Van clip naar film #1
.
Control, vorig jaar een succes in Cannes, Hamburg en de Nederlandse filmtheaters, markeerde Anton Corbijns overstap van fotograaf en clipregisseur naar speelfilmregisseur, iets waarin mensen als David Fincher, Spike Jonze en Michel Gondry hem reeds voorgingen. Een goed moment om het visuele oeuvre van deze heren eens nader te onderzoeken. Deze week deel 1 in een reeks artikelen over artiesten die de overstap van clip naar film maakten: Anton Corbijn (1955).
Het werk van dé fotograaf van ’s werelds beau monde kenmerkt zich door een ironiserende ondertoon, waarbij mensen uit de film-, pop en modewereld worden losgeweekt uit de omgeving waarmee zij gewoonlijk worden vereenzelvigd en worden getoond in een situatie of locatie die vaak haaks staat op hun status als ‘ster’. Treffende voorbeelden hiervan zijn U2-frontman Bono met een grote sombrero en dito snor, Peter Gabriel bij een bushalte met een lullig brommerhelmpje op zijn hoofd, Danny de Vito met een ballon – waardoor zijn kleine voorkomen nog kinderlijker overkomt, en Robert de Niro, gefotografeerd in een koffiebar tegen de achtergrond van een immense bergvallei. Mede doordat hij de fotograaf niet aankijkt, gaat de aandacht van de kijker naar de omgeving, niet naar de persoon op de voorgrond, vaak een ultiem no-no bij het fotograferen van beroemdheden.Iconische status
Corbijn werkte vaak in contrastrijk zwart-wit voor zijn foto’s, maar kan zich ook met kleur prima uitdrukken. De foto’s die hij maakte van de Ierse band U2 laten dit duidelijk zien: de iconische status als ‘redders van de popmuziek, c.q. mensheid’ die de band vooral sinds het eind van de jaren tachtig heeft verkregen, werd benadrukt in de zwart-witfotografie voor de albums The Joshua Tree (1987) en Rattle and Hum (1988): de hechte band binnen de groep wordt benadrukt door de bandleden voornamelijk samen te fotograferen, musicerend en/of somberend, en slechts zelden afzonderlijk.
Still uit Electrical Storm van U2 |
De nieuwe artistieke richting die U2 in 1991 insloeg op het album Achtung Baby getuigde van experimenteerdrift en zelfrelativering, hetgeen ook naar voren werd gehaald in Corbijns (kleuren)fotografie voor het album: de fotocollage die hij maakte voor de hoes toont de bandleden in travestie, als larger than life popidolen (Bono wordt zelfs gefotografeerd tegen de achtergrond van een verlicht reuzenrad, waarvan de lichten zijn hoofd als een halo omkransen, en als The Fly, de archetypische rocker met (te grote) donkere zonnebril), naakt (Adam Clayton met een strategisch geplaatst kruis), en als kosmopolieten, die in lullige Trabantjes door Berlijn en Tunesië tuffen. Voor het album All That You Can’t Leave Behind (2000) deed Corbijn de fotografie weer in zwart-wit, en centreerde hij zijn beelden rond het thema ‘reizen’, met als plaats van handeling hal 2F van de Parijse luchthaven Charles de Gaulle, en veel foto’s van U2 bandleden plus bagage.
Maar ook als clipregisseur kan Anton Corbijn bogen op een indrukwekkende staat van dienst: Joy Division, U2, Peter Gabriel, Metallica, Nirvana, Depeche Mode, Henry Rollins, Herbert Grönemeyer, Nick Cave, The Killers en ‘onze eigen’ Golden Earring werkten allemaal met hem samen. Corbijn voelt intuïtief aan wat een song of band visueel nodig heeft en laat zich daarbij naar eigen zeggen inspireren door “de twee T’s van Europa: Tati en Tarkovsky”. Beide zijn filmregisseurs, maar niet alleen werkzaam in verschillende genres (komedie en drama), maar ook aan verschillende uiteinden van het emotionele spectrum: Jacques Tati is de meester van de non-verbale, licht absurde en ironiserende humor, terwijl Andrei Tarkovsky hermetische films maakt, waarin existentiële eenzaamheid, filosofie en het zoeken naar spiritualiteit centrale elementen zijn. Beide zijn verschillende kanten van dezelfde munt, die samen lijken te komen in Corbijns werk.
Popfotograaf voor de NME
Corbijns speelfilmdebuut Control (2007), gebaseerd op het leven van Ian Curtis, is gefilmd in zwart-wit. Dit omdat dat volgens Corbijn beter aansloot bij het beeld dat hij van de periode met Curtis’ band Joy Division had: de foto’s die hij van de band maakte begin jaren tachtig vormden het begin van Corbijns loopbaan in Engeland als popfotograaf voor de New Musical Express (NME) en waren veelal in zwart-wit. De film is op zijn beurt weer gebaseerd op het boek Touching from a Distance van Ian Curtis’ weduwe Deborah Curtis, en Corbijns filmische eersteling oogstte veel bijval dit jaar op diverse filmfestivals, waaronder het gerenommeerde festival van Cannes, waar Control de prijs voor de beste Europese film ontving van de Quinzaine en de prijs voor de beste debuterende regisseur. Hoofdrolspeler Sam Riley ontving op het Edingburgh International Film Festival een onderscheiding als beste acteur in een Britse speelfilm.
Still uit Enjoy the Silence van Depeche Mode |
In 2005 verscheen de dvd The Work of director Anton Corbijn (Palm Pictures), met daarop een overzicht van zijn werk als clipregisseur, een documentaire en interviews. Deze dvd werd uitgegeven in de Directors Label-serie, die een overzicht geeft van het werk van toonaangevende clipregisseurs. Niet toevallig is de reeks geïnitieerd door Spike Jonze, Michel Gondry en Chris Cunningham (een collega-regisseur, vooral bekend van zijn werk voor Aphex Twin en Björk), die allen hun visuele oeuvre (waaronder ook veel reclamefilms) in de reeks de revue lieten passeren. Niet alleen is deze reeks een belangrijke stap in het waarderen van videoclips en commercials als een volwassen kunstvorm, hij geeft tevens een overzicht van de invloeden, stijl en voorkeuren die de gekozen regisseurs in hun werk aan de dag leggen.
Logische ontwikkeling
Dat vele creatievelingen uit de Directors Label-serie via het regisseren van clips en commercials uiteindelijk terecht komen bij het regisseren van speelfilms is logisch: dit format verschaft de regisseur een groter canvas om zijn verhaal te vertellen dan de pakweg drie minuten van een videoclip dat kan doen. En het succes hiervan doet verlangen naar meer. Op de vraag of Corbijn na zijn geslaagde debuutfilm Control vaker speelfilms zal gaan regisseren, antwoordt hij dan ook onomwonden: “Jazeker, absoluut.” Een goede zaak: gezien de kwaliteit van zijn debuut lijkt het alleszins waarschijnlijk dat Corbijn, naast zijn reeds indrukwekkende oeuvre als fotograaf en clipregisseur, ook nog van zich zal doen spreken middels het maken van boeiende speelfilms.