Boeken / Achtergrond
special: Boekenweekprogramma in De Kleine Komedie

Vriendschap als kleine komedie

Voor het derde achtereenvolgende jaar betrad tijdens de Boekenweek een kleine keur van artiesten en schrijvers het podium van De Kleine Komedie. Voor een zo goed als volle zaal zetten ze, met Rick de Leeuw als ceremoniemeester, het thema Vriendschap en andere ongemakken feestelijk enige kracht bij. Een traditie die gerust voortgezet mag worden.

Het leek er dit jaar op dat de week niet reusachtig op gang kwam, wat al begon met een Boekenbal dat plichtmatig en zonder rumoer verliep. Misschien is de ontlezing er debet aan. Of anders het thema, waarover links en rechts plichtmatig en zonder rumoer geschreven en gebabbeld is. Tja, vriendschap als ongemak. Alleen Herman Koch slaagde er in NRC Handelsblad in hardhandig af te geven op het fenomeen (‘Ontvrienden doe je zo’) en ook nog lezers op de kast te jagen die het betoog graag van a tot z letterlijk namen.

Poep en pies

In De Kleine Komedie kon het in principe over alles gaan wat als een ongemak kan uitpakken, of zogenaamd althans. Twee schrijvers lazen voor uit eigen werk, schools achter een tafeltje met leeslamp gezeten. Van Herman Brusselmans weet je wat je verwachten kan: hij parodieert droog het aloude choqueren, liefst met enig poep en pies, en stelde niet teleur. Hij weet na zo veel decennia schrijverschap hoe zijn voordracht, onderwerpkeuze en schrijfstijl uitpakken en gaat min of meer op de automatische piloot.

Peter Buwalda, niet echt als een geboren voordrachtskunstenaar een lang kwartiertje voorlezend uit zijn succesdebuut Bonita Avenue, legt het kansloos af tegen de Vlaming. Zijn aaneenrijging van lauwe zinnen vormt live niet een eenheid die pakt. Het vermoeden dringt zich juist dan op dat een zaal op een bevrijdende lach zit te wachten. Ook dichteres Kira Wuck zorgde daar niet voor, behalve toen ze zei dat je het beste kotsend uit een riksja een stad kunt bezichtigen. Voor zover verstaanbaar was haar poëzie toch aardig.

Uitblinker

Paulien Cornelisse heeft met haar gevat geformuleerde kijk op rare taal een gouden greep gedaan. Ze is afkerig van samenstellingen als consuminderen, maar hilarisch is haar doordraven op ‘gespruzie’, gesprekken die op ruzie uitlopen (‘rusprek’ kan niet, want ruzie loopt nooit op een gesprek uit). Ze wil wel eens wat anders dan taalkritisch grappig zijn, maar het verhaaltje waarin ze als astronaute acteert, is waarschijnlijk niet haar genre. Het publiek wachtte vergeefs op een lach. Ook de grappigheid van het Monica da Silva Trio (Tim Kamps en Arjen Lubach) is niet denderend, maar hun liedjes zijn klasse.

Absolute uitblinker van de avond was good old Hans Dorrestijn met zijn even snedige als gortdroge bijdrage over ‘de bejaarde als ongemak’, daarin ook zichzelf te grazen nemend. Alles klopte aan zijn optreden: lengte, tempo, zaalbetrokkenheid, grapdichtheid, humorkwaliteit, voordracht. Het is te hopen dat zijn tekst nog ergens te lezen zal zijn en ook dat hij tot en met het barre eind op dit niveau van zich zal laten blijven horen.

Boekenweekvoorstelling zondag 18 maart De Kleine Komedie Amsterdam