Film / Achtergrond
special: Deel 2

IDFA 2006

De negentiende editie van het documentairefestival IDFA – dit jaar van 23 november tot en met 3 december – zit er weer op. 8WEEKLY zat er bovenop, met verslagen van de beste documentaires, geselecteerd uit een groot aanbod dat stilistisch interessant, vernieuwend of maatschappelijk relevant is.

~

deel 1 | deel 2 | deel 3

29 november 2006

The US vs. John Lennon
(David Leaf en John Scheinfeld, 2006)

De documentaire The US vs. John Lennon concentreert zich op de protestacties van Lennon. De makers laten door middel van bijzonder beeldmateriaal en interessante sprekers zien dat Lennon zoveel meer heeft gedaan dan zijn bekende ‘bed peace, hair peace’-actie in het Amsterdamse Hilton. Tegelijkertijd krijgen we een schets van de tijdsgeest voorgeschoteld, aangezien de misstanden uit die tijd onlosmakelijk verbonden zijn met dat wat Lennon bewoog. Het deed hem besluiten zijn muziek tot een ’tool’ te maken, meer nog dan een uitsluitend artistieke uiting, waarmee hij een van de eerste artiesten werd die van zijn miljoenenpubliek gebruik maakte om zijn boodschap te verkondigen. Een boodschap die uitblonk in simpelheid en juist daardoor zo helder en krachtig doordrong tot vooral de jongere generatie: “Give peace a chance!”.

~

Uiteraard komt, naast de voor- en tegestanders uit die tijd, ook Yoko Ono aan het woord, een vrouw die toen (en nog steeds) veel argwaan opwekte: zij zou Lennon meevoeren in haar radicale denkbeelden. Hoewel duidelijk wordt dat zij inderdaad een grote rol heeft gespeeld in Lennons ontwikkeling, wordt vooral naar voren gebracht dat ze buiten alles om een gelukkig echtpaar waren. Vooral in de laatste jaren van Lennons leven streefden ze naar een rustig bestaan met hun kind.

Wat de documentaire vooral weet te bevestigen is Lennons genialiteit, zijn overredingskracht, alsmede zijn doortastende gevoel voor humor. Duidelijk is dat hij doorkreeg dat alles wat hij verkondigde op een weegschaal werd gelegd, en steeds beter werd in het incalculeren van de kritiek die hij zou krijgen. De manier waarop hij keer op keer de critici niet alleen de wind uit de zeilen nam, maar ook in één adem met de eigen kortzichtigheid confronteerde, is zeer vermakelijk. Als hem door een journaliste kwalijk wordt genomen dat hij zich ontpopt als zonderlinge ex-Beatle lacht hij meewarig en geeft rustig toe dat hij het best vindt, zo omschreven te worden door de pers. Vrede is voor hem het belangrijkste doel van zijn acties en het maakt hem daarbij niet uit hoe anderen tegen hem aankijken.

Heeft het geholpen? Volgens Lennon en de makers van deze documentaire mooi wel! Als voorbeeld passeert onder andere zijn grootste triomf: het bewerkstelligen van de vrijlating van vredesactivist John Sinclair (een verrassende en bijzondere bezoeker op de filmpremière in Paradiso). The US vs. John Lennon is niet alleen een interessant document over de massahysterie rondom een wereldster geworden, maar ook een mooie karakterschets van een vredelievende genius. (MR)

Suffering and Smiling
(Dan Ollman, USA/Nigeria 2006 • Silver Wolf Competitie)

In 1960 werd Nigeria onafhankelijk, maar dit heeft de bevolking tot op heden niet veel goeds gebracht. Het land produceert behalve bier niets voor de eigen bevolking en wordt 46 jaar na dato nog steeds leeggeroofd. Het met olie-export verdiende geld verdwijnt in de zakken van machthebbers. De zwaartekracht van die erfenis is groot, zo groot dat Afrikaanse activisten vaak
niet meer weten hoe ze er mee om moeten gaan. Hoe hopeloos hopeloos is, laten de verbleekte, van VHS-tapes afkomstige, beelden duidelijk zien. Nigeria is een land zonder infrastructuur, zonder werk, vol armoede, aids en corruptie. In plaats van solidariteit overheerst de gedachte aan meer.
‘Hoe hebzuchtiger je bent, hoe beter je af bent’ lijkt het credo van de jongste generatie.

~

Fela Anikulapo Kuti (1938-1997) stelde met baanbrekende muziek de overheersende corruptie aan de kaak. Zijn ‘afrobeat’ is nog steeds legendarisch. Beïnvloed in het Londen van de jaren zestig door soul, funk en jazz creëerde hij zijn eigen unieke stijl, die teruggreep naar zijn Nigeriaanse muzikale roots, en combineerde die met ongekend felle anti-establishmentteksten. Kuti’s afrobeat veroverde Afrika en de rest van de wereld. Zijn populariteit maakte Kuti gevaarlijk voor de heersende Nigeriaanse elite. Diverse arrestaties en martelingen hebben zijn gezondheid gesloopt. Uiteindelijk stierf hij in 1997, mogelijk aan aids.

Zijn zoon Femi (inmiddels 40) is hem in zijn voetsporen gevolgd. Femi Kuti is ervan overtuigt dat in Afrika een ideologie ontbreekt die realistisch is. Alleen de (georganiseerde) Afrikanen zélf kunnen een einde maken aan de economische slavernij en de roof van grondstoffen.
Dat dat in Nigeria aan de orde is laat Ollman helder zien. Als Nederlander stijgt het schaamrood je naar de kaken bij de beelden uit Oloibiri, een dorp waar Shell sinds 1956 ruwe olie vandaan haalt.

Femi is een vertegenwoordiger van een Afrikaanse generatie van muzikanten en intellectuelen die zoeken naar een authentieke manier om Afrika uit het slop te halen. Met zijn band The Positive Force geeft hij uitputtende optredens in de roemruchte Shrine, de club die door vader Fela Kuti in de sloppen van Lagos werd opgericht. De bezoekers gaan volledig los op de opzwepende muziek. Ollman geeft van Femi’s gevecht tegen de hopeloosheid een mooie, uitgebalanceerde representatie. De muziek staat weliswaar centraal, maar het ontbreekt niet aan ontroerende en interessante mensen, die al jaren zeggen waar ze voor staan. Voor Femi, die doorgaat, geldt hetzelfde als voor zijn vader. Als het allemaal oud nieuws is geworden, lijkt er nog maar één uitweg: dans het weg! (AvO)

Ghosts of Cité Soleil
(Asger Leth, Milos Loncarevic, Denmark/USA 2006 • Reflecting Images)

Gekleurd, wanhopig, arm en gewelddadig Haïti. Slechts twee uur vliegen van Miami Beach zijn de overlevingskansen in Cité Soleil, een van de grootste sloppenwijken van de hoofdstad Port-au-Prince, van dag tot dag verschillend. Er wonen bijna 300.000 mensen. Er is geen officieel gezag, nauwelijks gezondheidszorg of bescherming in de wijk die wordt geregeerd door vijf illegale bendes die het geweld niet schuwen. Schiet- en steekpartijen zijn er dagelijks; de wijk wordt door de VN gezien als een van de gewelddadigste plekken ter wereld.

~

De duizelingwekkende film van de Deen Asger Leth en de Servische Milos Loncarevic speelt zich af in 2004, tijdens de laatste maanden van president Jean-Bertrand Aristides bewind.
Met Aristides ondergang stijgt de onderlinge spanning tussen de bendeleiders, Chimères, in de wijk. Zij worden door Aristide gebruikt als body-guards en knappen vuile klussen op. De loyaliteit aan Aristide van deze vijf Chimères (geesten) weerspiegelen de zeer gewelddadige machtsverhoudingen, de corruptie en politieke toestand van het land.

De twee broers Bily (James Petit Frere) en 2Pac (Winson Jean) zijn bendeleiders, ook al ambiëren ze eigenlijk een ander bestaan. 2Pac droomt van een rapleven als Tupac Shakur en broer Bily, idealistischer, hoopt op een politieke carrière onder Aristide. Lachwekkend is dat allerminst – de macht van de Chimères is groot. De machtsstrijd tussen én binnen de clans is de dagelijkse realiteit. Niet voor niets sterf je jong in Cité Soleil en zorg je zo snel mogelijk voor veel nageslacht.

De vorm van Ghosts of Cité Soleil is modern, het lijkt één lange muziekclip. Bijna al het beeldmateriaal is door editor Adam Nielsen onder handen genomen en heeft de sfeer van uitgebleekte zon. Een wreed contrast met de gebeurtenissen die in hoog tempo aan je voorbij flitsen. De film is vooral genadeloos door de manier waarop de paradox van de hoofdpersonen in beeld wordt gebracht: ook al is snel zichtbaar dat 2Pac en Bily geen fijne jongens zijn, ga je ze toch sympathiek vinden.

Gangsterliefje en buitenstaanster Éleonore ‘Lele’ Senlis verschafte de makers toegang tot de wijk, waar tot dan toe nog nooit een blanke een voet aan de grond durfde te zetten. Ondanks het constante gevaar is het camerawerk innovatief. Door fantastisch gebruik van licht en close-ups vanuit ongebruikelijke standpunten weet met name cameraman Frederic Jacobi de dramatiek en sfeer zo uit te buiten dat de film onder de huid kruipt, zodanig dat Ghosts of Cité Soleil bijna een speelfilm lijkt. Een van de hoogtepunten van het festival. (AvO)

4 Elements
(Jiska Rickels, NL 2006 • Joris Ivens Competitie)

Een film over mannen die de elementen trotseren, met weinig tot geen woorden: dat is 4 Elements. Vuur, een brandweerkorps aan het werk in Siberië. Water, vissers op een viskotter in Alaska. Aarde, twee mijnwerkers ondergronds in Duitsland. En lucht, de training van astronauten in Rusland.

~

Gevaarlijke beroepen die – behalve in Siberië – goed laten zien hoe meesterlijk we als soort de elementen technisch weten te beheersen. Maar Rickels wil dat menselijke element blijkbaar juist op de achtergrond houden. De film weet, behalve op afstand, nauwelijks een identificatie op te roepen. Bijna alles wat wordt getoond is pure observatie met een mooie maar vrij statische, traditionele cameravoering. 4 Elements is 89 minuten lang een gecomponeerde metafoor van de elementen die de bouwstenen van het menselijk bestaan zijn.

Boeiend van begin tot eind door subtiele herhalingen van herkenbare contouren, geluiden en ritmes, gedraaid op locaties die voor de meesten van ons vreemd en onwezenlijk zijn. Vuur, het eerste deel van dit vierluik, is rauw en direct; in de latere, meer afstandelijke delen treden mens en techniek steeds meer op de voorgrond. Muzikaal ondersteund door een score die als een ballade de natuur een extra steuntje in de rug geeft of haar juist overstemt. Een ambitieus en geslaagd project, waarbij de rauwheid van diezelfde natuur wel wat erg overstemd wordt door manipulaties van de mens. Wat Rickels wil zeggen is intuïtief, het wordt opengelaten aan de kijker. 4 Elements is een film die je moet zien, maar bovenal moet ervaren. (AvO)

27 november 2006

When the Leeves Broke: a Requiem in Four Acts

(Spike Lee, 2006 • Reflecting Images)

Een goede documentaire is boeiend van begin tot eind, ook als dit vier uur kan duren. When the Leeves Broke: a Requiem in Four Acts van Spike Lee is zo’n film. De film is boeiend vanwege de uitgebreide en genuanceerde beschrijvingen van de ramp in New Orleans. Vanaf de eerste tekenen dat er een orkaan genaamd Katrina richting vaste land trok tot een jaar na de ramp wordt uiteen gezet wat er mis ging.

~

De politieke inschattingsfouten die o.a. leidden tot een late evacuatie en het onnodig hoge aantal slachtoffers waren voor regisseur Spike Lee genoeg redenen om zich erin vast te bijten en alles uit de doeken te doen. Door middel van vele interviews met direct betrokkenen, waaronder de burgemeester van New Orleans, wordt er voor de kijker een heel nauwkeurig beeld gecreëerd wat er allemaal mis ging in de periode van voor en na de ramp.

Wie bang is dat het in handen van Spike Lee (o.a. maker van de fictiefilms Malcolm X en Do the Right Thing) tot een politiek pamflet wordt gekneed, kan na het zien van deze uitstekende documentaire opgelucht adem halen. De film laat de juiste mensen aan het woord en door middel van onthutsende beelden wordt de grootste natuurramp uit de Amerikaanse geschiedenis geschetst. We wisten natuurlijk al heel veel dankzij de media, maar zo nauwgezet als Spike Lee alles in deze film de revue laat passeren, geeft de waarheid toch nog extra dimensie. Het is geen politiek pamflet geworden, maar wel een goede poging de bewustwording van de impact van deze ramp in de VS te bevorderen. En zo kan een documentaire over een onderwerp waarvan je dacht dat je alles al wist, toch makkelijk vier uur lang de aandacht vasthouden. (MR)

Feet Unbound
(Khee-Jin Ng 2006 • Australië)

Feet Unbound is een onevenwichtige en onbevredigende documentaire die een episode uit de Chinese geschiedenis verweeft met een portret van een moderne Chinese vrouw. In de film volgt een journaliste de oorspronkelijke route die in de jaren dertig werd afgelegd door Mao’s volksleger tijdens de beruchte lange mars. De documentaire bekijkt deze gebeurtenis vanuit het perspectief van de vrouwen die vochten in Mao’s volksleger.

~

De jonge Chinese journaliste Ellie wordt in haar onderzoek naar deze vrouwen gevolgd, terwijl ze ook vertelt over haar eigen leven. Het probleem is dat Ellie praat over alledaagse zaken, terwijl daar doorheen de verhalen worden verteld van de overlevenden van de mars. Haar beslommeringen (ze heeft het over haar relaties, de rust die luisteren naar haar mp3-speler biedt en haar zoektocht naar spirituele zingeving) worden afgewisseld door de verhalen van de vrouwelijke soldaten die gaan over onbeschrijfelijke beproevingen (oorlogsgeweld, honger en verkrachtingen). Ellie zegt vaak dat ze erg meeleeft met de vrouwen, maar het probleem is dat ze geen afstand kan nemen van hetgeen ze wil vastleggen. Haar visie is onkritisch en lijkt te zijn gebaseerd op pure bewondering voor de vrouwen die voortkomt uit de kloof tussen beide belevingswerelden. Ellies fascinatie wordt nooit uitgewerkt en de historische context van de lange mars wordt maar heel summier behandelt.

Feet Unbound laat ook veel interessante zijthema’s liggen. Er is een ongelofelijke tegenstrijdigheid tussen de communistische idealen van de vrouwen en de hedendaagse kapitalistische Chinese samenleving. Ellie en de makers van de documentaire hebben daar geen oog voor, terwijl dat aspect het meest actueel is. Opgesomd is Feet Unbound een documentaire die laat zien waar de valkuilen liggen van het medeleven van de makers. De oprechte doelstelling om een groep van vergeten vrouwen hun verhaal te laten vertellen, wordt door een mate van blind respect teniet gedaan. (GV)

Lima’s Streets
(Marcelo Bukin 2006 • Spanje/Peru)

In deze korte documentairefilm wordt met een snelle montage een beeld gegeven van het leven van straatkinderen in Lima. Lima’s Streets werd in opdracht van een humanitaire organisatie gemaakt door Marcelo Bukin, en gebruikt een sensationalistische stijl om een beeld te geven van het rauwe straatleven in de Peruviaanse hoofdstad.

~

Veel beelden hebben een pakkende kracht, maar worden om onduidelijke redenen steeds door een snelle montage aan het oog van de toeschouwer onttrokken. Het geheel vormt een fragmentarische impressie die enerzijds gezien kan worden als een methode om het wilde straatleven te tonen en anderzijds op zelfbewuste wijze gekunsteld en schokkend overkomt.

Één scène lijkt de sensatiezucht van de regisseur te tonen, door een persoon te laten vertellen over een vreselijke buurt waar camera’s niet geduld worden door criminele bendes. Reden te meer voor Bukin om die plek te filmen, terwijl de uiteindelijke beelden zo weer verdwijnen in de maalstroom van misère en geweld. Door Bukins methoden neemt de film niet de tijd om de geportretteerde kinderen te tonen in hun omgeving. De film is daarmee een soort voyeuristische freakshow, terwijl het shockeffect eigenlijk bedoeld was om mensen wakker te schudden. (GV)

Ghosts
(Nick Broomfield, Engeland 2006)

Onlangs verschenen Nick Broomfields kritische en controversiële documentaires op dvd. Documentairefilms als Kurt and Courtney, Heidi Fleiss: Hollywood Madam en Biggie and Tupac waren reportages die grotendeels gedragen werden door Broomfields eigen persoonlijkheid en zijn drang om achter de waarheid te komen. Ondanks thema’s die riekten naar sensatie gaf Broomfield er zijn eigen draai aan, waardoor er inzichten werd geboden in onderwerpen die vaak werden gezien als te plat voor de serieuze pers.

Ghosts vormt voor Broomfield een uitstapje van zijn reportages. Het is een dramatische reconstructie gebaseerd op de getuigenissen van Ai Qin Lin, een Chinese illegale arbeidster die een ongeluk overleefde, waar andere illegalen de dood bij vonden. In Ghosts speelt Ai Qin Lin zichzelf en de andere rollen worden vervuld door niet-professionele acteurs. De film is daarmee geen traditionele documentaire en past eerder in een genre van sociaalgeëngageerde films á la Ken Loach.

~

Broomfields dramatische reconstructie doet ondanks realistische elementen ook veel concessies aan de werking van de fictiefilm. Het gebruik van muziek in de vorm van een terugkerend liedje komt erg gemaakt over. Daarnaast heeft de film een flashback structuur om zo Ai Qin Lins tocht te laten zien van een arme Chinese provincie naar Europa.

Overduidelijke sympathie

Ghosts is op zijn sterkst in zijn uitbeelding van het miezerig en onzeker bestaan van de illegalen in Engeland. Geheel geïsoleerd en vol heimwee werken ze hele dagen voor een hongerloon in de onderlaag van de Britse economie. Broomfield toont de hypocriete houding van de Britse uitzendbureau’s en voedselindustrie die afhankelijk zijn van illegale werkers. Hij legt een duidelijke link tussen de absurde wetmatigheden van globalisering die ervoor zorgen dat culturele tegenstellingen schijnbaar opgelost worden door een economie die mensen nivelleert tot goedkope arbeidskrachten.

Ondanks Broomfields actuele boodschap en oprechte medeleven met het lot van de illegalen, faalt de film door sentimentele stukken die Broomfields rauwheid afzwakken. Ook is Broomfields sympathie overduidelijk, waardoor de film aan objectiviteit en afstand inboet. Het geheel heeft iets weg van een versimpeld pamflet, terwijl de daadwerkelijke problemen complexer in elkaar steken. Een normale non-fictie aanpak was misschien krachtiger geweest, omdat de film minder onderhevig zou zijn aan dramatische beperkingen die van een bestaand persoon automatisch een personage maken. (GV)