Klassieker: Alexis de Tocqueville – Over de democratie in Amerika
Wij zijn allen democraten. We beschouwen de democratie als een a priori gegeven, zelfs zozeer dat ook de ontevredenen haar niet ter discussie zullen stellen. Maar het is niet allemaal hosanna. De fundamentele oorzaken daarvan worden uitgelegd door een van de allergrootste politieke filosofen ooit, Alexis de Tocqueville.
Op hol geslagen massa’s
Het is zeker niet vanzelfsprekend dat uitgerekend Alexis de Tocqueville (1805-1859) het eerste canonieke werk over de democratie heeft geschreven. Tocqueville kwam namelijk uit een aristocratische familie, die al eeuwenlang behoorde tot de zeer zelfbewuste noblesse d’épée, de zwaardadel. Tijdens de Jacobijnse Terreur, die volgde op de Franse Revolutie, zaten zijn ouders tien maanden lang in de gevangenis in afwachting van de guillotine – gelukkig viel Robespierres hoofd eerder.
Dergelijke anekdoten moeten verteld worden om te begrijpen welke proporties het imaginaire standbeeld van de intellectuele held Tocqueville dient aan te nemen. Sinds de Franse Revolutie werd democratie door velen, en zeker door de aristocratische klasse, gelijkgesteld aan anarchie. Maar niet door Tocqueville, die aantoonde dat het angstbeeld van de democratie als een op hol geslagen massa enkel een hersenschim is.
Nieuwe politieke wetenschap
Wel dienen er bij de instelling van een democratie bepaalde richtlijnen in acht te worden genomen. De noodzaak van deze richtlijnen vormt Tocquevilles beginpunt. Hij ziet in de eeuwen voor hem een alomtegenwoordige, gestage trend richting gelijkheid. Om deze reden acht hij, ondanks de Franse en Europese Restauratie – in Tocquevilles Frankrijk hadden amper 5 op de 1000 inwoners stemrecht – de opkomst van de democratische toestand onstuitbaar. Omdat de Europeanen alleen bezig waren op krampachtige wijze de democratie de weg te versperren, hadden zij geen oog voor zowel haar deugden als kwalen. Daarom propageert Tocqueville ‘een nieuwe politieke wetenschap voor een geheel nieuwe wereld’. Deze had als doel:
De democratie onderrichten, waar mogelijk haar overtuigingen nieuw leven inblazen, haar zeden zuiveren, haar bewegingen regelen (…) haar staatsbestel aanpassen aan tijd en plaats, het wijzigen naargelang de omstandigheden en de mensen: dat is vandaag de eerste plicht die is opgelegd aan hen die de samenleving leiden.
En op welke wijze kon men beter leren hoe dit moest dan door de volwassen Amerikaanse democratie te bestuderen? Tocquevilles Over de democratie in Amerika gaat dus eigenlijk nauwelijks over Amerika, maar veel meer over de daar zichtbare algemene democratische tendensen, waaruit de Europeanen lering moesten trekken.
Individualisme
Veelvuldig maakt Tocqueville gebruik van de tegenstelling democratie versus aristocratie. Het eerste en bepalende verschil daartussen komt naar voren in de volgende beroemde vergelijking: ‘De aristocratie had van alle burgers een lange ketting gemaakt die van paysan tot koning liep; de democratie breekt de ketting en legt elke schakel apart.’ In de democratie is iedere burger gelijk en vrij, maar als mogelijk schadelijk neveneffect van deze positieve conditie kan een atomistische samenleving ontstaan.
Belangrijkste boosdoener is het individualisme, dat binnen de democratie is ontstaan: een rustig en weloverwogen gevoel dat de burger ertoe aanzet zich terug te trekken in de eigen kleine privékring. Dat leidt ertoe dat iedere burger ‘onafhankelijk maar zwak’ is, en dat hij niet-persoonlijke zaken het liefst aan de staat overlaat.
Zie hier de reden waarom liberalen, waaronder onze jeune premier Mark Rutte – wiens goedkeuring zelfs de omslag van de nieuwe Nederlandstalige, schitterend verzorgde uitgave ‘siert’ – Tocqueville zo gretig omarmen. Want Tocqueville waarschuwt voor het gevaar dat door de individualistische houding van de burger een monsterlijke overheid ontstaat, wier tentakels zich langzaam maar zeker uitstrekken over alle gebieden van de samenleving. Op deze wijze dreigt de democratie te evolueren richting een ‘mild despotisme’:
Een immense en beschermende macht (…) die zich als enige belast met de zorg voor hun genietingen en het toezicht op hun lot. Zij is absoluut, nauwkeurig, regelmatig, vooruitziend en zachtmoedig. Zij zou op het vaderlijk gezag lijken als zij, evenals dat gezag, tot taak zou hebben de mensen voor te breiden op de volwassenheid, maar zij probeert juist niets anders te doen dan hen onherroepelijk in hun kindertijd vast te houden.
Associaties
De Amerikanen hebben hierop een tegenwicht gevonden, namelijk de associatievorming. Binnen de associatie leren de burgers hoe hun eigenbelang aansluit op het algemeen belang, leren zij de ‘kunst van de vrijheid’ en het belang van samenwerking. Nog altijd zien ‘Neo-Tocquevillianen’ associatievorming en lokale democratische participatie als essentiële maatschappelijke buffers tegen een te machtige centrale staat en tegen een mogelijke tirannie van de meerderheid (een begrip dat door Tocqueville is gemunt). Rutte en consorten zullen dit volmondig en met de hen zo eigen glimlach beamen: de burger die eindelijk eens de verantwoordelijkheid neemt, en niet enkel vragend naar vadertje staat kijkt.
Maar de observator Tocqueville destilleerde nog meer mooie inzichten uit de Amerikaanse democratische processen. Bijvoorbeeld de nieuwe vorm van stabiliteit: het gros van de burgers is continu met de eigen materialistische belangen bezig, waardoor hun overtuigingen onveranderlijk zijn en ze niets liever willen dan publieke rust. Tocqueville noemt dit zelfs de enige overgebleven ‘politieke hartstocht’: immers, niets is zo slecht voor de handel als een revolutie.
Ruttes ideaal?
Maar lezend over dit ongebreidelde materialisme, blijkt er toch meer aan de hand te zijn dan de simplificerende ‘recht-op-en-neer-filosofie’ van Rutte en het rechts-populisme doet vermoeden. Tocqueville als politiek psycholoog hamert namelijk continu op de geestelijke nivellering binnen de democratische samenleving:
Ik zie een ontelbare massa eendere en gelijke mensen die voortdurend met zichzelf bezig zijn om zich kleine en platvloerse genoegens te verschaffen waarmee zij hun ziel vullen.
De associatievorming mag dan een antidotum tegen het despotisme vormen, tegen de teloorgang van de werken van de geest, het artistieke, het spirituele – of hoe je het ook noemen wilt – is binnen de democratische toestand veel moeilijker een tegenwicht te vinden:
Wat ik de gelijkheid verwijt, is niet dat zij de mensen aanzet tot het najagen van verboden genoegens, maar dat zij hen volledig doet opgaan in de zoektocht naar toegestane genoegens.
In de gelijkheidstoestand lijkt vaak enkel het economisch nut waarde te worden toegekend; de waarden van de geest zijn onbekend. De massa streeft onbekommerd af naar een toestand van dierlijke eenvormigheid. Dit wordt mede veroorzaakt doordat in de democratische situatie mensen minder snel iets van de ander willen aannemen of leren. Zij kunnen de ander niet zien als superieur, maar altijd enkel als gelijke, waardoor zij ‘voortdurend worden teruggeworpen op hun eigen rede als de meest zichtbare en de meest nabije bron van de waarheid’.
Streven naar grootsheid
Daarentegen hebben burgers alle vertrouwen in de opinie van de meerderheid, allemaal zijn ze immers gelijken, dus dan moet de waarheid toch bij het grootste aantal te vinden zijn? Tocqueville voorspelt het geloof in de publieke opinie: ‘De meerderheid leeft dus in een permanente staat van zelfaanbidding; alleen dankzij vreemdelingen of hun eigen ervaring krijgen de Amerikanen oog voor bepaalde waarheden.’
De democratie acht Tocqueville onvermijdelijk, maar hij betreurt de verloren ‘grandeur’ van de aristocratie, die er juist toe aanzet de geest ‘op te laten stijgen naar de hogere regionen van het denken’ en die haar ‘op natuurlijke wijze rijp [maakt] voor de sublieme en bijna goddelijke liefde voor de waarheid.’ Wat kan er gedaan worden om toch nog iets van deze grootsheid te behouden? Tocqueville komt hier helaas niet verder dan een pleidooi, dat de Nederlandse politici nooit zullen durven navolgen:
De wetgevers van democratieën en alle eerbare en verlichte mensen die er leven, moeten dus onophoudelijk alles in het werk stellen om de zielen te verheffen en die op de hemel gericht te houden.
De liberale traditie
Het is in deze kritische liberale traditie, waarin de democratie zowel wordt omarmd als op haar fouten gewezen, waarin een waakzaam en integer burger dient te staan. Van de grote gevaren waarop Tocqueville wijst, die van de zwakke eenling tegenover een almachtige staat of de tirannieke meerderheid, en die van een alles doordringende en omlaaghalende geestesnivellering, behoren burgers zich ten volste bewust zijn.
Het is onvermijdelijk dat dit essay te weinig recht doet aan de 800 pagina’s van Tocquevilles Over de democratie in Amerika. Vooral het tweede boek loopt over van inzichten die na 170 jaar nog altijd geldig zijn en weten te verrassen. Tussendoor voorspelt Tocqueville en passant de Koude Oorlog, om zo maar wat te noemen. Enkel een voorbeeld om duidelijk te maken dat er over deze grootse politieke filosoof, Machiavelli gelijk, nog zoveel meer te zeggen – en te lezen – valt.