Van de outback naar de polder
Van 7 tot en met 20 december vindt in het Filmmuseum in Amsterdam het programma ‘Recente Australische Cinema’ plaats. Dit in het kader van de 400-jarige betrekkingen tussen Nederland en Australië. In het programma zijn, naast de voorpremière van Candy (18 januari in de bioscoop), films als Little Fish en Opal Dream te zien. Australische cinema zal voor velen een onbekend fenomeen zijn. Weet het land een unieke, eigen cinema te bieden of is er niets meer dan overeenkomsten met Hollywoodcinema? Tijd om drie films die op het festival te zien zijn onder de loep te nemen.
The Proposition
De western is bijna eigen aan Amerika. De films in dit genre behandelen immers verhalen die gesitueerd zijn in de ontstaansgeschiedenis van het ‘westerse’ Amerika. Regisseur John Hillcoat weet met The Proposition echter een uitstekende draai aan het genre te geven. Australië is dan ook een land met een soortgelijke, koloniale achtergrond. Het door Nick Cave geschreven verhaal gaat over Charlie Burns, een outlaw die een verschrikkelijke keuze voorgelegd krijgt. Als hij zijn oudere broer Arthur opspoort en vermoord, zal politiechef Stanley het leven van zijn jongere broertje Mikey sparen. Met dit morele dilemma gaat Charlie op pad, terwijl Stanley probeert de jonge en naïeve Mikey te beschermen tegen de woeste en wraakzuchtige inwoners van het dorp waar hij gevangen zit.
Wolf Creek
Wolf Creek is losjes (heel losjes) gebaseerd op het verhaal van seriemoordenaar Ivan Milat, die in de jaren negentig zeven backpackers vermoordde en uiteindelijk werd geïdentificeerd door een van zijn ontsnapte slachtoffers. In deze film, die ook wel de Australische The Texas Chain Saw Massacre wordt genoemd, gaan twee jonge Britse toeristes met hun Australische vriend naar Wolf Creek, om daar een prachtige meteorietkrater te bezoeken. Daar begeeft hun auto het en ze krijgen hulp aangeboden van de vriendelijke Mick. Deze blijkt echter een sadistische psychopaat te zijn…
Toch is Wolf Creek een spannende film, die je op het puntje van je stoel houdt, mede door het hoge realiteitsgehalte. De film bestaat niet uit gelikte beelden maar is opgenomen met een amateuristisch aandoende handheld camera. Het overbodige ‘deze film is gebaseerd op ware gebeurtenissen’ wordt versterkt door het idee dat er wel degelijk reizigers verdwijnen en vermoord terug worden gevonden. Verder is het desolate Australische landschap een plek waar je hopeloos kunt verdwalen en dus verdwijnen. Daarbij is de cast grotendeels onbekend en daarom geloofwaardiger dan de grote sterrencasts die over het algemeen in ‘Hollywoodslashers’ worden gebruikt.
Lantana
Lantana is een film die sterk doet denken aan Magnolia. De film behandelt de problematische relaties van een groep mensen die allemaal op een bepaalde manier met elkaar verbonden zijn. Ook dit soort ‘mozaïekfilms’ is in Hollywood in opmars – denk bijvoorbeeld aan de recent verschenen films Babel, 21 Grams en Crash. In Lantana staat politieagent Leon Zat centraal. De overspelige rechercheur onderzoekt de moord op de succesvolle psychiater Valerie, die toevallig ook zijn vrouw behandelde. Door de moordzaak worden alle personages, die eerst nog enigszins los van elkaar stonden, met elkaar verbonden. Naarmate het onderzoek vordert begint Leon ook zijn eigen relatie te reflecteren.
Kijkend naar deze drie films lijkt het erop dat Australische cinema zowel de gevestigde als de nieuwe Hollywoodgenres een geheel eigen draai weet te geven. Helaas zijn er niet genoeg recente Australische films bekend in het buitenland om te beoordelen of er ook werkelijk iets vernieuwends geboden wordt. Wel lijkt het erop dat het land langzaam in contact komt met zijn verleden. Films als Walkabout (1971), The Tracker (2002) en Rabbit Proof Fence (2002) zijn nog steeds zeldzaam, maar daarin verschilt Australië niet van andere landen met een koloniaal verleden. Wat het land in de toekomst nog te bieden zal hebben op het gebied van de cinema, spreekt in elk geval tot de nieuwsgierigheid.