Een ironische avond met oudgedienden
.
En het was een geslaagd festival. Al was het maar omdat het een avond opleverde waar Aart Staartjes en Joost Prinsen wat rond keutelden. Het voorlezen van meneer Aart over zijn haat voor theater was mooi, en een beetje tragikomisch. Er waren meer grote antieken aanwezig: Kees van Kooten heeft zijn ‘modermismen’ verruild voor het grootouderschap. Hij vertelde er hartverwarmend over en op handen en knieën zijn eigen capriolen uitbeeldend maakt hij zichzelf als opa al even kwetsbaar en belachelijk als in zijn eerdere observaties van de moderne tijd.
Gevestigde namen
Het was sowieso een festival met veel grote en gevestigde namen – Marcel Möring, Remco Campert, Thomas Roosenboom en Nelleke Noordervliet maakten hun opwachting. Bij de ‘jonge garde’ waren evenmin echt verrassende namen te ontdekken. Tommy Wieringa ontving die middag de F. Bordewijkprijs, Gerbrand Bakker schreef met Boven is het stil één van de best ontvangen debuten van het jaar en Arjen Lubach, Aukelien Weverling, Niels ’t Hooft gaven ook op Crossing Border, van de zelfde organisatoren, al acte de présence. Voor echt ‘jong’ talent werd er nog even in de Spunk-vijver gevist en Renske de Greef opgedoken.
De optredens wisselden erg in kwaliteit: Wieringa was geestig en sterk, in toon vergelijkbaar met Joe Speedboot. De Greef verschool zich achter de ‘onzeker meisje-meisje-act’, maar wist daarmee niet te verhullen dat ze eigenlijk niets te melden had. Ook Weverling stond onzeker op het podium. Haar voordracht wist wél te boeien, al was hij wat voorspelbaar. Voor haar roman Politiek gevangene lift ze mee op de trend van ‘kinderen van onverbeterlijke wereldverbeteraars’. Op hetzelfde podium stelde Niels ’t Hooft enigszins teleur vanwege een weinig origineel onderwerp – porno en Mars. Maar de laatste zin van zijn verhaal relativeerde het wat puberale verhaal en hiermee wist hij zijn voordracht toch nog te redden.
Historisch hoogtepunt
Het hoogtepunt kwam van één van de meest gevestigde namen: Arthur Japin. Hij heeft alvast één exemplaar van zijn nieuwe boek verkocht. Japins voorliefde voor historische romans met hoofdpersonen die bestaan hebben is bekend. Zijn aanstaande boek is wat dat betreft te vergelijken met Een schitterend gebrek en De zwarte met het witte hart. Dit keer gaat het over negentiende-eeuwse pioniers in Texas en hun strijd met de Commanche-indianen. Japins voordracht was uitstekend geacteerd en daardoor spannend en meeslepend.
Het was wel verfrissend, een literair festival dat niet de synthese met muziek zocht. Organisatoren van literaire festivals zouden vaker tegen elkaar moeten zeggen: ‘Er komen ook nog wat bandjes. Wel zo gezellig.’ Een verband met literatuur hoeven we dan niet te zoeken, het is gewoon mooi. Bij Het Voorwoord waren Meindert Talma & The Negroes en Do the Undo daarvoor ingehuurd. Vooral Talma en consorten kweten zich heel goed van hun taak: rauw, mooi, indrukwekkend en stiekem zelfs een beetje literair. En het paste, op een festival met literatuur en ironie.