Film / Achtergrond
special: Deel 9

IFFR 2010

Poolse punk, grofkorrelige liefdesperikelen, lachen door de tranen heen, een geweldsorgie uit Hong Kong, nachtelijke avonturen in Buenos Aires, gekte en moord in de Alpen en een vastberaden Franse koloniste.

Deel 1 | Deel 2 | Deel 3 | Deel 4 | Deel 5: Interview Dorothée van den Berghe | Deel 6 | Deel 7 | Deel 8 | Deel 9 | Deel 10 | Deel 11: Interview Kun-jae Jang

Inhoud: All That I Love | Another Girl, Another Planet | Crying With Laughter | Dangerous Encounters — 1st Kind | La mujer sin piano | La terre de la folie | White Material

~

Het Polen van de jaren tachtig, ten tijde van het communistisch regime. All That I Love is de punkband van Janek, achttien jaar en nog hoopvol ten aanzien van de toekomst. Met zijn band draagt Janek vrijheid en anarchisme uit. Ondertussen is in Polen een strijd gaande tussen de regering en de vakbeweging Solidariteit. De film volgt de vier bandleden van All That I Love en toont de ommekeer van jeugdig enthousiasme naar volwassenheid. Niet dat er in het verhaal zoveel gebeurt; het gaat vooral om de karakterontwikkeling van zanger Janek. Geleidelijk aan wordt Janek geconfronteerd met de druk van zijn omgeving. Zo heeft de politieke situatie gevolgen voor zijn relatie met zijn vriendinnetje Basia en mag zijn band niet optreden op een schoolfeest, vanwege hun anti-autoritaire teksten.

Janeks ontwikkeling wordt in beeld gebracht met veel close-ups, die zowel de jeugdige onbevangenheid als de zorgelijke volwassenheid van Janek tonen. Hij begint zich meer en meer een beeld te vormen van wat zich in zijn land afspeelt. Zo luistert hij gesprekken af die zijn vader, die bij de marine zit, met zijn opa en moeder voert. Op basis van wat hij hoort en ziet trekt Janek zijn eigen conclusies, die verregaande gevolgen zullen hebben. Met All That I Love maakte Jacek Borcuch een coming-of-agedrama tegen een politieke achtergrond, bijgestaan door Poolse punkhits uit die tijd. Het degelijke, licht korrelige camerawerk geeft de sfeer van de periode goed weer, maar de film is verder onopvallend. Het is Janek die de meeste indruk maakt, met zijn verlangen naar vrijheid en zijn groeiende besef dat idealen vaak slechts dromen zijn. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

~

De liefdesperikelen van jonge artistiekerige New Yorkers zijn al vaak in beeld gebracht, maar waarschijnlijk nooit zo donker gefilmd als in Another Girl, Another Planet. De film is geschoten met een goedkope PixelVision camera en heeft weinig scherpte en diepte. De personages verdwijnen soms in de donkere achtergrond en gezichten krijgen iets schimmigs. Voor veel kijkers zal Another Girl, Another Planet letterlijk te vaag zijn om te volgen. Toch is het effect wat Almereyda vanuit zijn nood-is-deugd-aanpak bereikt ook erg gestileerd. Sommige gezichten, zoals die van de actrice Elina Löwensohn, bereiken een abstract aandoende schoonheid door het wegvallen van scherpe details die wij gewend zijn van normale films.

De methode past ook perfect bij het verhaal; een aan liefdesverdriet lijdende man die in zijn schaars verlichte appartement terugdenkt aan de vrouwen die hij heeft bemind. Het enige wat af toe niet overtuigt zijn het acteerwerk in een aantal bijrollen en sommige dialogen die houterig worden overgebracht. Dit wordt gecompenseerd door speelse vondsten zoals het gebruik van een oude Max Fleischer-cartoon (Dancing on the Moon) waar de hoofdpersoon met zijn vriendinnen naar kijkt. De film heeft ook een überhippe soundtrack met muziek van de Pixies, Nick Cave en The Young Marble Giants die de melancholie sterk aanvullen. Dat Almereyda popmuziek ziet als een inspiratiebron blijkt ook uit de titel van de film, die is afgeleid van het gelijknamige nummer van de Britse New Wave-band The Only Ones. In zijn lowbudget methoden en thematiek is Another Girl, Another Planet daarmee een voorloper van een stijl die nu is terug te zien in de mumblecore-stroming. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

~

Joey Frisk is stand-upcomedian, maar zijn grote doorbraak heeft nog niet plaats gevonden. Joey’s drank- en drugsgebruik, zijn asociale gedrag en het niet op komen dagen bij optredens staan die in de weg. Joey’s harde grappen zijn gebaseerd op zijn dagelijks leven en zijn ontmoetingen met mensen, of het nu zijn slippertjes betreft of een vriend uit het verleden. Wanneer Joey tijdens een optreden zijn huisbaas voor het publiek te schande zet, gaat het goed mis. Als hij ineens op straat staat krijgt hij echter uit onverwachte hoek hulp: oude schoolmaat Frank biedt Joey zijn huis aan als onderkomen. Hier staat wel een gunst tegenover…

Hiermee krijgt de film een andere wending. Als duidelijk wordt wat de echte reden is voor Franks vriendendienst, verandert die van een low-life-komedie in een wraakthriller. In flashbacks vertelt een zwaar gehavende Joey zijn verhaal aan zijn publiek. Wat echt gebeurd is en wat niet, is de vraag, want Joeys geheugen heeft gaten. Helaas komt de verandering in het verhaal de film niet ten goede. Het tweede deel overtuigt niet, ondanks de fantastische vertolking van Stephen McCole (bekend uit The Acid House). Van de realistische, rauwe start wordt de film een gekunstelde en voorspelbare thriller, waarbij het moeilijk is de verhaallijn serieus te nemen. Dat Joey Frisk tot inzichten komt en een stukje respect terugverdient is mooi, maar zijn daar nou echt ontvoeringen en een geheim verleden voor nodig? Justin Molotnikov maakte met Crying With Laughter zijn speelfilmdebuut. Deels overtuigt hij met een goede cast en grimmige sfeer, maar met de verschillende verhaallijnen en de overgang van filmgenre slaat hij de plank mis. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Nihilistische klassieker

Dangerous Encounters — 1st Kind — Signals — Re: Reloaded
Hark Tsui • Hongkong, 1980

~

Een ietwat vergezocht programma-onderdeel met allerlei cinematografisch ‘vernieuwende’ films uit de geschiedenis bevatte naast werk van Hitchcock, Cronenberg, Jacques Rozier en Mike Figgis ook Hark Tsui’s extremistische actiefilm Dangerous Encounters — 1st Kind. De waarde van het programma daargelaten was deze vertoning op het witte doek in ieder geval een unieke kans om iets te kunnen begrijpen van wat de bioscoopganger in 1980 in Hongkong overkwam: een wilde, inventief gefilmde en bijna onophoudelijke stroom van geweld en actie. Helaas werd een voor de censuur deels verkorte, deels aangevulde versie vertoond — van Tsui’s originele werk schijnt geen kopie meer te bestaan. Ook dit compromis is echter een overrompelende film, die een consistente intensiteit kent die Tsui nooit meer zou evenaren en die een toonbeeld is van de vernieuwingsdrang van de Hongkongse new wave uit die periode.

Je kunt in deze film, zoals vele academici hebben gedaan, moeiteloos van alles lezen: xenofobie, gynaefobie, een cynische visie op de identiteit van Hongkong, enzovoort. Alle buitenlanders (karikaturale Amerikaanse ex-CIA-agenten, Japanse toeristen) moeten het namelijk ontgelden, de diep gestoorde heldin wordt al lang voor het einde afgemaakt, en de film opent met een opname van een kooi muizen, die je als metafoor voor de bevolking van de toenmalige Britse kolonie kunt zien. Maar boven alles is Dangerous Encounters een nihilistische film: het enige personage dat niet sterft, draait in de slotscène door en schiet op een kerkhof een machinegeweer leeg. Tsui voegt daarbij in de montage foto’s in van de rellen die in 1967 plaatsvonden. Dat zou je met wat goede wil ook als een politiek statement kunnen opvatten, maar de indruk van opmerkelijk geregisseerde waanzin blijft het sterkst: die heeft dertig jaar na dato heel weinig afgedaan. (Paul Caspers)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

~

Rosa is een vrouw van middelbare leeftijd die een praktijk aan huis heeft, waar ze samen met haar man Francisco woont. Ogenschijnlijk lijdt Rosa een normaal leven, afgezien van een constante pieptoon die ze hoort. Hier is niets aan te doen zegt de psychiater, ze moet maar afleiding zoeken en het geluid van de radio en tv hard zetten om de toon te overstemmen. Wanneer Francisco slaapt, gaat Rosa de straat op, gewapend met pruik en grote koffer. Ze registreert mensen op straat, in de bus en het station. In de stationshal ontmoet ze de Pool Radek. Hij is vriendelijk, maar psychisch labiel en wordt gezocht door de autoriteiten. Vergezeld van cognac en sigaretten trekt ze een tijd met hem op. Via haar rookgedrag brengt regisseur Javier Rebollo wat humor in de film: steeds wanneer Rosa een sigaret wil opsteken komt de bewaking op haar af met de mededeling dat dit niet is toegestaan.

La mujer sin piano is een film die weinig verklaart en veel aan de verbeelding overlaat. Je vraagt je af wat Rosa’s beweegredenen zijn om ’s nachts de straat op te gaan. Het is een interessant uitgangspunt, maar Rebollo’s film weet helaas niet te overtuigen. De regisseur maakt te bewust gebruik van realisme met vervreemdende elementen: een truc van menige arthousefilm. Zo komt een groep mensen op onverklaarbare reden op Rosa af en een van hen filmt haar, waarbij de camera dicht op Rosa’s huid zit. Deze scène wordt niet verklaard en komt niet meer terug in de film. Rebollo lijkt hiermee bewust de kijker in vertwijfeling te brengen, zonder iets toe te voegen aan de inhoud. Ondanks het degelijke acteerwerk (Carmen Machi zet Rosa ingetogen neer) laat de film je achter met een gevoel van leegte. Zelfs Rosa’s nachtelijke avonturen brengen daar geen verandering in. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

~

La terre de la folie is een onevenwichtige documentaire over de vele gevallen van gekte en moord die voorkomen in de zuidelijke Alpen. Moullet vertelt over dit geïsoleerde gebied en verschillende vreemde moordzaken in de regio. Die worden op een zeer amateuristische wijze nagespeeld, en in de vele interviews met bewoners weet Moullet geen maat te houden. Daarnaast hanteert hij wat gevatte trucjes zoals een komische aandoende onderbreking en zijn eigen commentaar, die de film wat luchtiger moeten maken. Moullet heeft zelf in de streek gewoond en is ook slachtoffer geworden van een depressie. Toch weet hij afstand te houden tot zijn onderwerp, door een vermenging van documentair realisme en gekunsteldheid. Als kijker kom je echter niet tot nieuwe inzichten en de regisseur weet je ook niet te betrekken bij het leven van de mensen in deze streek. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

~

Afrika is een plek die regisseuse Claire Denis nog steeds achtervolgt. In haar autobiografische film Chocolat behandelde ze al de complexe relatie tussen Franse kolonisten en de inheemse bevolking. White Material draait om hetzelfde thema. De koppige Maria (overtuigend gespeeld door Isabelle Huppert) heeft met haar gezin een koffieplantage die zij niet wil verlaten als blijkt dat rebellen het platteland naderen. Maria is ervan overtuigd dat zij haar niets zullen doen. Als een gewonde rebellenleider, wiens bijnaam de Bokser is, op de plantage belandt, besluit Maria om hem onderdak te verlenen. Lokale militairen zijn de rebellen echter ook op het spoor en Maria ondervindt dat zij haar gezin niet van het oorlogsgeweld kan beschermen.

White Material is vooral prachtig gefilmd waardoor je als kijker de broeierige sfeer en de groeiende spanningen aanvoelt. De film is minder sterk op narratief vlak. De rebellenleider wordt gespeeld door Isaach De Bakolé (The Limits of Control), maar zijn relatie met Maria wordt in zijn korte rol nauwelijks uitgediept. In een subplot verandert Maria’s zoon na een aanval plotseling in een rebel die meevecht met de kindsoldaten van het rebellenleger. Ook hier mist het karakter diepte en is Denis’ afhandeling vluchtig en onbevredigend. Hupperts Maria is het enige personage dat goed wordt uitgewerkt. Zij toont hoe gevaarlijk het kan zijn als je als Europeaan denkt dat je niet verschilt van de lokale bevolking. In haar rol toont Huppert treffend de ambiguïteit van Maria’s positie, die zich aan een kant identificeert met de lokale bevolking, terwijl zij duidelijk een geprivilegieerd leven leidt in een arm land. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR