
IFFR 2007
~
6 februari
Bizarre reconstructies
Playing the Victim (Izobrajaya zhertvu) – Sturm und Drang
Kirill Serebrennikov • Rusland, 2006
Playing the Victim begint sterk. Valja speelt op aanwijzingen van een misdadiger het slachtoffer in de reconstructie van het misdrijf, waarbij de misdadiger een vrouw in stukken door een chemisch toilet wilde spoelen. De reconstructie in het chemische toilet wordt amateuristisch gefilmd door een agente die meer oog heeft voor de miauwende poes, de ruziënde mannen en haar mobieltje, dan voor de belangrijke details van deze misdaad.
~
Hoewel de film goed gefilmd en geregisseerd is, worden sommige scènes iets te veel uitgemolken en te veel herhaald, waardoor je aandacht halverwege de film iets verslapt. Toch maakt het einde weer veel goed. Deze film is zeker de moeite waard als je houdt van een absurdistische film waarbij een vleugje slapstick en een grote portie zwarte humor niet geschuwd worden. (Jacqueline van Ouwerkerk)
5 februari
Meesterlijke trucjes
The Prestige – Afsluitingsfilm
Christopher Nolan • VS, 2006
Een goede goocheltruc is niets zonder een spectaculair einde. Voor een filmfestival geldt hetzelfde. Het is daarom niet vreemd dat het IFFR dit jaar afsluit met de meesterlijke film The Prestige van Christopher Nolan. De film, die zich afspeelt tijdens de industriële revolutie, draait om twee goochelaars die van goede vrienden, bittere vijanden worden en er alles aan doen om elkaar dwars te zitten. De entertainers worden gespeeld door Christian Bale (die al eerder samenwerkte met Nolan in Batman Begins) en Hugh Jackman. Beide heren zetten een glansrol neer, en gelukkig krijgen ze van Nolan, die ook verantwoordelijk is voor het script, genoeg ruimte om hun karakters te ontwikkelen. Het publiek zal er nog moeite mee hebben een kant te kiezen.
~
Persoonlijk debuut
La fine del mare – Tiger Awards competitie
Nora Hoppe • Duitsland/Frankrijk/Italie, 2007
De eerste lange speelfilm van Nora Hoppe (VS) is een prachtig gestileerd drama aan zee. De sigarettensmokkelaar Todor vaart dagelijks uit om op zee zijn waar in kleine pakjes in ontvangst te nemen. Als hij gevraagd wordt een grotere vracht mee te nemen, stemt hij met tegenzin in, bang als hij is zich hiermee in de nesten te werken. In de kist zit een verwarde, gedrogeerde vrouw, die Todor naar zijn huis sleept.
~
De nevel en de blauwgrijze vormgeving van La fine del mare is indrukwekkend. De cinematografie is bijna een personage, even mistroostig als de figuranten die Todor terloops ontmoet in het café en aan de kade. Iedereen lijkt blind, behalve zijn beste vriend. Het drama schreeuwt om actie, maar Hoppe heeft ervoor gekozen de kijker dat te onthouden. Ze fixeert het drama op het tweetal in de armzalige woning. De radio, de broodtrommel met geld, het vissersmes waarmee gesneden wordt; de sobere aankleding en cast doen denken aan Italiaanse films uit de jaren zestig. Ook de dialogen zijn aanvankelijk sober. Maar naarmate de film vordert lijkt Hoppe steeds meer aangestoken door het virus teveel te willen vertellen. Hierdoor worden de karakters overstemd, en komen de twee hoofdpersonen gekunsteld en theatraal over. Later in de film hervindt Hoppe weer de balans tussen de visuele perfectie en het verhaal. Zo heeft Hoppe met La fine del mare een mooie, eigenzinnige eerste speelfilm gemaakt en heeft ze daarbij een zeer persoonlijke stijl gevonden. (Antoinette van Oort)
Het schemergebied tussen lust en rust
I Don’t Want to Sleep Alone (Hei yan quan) – King & Aces
Ming-Liang Tsai • Taiwan/Frankrijk/Oostenrijk, 2006
De dolende mens in de metropool en het verlangen naar een liefde die drijvend is. De drie hoofdpersonen in de film van regisseur Ming-Liang Tsai zijn allen figuranten op zoek naar deze vloeibaarheid. Hsiao Kang (Kang-Sheng Lee) wordt dakloos en gemolesteerd langs de snelweg gevonden door een groepje immigranten uit Bangladesh en meegesleept op een armzalig matras. Een van hen, Rawang (Norman Atun), verzorgt hem vol liefde en hoop. Eenmaal opgeknapt hangt Hsiao doelloos rond in de buurt en wordt hij opgemerkt door Chyi (Shiang-Chyi Chen), die als slavin werkt in een koffiebar en daarnaast de verlamde zoon van de bazige ‘lady-boss’ verzorgt. Een armoedig leven zonder privacy of een andere keus. Chyi, Rawang en Hsiao maken alle drie deel uit van een Maleisische economische onderkaste die voor een kom rijst, de luxe van een matras en een gammel dak boven het hoofd Kuala Lumpur levend houdt.
~
I Don’t Want to Sleep Alone is Tsai’s eerste film gedraaid in zijn thuisland Maleisië. Zijn belangrijkste inspiratiebronnen voor het script bij deze film zijn, naast de Petronas twin towers, de opera Die Zauberflöte van Mozart en een gedicht van de Chinees Bei Dao (1949). Mozarts klanken kleuren het onbewegelijke lichaam in het stalen bed, dat in een wrede scène zelfs zelfbevlekking toegediend krijgt. Een keerpunt in de film, waarna de regisseur het schemergebied tussen lust en rust subtiel uitwerkt. Rusteloos fladdert Hsiao als een vlinder in de nacht. Rawang, Chyi en zelfs haar bazin zijn tot hem aangetrokken maar Hsiao lijkt ongrijpbaar behalve voor het vergane matras. Als de moesson vergezeld van een intense smog over de stad valt is er slechts een plaats waar het drietal heen kan gaan. (Antoinette van Oort)
4 februari
Klimaatcrisis in genrefilm
The Last Winter – Rotterdämmerung
Larry Fessenden • VS/IJsland, 2006
Triomf voor Japanse animatie
Paprika – Kings & Aces
Satoshi Kon • Japan, 2006
Drie animatiefilms vielen dit jaar op: het Deense Princess (zie deel 2), het Zuid-Koreaanse Aachi & Ssipak, en de beste, het Japanse Paprika. In Zuid-Korea wordt nauwelijks animatie gemaakt, en Aachi & Ssipak betekent op dit gebied geen vooruitgang. Het is een dure, schreeuwerige science fiction-film over een toekomst waar alles om ontlasting draait, een een leger luiermannetjes oorlog voert om verslavende lolly’s. Dit is net zo kinderachtig en hysterisch verbeeld als het klinkt, en vermoeit al gauw. De openingsscène is een slechte kopie van die van de animeklassieker Akira, en herinnert alleen maar aan de nog altijd zelden evenaarde kwaliteit daarvan. Ook het Deense Princess, een wraakvertelling over de pornoindustrie, teert met zijn felle decors en vaak net zo puberale geweld ook voor een deel op Japanse voorbeelden.
~
Deze combinatie van klassieke detectivethriller en science fiction is diepzinnig maar niet pretentieus, technisch ongeëvenaard en op alle fronten overweldigend. En, bovendien, terloops een speelse hommage aan de cinema zelf. (Paul Caspers)
Authentiek, maar niet geslaagd
The Journals of Knud Rasmussen – Time & Tide
Zacharias Kunuk & Norman Cohn • Canada/Denemarken, 2006
~
Dat het aan een helder narratief ontbreekt is niet zo’n probleem, want een aantal schitterende natuuropnames en het lome tempo waarin de Inuit hun verhaal doen, fascineren in hun authenticiteit. Maar een algeheel gebrek aan regisseursfocus en het feit dat de Denen een nauwelijks relevante rol in het geheel spelen, zorgen voor een wankelende film die de aandacht niet bijna twee uur lang vast kan houden. Als de film pas tegen het slot thematisch cachet krijgt door de tragische kerstening van de meest traditionele Inuit uit te beelden, is het helaas al te laat. (Paul Caspers)
Verborgen collectief
Offside – Kings & aces
Jafar Panahi • Iran, 2006
Offside kan niet los worden gezien van Panahi’s voorgaande films over het hedendaagse Iran (het intense The Circle en Crimson Gold). In de films geeft Panahi een verrassend kritisch beeld van de positie van vrouwen in Iran. Offside heeft veel overeenkomsten met The Circle. In beide films wordt een groep van verschillende vrouwen gevolgd die het gebruikelijke gezag ter discussie lijken te stellen. In Offside vormt een voetbalwedstrijd het terrein wat voor vrouwen verboden is. Toch proberen verschillende vrouwen, verkleed als man zich een weg te bannen naar het stadion. Panahi volgt deze pogingen op een documentaireachtige wijze en houdt daarmee de spanning vrij hoog.
~
Requiem in de duinen
La marea – Tiger Awards competitie
Diego Martinez Vignatti • België, 2007
La marea is een film die een rouwproces als thema heeft. Nadat een vrouw haar man en haar kind verliest in een auto-ongeluk, vlucht ze naar de duinen om zich te onttrekken aan haar omgeving. Daar volgt regisseur Vignatti haar in heldere en verstilde shots, terwijl ze het verlies van haar dierbaren probeert te verwerken.
~
De filosofie achter montage
Murch – Cinema regained
Edie en David Ichioka • VS, 2006
Murch is een documentaire over de legendarische editor Walter Murch die ten tijde van de nieuwe golf binnen de Amerikaanse cinema samenwerkte met de regisseurs Francis Ford Coppola en George Lucas. Murch bestaat uit een lang interview met de man, die op zeer heldere wijze praat over de kunst van het monteren. Murch weet zijn gedachten mooi te verwoorden als hij montage ziet als een essentieel element van het kijken. Ook komt hij met interessante achtergrondinformatie over Coppola en zijn aanvaringen met de studio bij het maken van The Godfather.
~