Film / Achtergrond
special: Deel 3

Imagine 2010

Het 26e Fantastic Film Festival liep gsiteren af, maar wij doen nog tweemaal kritisch verslag. In dit voorlaatste deel aandacht voor een Japanse Alice-navolgeling, het vervolg op [REC], visuele bombarie rond een vrijbuiter, Koreaanse vampiers en zombies in een banlieu.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3

Inhoud: Oblivion Island: Haruka and the Magic Mirror | [REC] 2 | Goemon | Thirst | La horde

Ontroerend sprookje
Oblivion Island: Haruka and the Magic Mirror (Hottarake no shima Haruka to maho no kagami)
Shinsuke Sato • Japan, 2009

~

Niet alleen in de westerse wereld, maar ook in Japan is Lewis Carrolls Alice in Wonderland nog steeds een bron van inspiratie. Bijvoorbeeld voor animatiefilmmakers, bewijst Shinsuke Sato’s Oblivion Island: Haruka and the Magic Mirror. In dit verhaal komt het meisje Haruka terecht in een wereld waar alle vergeten spullen terechtkomen, op zoek naar de handspiegel die haar overleden moeder haar ooit gaf. Om deze terug te krijgen zal ze echter eerst een almachtige baron moeten verslaan.

Oblivion Island is voornamelijk een psychedelisch feest voor het oog. De combinatie van een getekende omgeving en de 3D computeranimatiepersonages geeft het effect van een levensgrote kijkdoos waar Haruka zich doorheen beweegt. Na de spectaculaire actieclimax worden we ook nog getrakteerd op een prachtig staaltje computeranimatie in de vorm van een enorme spiegelconstructie. Verhaaltechnisch is de film niet echt opzienbarend. Grote verrassingen of plotwendingen zijn er niet en daardoor kabbelt het verhaal redelijk voorspelbaar voort. De mooie metaforische verhaalelementen en de ontroerende ontknoping maken de film zeker de moeite waard, maar worden enigszins verstoord door de ongepaste, licht erotische ondertoon in de interactie tussen Haruka en de baron, die wat onderhuids ongemak opwekt. (Anouk Werensteijn)
Terug naar boven

Blijf filmen, verdomme!
[REC] 2
Jaume Balagueró, Paco Plaza • Spanje, 2009

~

Überhorror, zo typeerden wij [REC] destijds. De lat ligt dus hoog voor de door dezelfde makers vervaardigde opvolger. Waar deel één eindigde, daar gaat deel twee naadloos verder. Een klein team special forces (daar zijn ze weer!) gaat samen met een arts, die al snel een priester blijkt te zijn, het met bloed besmeurde appartementencomplex binnen. Een cameraman legt hun handelingen vast, terwijl op de helmen van de mannen ook cameraatjes zijn gemonteerd.

Hoewel de verrassing er wel een klein beetje vanaf is, blijkt net als in deel één het point-of-view-filmen bijzonder effectief. Een regelrechte kopie weten de makers te vermijden door een paar kleine aanpassingen: het feit dat meerdere mensen een camera hebben, of het bovennatuurlijke, dat een verrassend grote rol speelt. De donkere ruimtes met hun vele gangen, kamers en hoeken zijn weer het ideale claustrofobische speelveld voor de nodige schrikmomenten. Ging deel één pas los nadat je als kijker de personages had leren kennen, deel twee gaat zonder dat je kans krijgt enige band met wie dan ook te ontwikkelen meteen in standje adrenalineactie, wat de impact eerlijk gezegd niet echt helpt. Ook de neiging om de gebeurtenissen te verklaren (hier komt de priester veelvuldig om de hoek kijken) zijn niet altijd overtuigend. Want waarom uitgerekend in dit complex midden in de stad de hel losbarst, blijft een mysterie. (Marcel Westhoff)
Naar boven

Tragische bombarie

Goemon
Kazuaki Kiriya • Japan, 2009

~

Dat Kazuaki Kiriya mooie plaatjes kan schieten, bewees hij al met Casshern. In zijn tweede film Goemon hanteert hij dezelfde verbluffende visuele stijl. Sommige shots lijken rechtstreeks uit een stripboek te komen. De vlotte actiescènes, spectaculaire decors en kostuums, de perfect geboetseerde personages, het is allemaal even mooi. En ook het poëtische verhaal mag er zijn. Goemon is een dief en een vrijbuiter die zich van alle verantwoordelijkheden in het leven heeft onttrokken. Als hij echter een juwelendoosje steelt, raakt hij betrokken bij een zich ontplooiende burgeroorlog. Hoe sterk hij zich ook verzet, hij kan zich niet ontworstelen aan de gevolgen die zijn daden hebben op de mensen om hem heen.

Goemon blijft lange tijd een interessante film, maar zal niet iedereen kunnen bekoren. De constante visuele bombarie en opstapeling van tragedies zijn op den duur overdadig, waardoor je een beetje lam wordt geslagen. Tegen het einde is de sfeer van de film zo zwaar en wordt de afwikkeling van het verhaal zo langdradig, dat je alleen nog maar hoopt op een snelle afloop. Hoewel dit enigszins afbreuk doet aan de ervaring van de film, zet de ultiem deprimerende vertelling ook een memorabele stempel op het drama. Het zwaarmoedige gevoel waarmee je na Goemon de bioscoop verlaat, is namelijk niet makkelijk te vergeten. (Anouk Werensteijn)
Terug naar boven

Geil, grappig en gruwelijk


Thirst

Chan-wook Park • Zuid-Korea, 2009

~

Zuid-Koreanen zijn meesters in het geven van een draai aan overbekende genres. De stroom aan vampierfilms en -series lijkt de laatste jaren onuitputtelijk, dus moet men wel van goeden huize komen wil men nog imponeren of überhaupt met een originele invalshoek komen. Als een Koreaan een vampierfilm maakt en dat ook nog eens de van Oldboy bekende Chan-wook Park is, dan stemt dat verwachtingsvol. Losjes gebaseerd op Émile Zola’s Thérèse Raquin draait Thirst om Sang-hyun (Kang-ho Song), een priester die zich vrijwillig aanbiedt voor een programma om een middel te vinden tegen een dodelijk tropisch virus, en daarbij per ongeluk vampierbloed binnen krijgt. Het gevolg is een nauwelijks te lessen dorst naar bloed. Nog meer in strijd met zijn levenswijze is dat hij verliefd wordt op Tae-ju, de vrouw van een ziekelijke jeugdvriend die onder het juk leeft van haar bazige schoonmoeder. Het is deze stormachtige relatie die de katalysator vormt die Snag-hyuns leven nog meer op z’n kop zet.

De eerste slechte acteerprestatie van Kang-ho Song (Memories of Murder en The Host) moeten we nog tegenkomen en in Thirst zet hij weer een geloofwaardig en sympathiek personage neer, maar wel een dat afwijkt van zijn eerdere, vaak wat klungelige karakters. Zijn priester is een ingetogen, twijfelende man die met zwaar gemoed zijn nieuwe werkelijkheid probeert te aanvaarden. Het is echter Ok-bin Kim die als Tae-ju die meeste indruk maakt. Hoe zij zich van muurbloempje via manipulatief kreng tot moorddadige vampier ontwikkelt, is een genot om te zien. Ook stilistisch oogst de film bewondering met meesterlijke cinematografie van Parks vaste cameraman Chung-hoon Chung, die vaak bijna ongemerkt de meest waanzinnige toeren uithaalt en bijvoorbeeld een redelijk statische scène waarin mahjong wordt gespeeld, de nodige vaart mee weet te geven. Maar tegelijkertijd zijn er genoeg losse draadjes aan te wijzen waar Park vervolgens weinig mee doet, zoals de schare trouwe gelovige volgelingen van de priester, of diens relatie met zijn superieur. Thirst mag dan te lang en te onevenwichtig zijn en is verre van perfect, het is wel een sensuele film die vermaakt én intrigeert. (Marcel Westhoff)
Terug naar boven

Bloedbad in de banlieu

La horde
Yannick Dahan, Benjamin Rocher • Frankrijk, 2009

Wat er nou precies is gebeurd, wordt nooit helemaal duidelijk, maar een politieman is door criminelen om het leven gebracht en zijn ‘familieleden’ (zoals de leden van de politie-eenheid elkaar noemen) hebben vervolgens nog maar één gedachte: wraak! De eenheid gaat in het donker naar een bijna verlaten, aftands flatgebouw in de banlieu waar de bende zich schuilhoudt. Dat gaat volledig mis en de agenten zijn opeens gevangenen van de criminelen. Veel tijd om aan die situatie te wennen is er niet, want de hel breekt los en overal duiken opeens bijzonder agressieve zombies op. De snel uitdunnende groep wordt gedwongen om samen te werken om te kunnen overleven.

~

Het debuterende regisseursduo weet de spanning er vanaf het begin goed in te houden, ook op die momenten dat de zombiedreiging nog niet echt tastbaar is. Het groepsproces in het gezelschap zwaarbewapende ego’s wordt opvallend geloofwaardig uitgewerkt en er wordt goed gebruik gemaakt van het flatgebouw als donkere claustrofobisch setting. Als de zombie-uitbarsting zich in volle hevigheid openbaart — het uitzicht vanaf het dak over een Parijs in lichterlaaie heeft een indrukwekkend apocalyptisch gehalte — resulteert dat in een zich steeds verder escalerende geweldsorgie. Halverwege voegt zich nog een prettig gestoorde Indochina-veteraan bij het uitdunnende gezelschap die eigenlijk niet zo heel veel verschil ziet tussen het tuig dat normaliter de buurt onveilig maakt en deze lastpakken.

En laat het maar aan Franse horrormakers over om het bloedvergieten nét iets langer en nét iets bloederiger in beeld te brengen. En is er geen wapen voorhanden? Wat is er mis mee om een zombie met blote handen uit te schakelen? Duurt wat langer, maar is wel erg vermakelijk, zoals de vrouwelijke agente (Claude Perron) laat zien, die zich tot kick-ass bitch eerste klas ontpopt. Het resultaat is een overtuigende toevoeging aan de zombiecanon en een fijn staaltje splatterfest — eh… pardonnez-moi: cinéma gore. (Marcel Westhoff)
Terug naar boven