retrospectief volgt haar carrière vanaf La Dentellière uit 1977 en sluit af met haar meest recente film, Nue properiété (2006), die onlangs op het Filmfestival in Rotterdam te zien was. De keuze voor Huppert is toepasselijk aangezien ze een status heeft bereikt die te vergelijken is met die van haar landgenoten Catherine Deneuve en Jeanne Moreau.

Isabelle Huppert gefotografeerd door Bernard Plossu (detail)
Isabelle Huppert gefotografeerd door Bernard Plossu (detail)

De kans krijgen om te zien hoe een persoon zich ontwikkelt door de tijd heen is een merkwaardige en confronterende ervaring. Dit proces van beschouwen is van noodzakelijk belang voor het analyseren van de carrière van een actrice, van wie, als ze succesvol is, immers verwacht wordt dat zij zich overtuigend aanpast. Als men kijkt naar de verschillende rollen die een filmcarrière omvatten is er altijd een spel tussen de persoon zelf en het personage, met aan de ene kant bepaalde persoonlijke tics en karaktertrekken en anderzijds de geloofwaardigheid die wij verwachten van een specifieke vertolking.

Met de selectie die wordt aangeboden in het retrospectief gewijd aan Isabelle Huppert heeft de toeschouwer een breed overzicht van haar carrière en daarmee een kans om zelf de balans op te maken van haar oeuvre. De geselecteerde films geven een goed beeld van de variaties binnen de vaste thematiek van haar dramatische personae.

Frigide masker

Wat als een constante opvalt in haar loopbaan zijn dramatische trekken die op verschillende wijzen en gradaties opduiken en terugkomen in veel van haar films. De trefwoorden om die rollen mee te beschrijven variëren van afstandelijk en kwetsbaar naar kil en erotisch. In bepaalde films neigen ze naar het extreme, zoals in de sensuele en emotionele frigiditeit die ze toont in Michael Hanekes La Pianiste.

Veel van haar rollen tonen haar als een ongrijpbare en ondoorgrondelijke vrouw. Ook zijn vaak de mannelijke personages paradoxaal genoeg gevangen door de kracht van haar verleidelijke reserve en aanlokkelijke afstandelijkheid. Door de tijd heen heeft Huppert in veel van haar personages verschillende mechanismen gehanteerd om die afstandelijkheid te waarborgen. Al die dramatische middelen, subtiele trucs en lichamelijke tekens van haar kunst lijken voort te komen uit de kennis dat niets zo ongrijpbaar is als een vrouw geprojecteerd op het witte doek.

Het meisje dat er niet was

Scène uit La Dentellière (1977)
Scène uit La Dentellière (1977)

Met de vroegste film in het retrospectief, Claude Goretta’s La Dentellière (1977), krijgt men de kans om Huppert te zien als een jong en verlegen meisje. De film is een bewerking van de gelijknamige roman van Pascal Lainé, en gaat over de kwetsbare Pomme die verliefd wordt op een jongen die al snel haar zwijgzaamheid interpreteert als een teken van haar simpele komaf. De rol van Pomme, die destijds Hupperts doorbraak betekende, weet ze in alle bescheidenheid naar zich toe te trekken. Met haar spaarzame maar precieze vertolking is de film nog steeds overtuigend. Als Pomme heeft ze een nederige gloed en speelt ze met kleine bewegingen, fragiele gebaren en voelbare stiltes. De film geeft verder een kritische kanttekening bij het rolpatroon dat van vrouwen verwacht wordt. Pomme past niet in de hokjes die de andere personages voor haar bedenken. Haar geliefde probeert haar op een intellectuele wijze te doorgronden, maar zijn grootste gebrek is dat hij niet kan accepteren wie ze daadwerkelijk is.

Chabrol en Godard

In 1978 zou Huppert de hoofdrol vertolken in Claude Chabrols Violette Nozière, en dat was het begin van een samenwerking die recentelijk nog resulteerde in L’Ivresse du Pouvoir (2006). Van Chabrol zijn verder de films Madame Bovary (1991) en La Cérémonie (1995) te zien. Dat Chabrol en Huppert zich waagden aan een verfilming van Flauberts meesterwerk getuigt van enige ambitie. De film gaat echter net iets te ver in het gebruik van Huppert’s kilheid, ondanks het feit dat het kan worden opgevat als een afspiegeling van de sociale beperkingen van vrouwen in het negentiende-eeuwse Frankrijk.

De publieksfilm Coup de Foudre (1983), een kroniek van twee vrouwen beginnend in 1942 tot aan midden jaren vijftig, is ook in het Haagse Filmhuis te vinden. Coup de Foudre geeft een overtuigend tijdsbeeld met zijn gedetailleerde reconstructie van die periode pakkend gevangen in zijn production design, sfeervolle muziek en zelfverzekerde shots. Het resultaat is echter enigszins banaal en onbevredigend. Hupperts rol past wel naadloos bij het resultaat wat regisseuse Diane Kurys wil bereiken.

Kille speelsheid

Scène uit La Séparation (1994)
Scène uit La Séparation (1994)

Van de laatste decennia zijn er ook veel films te zien, waaronder Christian Vincents La Séparation (1994). Deze sterke acteursfilm wordt door Huppert overtuigend gedragen, samen met een verwarde en emotioneel labiele Daniel Auteuil. Minimaal en realistisch in beeld gebracht is de film een intieme schets van een relatie die langzaam in verval raakt. Hun samenzijn is een ruïne die door beide acteurs nog weifelend in stand wordt gehouden als een uitstel van een onzekere toekomst.

In 2001 zorgde Hupperts succesvolle rol in La Pianiste voor een stortvloed aan prijzen. Het imago van koele en kwetsbare vrouw werd met die film benadrukt als een essentiële kant van haar dramatische bereik. Maar de rol van afstandelijk ijskoningin lijkt ook geresulteerd te hebben in een bepaalde stereotypering waar Huppert de laatste tijd mee speelt.

Imago

Een film die helaas niet te zien is, is Bertrand Taverniers thriller Coup de Torchon (1981), waarin een erg sensuele Huppert de maîtresse van Phillippe Noiret speelt. Ook wordt er in het retrospectief geen aandacht geschonken aan Hupperts Amerikaanse uitstapjes. Zo speelde ze in Michael Cimino’s legendarische Western Heaven’s Gate (1980) een prostituee die door zowel Kris Kristofferson als Christopher Walken bemind wordt, maar deze film is niet in het Haagse Filmhuis te vinden. Misschien heeft dat te maken met het feit dat de film genadeloos flopte dankzij Cimino’s overmoedige en arrogante ambitie.

Scène uit Coup de Torchon (1981)
Scène uit Coup de Torchon (1981)

Hupperts recente rol in David O. Russels I Heart Huckabees (2004) is daarentegen heerlijk in de wijze waarop ze speelt met haar eigen imago en de Amerikaanse vooroordelen over Franse vrouwen. In de film gaat ze op in haar rol als de gevaarlijke filosofe Caterine Vauban, die beïnvloed door trendy nihilisme een existentialistische twijfelende jongeman levenswijsheden bijbrengt.

Tegenover de strakke discipline die Huppert toont bij elke rol die ze speelt is duidelijk op te merken dat ze goed is in het op een intelligente wijze spelen met haar imago en het verwachtingspatroon omtrent haar persoonlijkheid. Voor veel vrouwelijke actrices lijkt het na het bereiken van een bepaalde leeftijdsgrens moeilijk te zijn om nog goede rollen te krijgen. Institutionalisering van hun imago lijkt daarbij een noodzakelijk kwaad. Toch komt Huppert nog even energiek en gedreven over in haar recente films, en heeft ze ook weinig pretentieuze missers op haar naam staan. Haar verrassende keuzes lijken er op de lange termijn voor gezorgd te hebben dat de toeschouwer met bewondering kan terugkijken op een interessante en voorbeeldige carrière.

De films zullen naast het Haagse Filmhuis te zien zijn in verschillende film- en kijkhuizen door het land. Ook is er in het Haagse Fotomuseum een tentoonstelling te zien met de vele gezichten van Isabelle Huppert verbeeld in foto’s, van onder andere Richard Avedon, Henri Cartier-Bresson en Rineke Dijkstra.