Film / Achtergrond
special: De macht van het grote geld

Het Blockbustertijdperk

.

Man of Steel

Man of Steel

Het laatste decennium zijn er vele franchises voorbij gekomen waarvan elke afzonderlijke film een vermogen heeft gekost. Productiekosten van honderd miljoen dollar en meer zijn daarbij eerder regel dan uitzondering. Sommige films, zoals Man Of Steel en World War Z, hebben zelfs al zoveel geld gekost dat ze wereldwijd 1 miljard dollar op moeten brengen om als een commercieel succes beschouwd te worden. Dat is veel geld, maar zijn het onrealistische verwachtingen?

Kantelpunt

Laten we eerst even stilstaan bij een kantelpunt in de financiële filmgeschiedenis. Tot 2009 waren er een aantal succesvolle filmreeksen: Harry PotterStar Wars, PiratesTwilight en Lord of the Rings om er een paar te noemen. De productiebudgets van deze films lagen allemaal zo rond de 100-150 miljoen dollar, de opbrengsten schommelden rond de 800 miljoen dollar. Het kan er een miljoentje of wat naast zitten, maar deze filmreeksen waren of zijn visuele goudmijntjes. Er werd op safe gespeeld met grote acteurs, grote regisseurs en een potentieel groot publiek door al bestaande populaire stripboeken (superheldenfilms), oude films (reboots) of succesvolle boeken (Harry PotterThe Hunger Games) als startpunt te nemen.

Toch werden echt gigantische klappers niet gemaakt. Bioscoopopbrengst staat niet gelijk aan winst, en productiekosten zijn slechts een deel van de kosten. Bovendien bleken hogere investeringen geen garantie voor een hogere winst. Bioscoopbezoek is lastig te voorspellen. Filmpubliek is grillig. Harry Potter And The Half Blood Prince (productiebudget 250 miljoen dollar) leverde bijvoorbeeld net zoveel op als een Harry-Potterfilm met een budget van 100 miljoen dollar, dus dit soort financiële risico’s waren vaak eenmalig.

‘Ik hou gewoon van blauw’


Avatar

Avatar

Maar in 2009 kwam daarin verandering. Toen kwam Avatar. Een enorme gok van 20th Century Fox die 280 miljoen dollar beschikbaar stelde om een film te maken waarvan niet zeker was of het een succes ging worden. Want de film was geen onderdeel van een populaire filmreeks, bevatte geen wereldberoemde acteurs en ging over blauwe aliens. ‘Ik hou gewoon van blauw’, verklaarde regisseur James Cameron die het record van grootste kassucces ooit sinds 1997 met Titanic al in handen had.

Naast Cameron was de inzet van 3D-technologie dé trekpleister van Avatar. 3D was al in opkomst en is sinds die tijd veel geïmplementeerd in de hoop een graantje van de hype mee te pikken, maar het niveau van Avatars 3D werd nooit meer gehaald. Avatar is echter niet alleen een trendsetter op het gebied van 3D, maar ook op het gebied van kassuccessen. Met een wereldwijde opbrengst van ruim 2,7 miljard dollar is het veruit de meest succesvolle film ooit.

De magische grens

Terug naar het heden, waar een miljard dollar in bioscoopkaartverkoop momenteel de magische grens is. De inzet is dus hoog voor de huidige generatie blockbusters: Man of SteelWolverineElysium. Maar van alle films die ooit gemaakt zijn, hebben slechts 16 films wereldwijd meer dan een miljard dollar opgeleverd. Toch is het niet ondenkbaar dat Man of Steel dat bedrag zal halen. Sterker nog, zelfs voordat de film is uitgebracht is er al 170 miljoen dollar aan inkomsten geworven uit ‘product placement‘. Merken betalen de filmmaatschappijen geld om hun producten in de film te tonen. Denk aan GTST, waar altijd wel iemand tijdens een aflevering Doritos zit te vreten. Of onlangs James Bond, die in Skyfall zijn Martini inruilde voor een Heineken.

Dan blijft er nog zo’n 830 miljoen dollar over voor Man of Steel. Zoveel heeft de film natuurlijk niet gekost om te maken, maar naast productiekosten (225 miljoen dollar) neemt ook de marketing een hap uit het budget. Het bereiken van de juiste doelgroep – meestal opgeschoten tieners – met reclame en TV-spotjes kost geld. Zo’n 60-80 miljoen dollar. Omdat filmmaatschappijen gemiddeld ‘slechts’ 50% van de kaartverkoopinkomsten krijgen, moet de film minstens het dubbele opbrengen van alle gemaakte kosten. Al met al ligt de lat in dit geval rond de 650 miljoen dollar.

Met een wereldwijde opbrengst van 650 miljoen dollar draait de filmmaatschappij dus ongeveer quitte. En stel nou dat Man Of Steel ‘slechts’ 750 miljoen dollar oplevert, dan betekent dat voor de filmmaatschappij een ‘minimale winst’ voor het nemen van een groot risico. Het gaat namelijk ook wel eens fout, zoals met M. Night Shyamalans After Earth. Daarom is de film pas vanaf een miljard dollar een commercieel succes.

Geld is niet alles

Maar wat zijn de consequenties van deze financiële ontwikkelingen? Er zijn er een aantal te benoemen.

Ten eerste worden aspecten die weinig te maken hebben met films een steeds groter onderdeel van de filmindustrie. Marketing, ’tracker’-systemen en buzz genereren via sociale media zijn belangrijker geworden dan een goed en origineel script. Deze nieuwe technieken staan vrijwel gelijk aan inkomsten. Marketing zodat iedereen weet wanneer je film draait, tracking zodat je een verwachting hebt van het aantal bezoekers dat zal komen opdagen en buzz om (nog) meer bezoekers te trekken.

Skyfall

Skyfall

Ten tweede wordt druk gezocht naar nieuwe succesformules die vervolgens kunnen resulteren in een franchise. The Purge was in Amerika slechts enkele dagen uit (budget 3 miljoen dollar, opbrengst openingsweekend 34 miljoen dollar) of deel twee werd al aangekondigd. Of denk aan The Hunger Games, waarmee de gangen voor een nieuw goudmijntje zijn gegraven. Of alle moeite (lees: salarisonderhandelingen) die de makers van Skyfall hebben gedaan om Sam Mendes wederom aan boord te krijgen voor het volgende 007-avontuur.

De derde consequentie hangt nauw samen met de tweede. Als eenmaal de goede formule is gevonden voor een franchise, dan wordt daar niet meer van afgeweken. Never change a winning team. En de goede formule hoeft alleen maar te voldoen aan de alsmaar afnemende verwachtingen van het publiek.

Van slavengevechten naar ‘reality’

Zoals Thomas van Luyn onlangs terecht constateerde, is er een nieuw tijdperk aangebroken. Nu blijkt dat het publiek liever kijkt naar asociale mensen in een huis/op een eiland/zuipend in een bubbelbad/’zingend’ voor een jury op een ster/naakt/neukend/moddervet/of met een lichamelijke afwijking (de geestelijke is een voorwaarde) scheelt dat bakken met geld. Geen moeilijk gedoe met concepten, geen scriptschrijvers, geen originaliteit, maar ‘reality’ waarin het uitschot van de samenleving de massa dient te vermaken. Van slavengevechten in een arena naar ‘reality’ is een stap van 2000 jaar, al lijkt de beschaving soms stil te hebben gestaan. De realisatie dat de slaven geen keus hadden, maakt de situatie eigenlijk alleen maar schrijnender. 

Deze trend is ook aanwezig in de filmindustrie, wanneer ‘asociale mensen’ met ‘explosies in 3D’ worden vervangen. In het derde deel van Transformers was eigenlijk Optimus Prime de hoofdpersoon, de mens kwam nauwelijks meer in het verhaal voor. De menselijke aspecten van film dreigen te verdwijnen. Daarvan kun je deels de filmmaatschappijen de schuld geven, maar ook moet worden geconstateerd dat het publiek er niet kieskeuriger op wordt. Zolang Hollywood met een eindeloze stroom aan sequels en spin-offs geld kan verdienen, zullen ze dat niet laten. En terecht: we hebben te maken met een industrie.

Maar enkele verwijten vallen wel te maken. Zo weigeren grote filmmaatschappijen te investeren in kleine films. Een getalenteerde filmmaker een paar miljoen dollar geven (een schijntje) zit er niet in. En dat heeft niet alleen te maken met jaaromzet. Het geeft ook aan dat filmmaatschappijen worden geleid door managers en niet door filmliefhebbers, filmkenners of mensen die op welke manier dan ook affectie hebben met het medium. Het grootste probleem met het hele financiële systeem is dat er geen ruimte meer is voor originaliteit. Het culturele aspect van film dreigt ten onder te gaan in het geweld van 3D-explosies. Productiemaatschappijen kiezen er voor om dure films te maken, die zo overweldigend zijn dat ze alle aandacht en dus ook alle inkomsten opeisen. Voor minder ambitieuze en niet naar die explosies hunkerende regisseurs wordt het daardoor steeds moeilijker om investeerders te vinden.

Wisseling van de wacht


Behind The Candelabra

Behind The Candelabra

Steven Soderbergh luchtte in een daverende speech op het San Francisco Film Festival zijn hart. Soderberghs laatste film, Behind The Candelabra, kreeg hij niet gefinancierd. De reden volgens Soderbergh: ‘because it was too special.’ Hij bedoelt: ‘omdat er twee homo’s in zitten.’ Soderberghs film werd  in Cannes jubelend ontvangen, terwijl enkele honderden kilometers verderop mensen protesteerden tegen het homohuwelijk. En al die mensen waren niet naar Behind The Candelabra gekomen.

Wanneer controversiële films slechts door jury’s worden gewaardeerd, is er weinig hoop. HBO heeft uiteindelijk Soderbergh een bak geld gegeven en toont daarmee karakter. Maar is het genoeg? Is straks de televisie nog het enige medium waar we iets fatsoenlijks kunnen zien?

Het lijkt er wel op. Tegenwoordig levert HBO aanzienlijk hogere kwaliteit af dan Hollywood. De opkomst van HBO en later dit jaar NetFlix luiden wellicht betere tijden in. De wisseling van de wacht houdt ons letterlijk aan de buis gekluisterd, maar de rode stoelen en het grote scherm zullen worden gemist. Wanneer de financiële stromen het filmklimaat in zoverre gaan beheersen dat het onrendabel wordt een arthousefilm te financieren, zal de productie van arthouse stilletjes aan stoppen. Het culturele aspect van film verdwijnt daarmee uit de bioscopen en dat zou eeuwig zonde zijn.