Autonomie, lef en confrontatie
Het International Theatre School Festival Amsterdam heeft een aantal turbulente jaren achter de rug. Gelukkig is daar een einde aan gekomen en kunnen we dit jaar toch het werk van afstuderende theaterstudenten bekijken. Er zijn wat verschillen met vroeger: het ITS duurt vijf dagen in plaats van negen. En de afsluiting is geen gala met allerlei awards maar een ‘priceless sexy slotfeest’. Het ITS wil ‘inspireren in plaats van concurreren’. 8WEEKLY maakte de slotdag mee en raakte onder de indruk.
NOBUYA – TELETEXT/Koninklijk Conservatorium van Antwerpen, Drama
In de Rode Zaal van de Brakke Grond staat een muzikale set-up: drums, basgitaar en twee keyboardachtige instrumenten, waarvan één verbonden is met een laptop. TELETEXT wordt gevormd door Leonore Spee en Sascha Bornkamp, twee Nederlandse, maar inmiddels vervlaamste, afstuderende studentes aan de Kleinkunst Afdeling van het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen. De voorstelling Nobuya is gebaseerd op het Japanse woord voor ster. Bedoeld wordt ster als in beroemdheid, maar TELETEXT heeft er een ster aan de hemel van gemaakt. Vonden ze mooier. Dat doen ze vaker, de dames, ze halen woorden en teksten uit hun oorspronkelijke context en maken daar liedjes van.
Alle liedjes uit Nobuya zijn samengesteld uit WhatsApp-berichten. Dan krijg je zinnen als: ‘laat mijn goden maar gewoon idolen zijn’ en ‘als je priemgetallen moet geloven zal het geen goed jaar meer zijn’. Ook is het boek ‘Norwegian Wood’ van Haruki Murakami gebruikt. Grappig idee dat de titel ‘Norwegian Wood’ een Beatles song was en dat het boek nu weer een ander liedje heeft opgeleverd. En er is een ode van een smartphone aan zijn eigenaar.
Het is een bijzonder gezicht om die jonge meiden aan de keyboards bezig te zien. Ze hebben mooie stemmen die goed bij elkaar passen en ze worden prachtig ondersteund door een basgitarist en een drummer die zijn instrument soms laat fluisteren. Er wordt zeer subtiel gemusiceerd door alle vier. Nobuya is een voorstelling die je blij doet zijn dat het ITS nog bestaat. Er is iets heel energieks, fris en hoopvols aan afstuderende theaterschoolleerlingen. Ook iets kwetsbaars maar dat is, zeker op het toneel, een grote meerwaarde.
AUGUSTUS OKLAHOMA – Toneelacademie Maastricht, acteursopleiding
Ze hebben in ieder geval wel lef, die afstuderende jongens en meisjes van Toneelacademie Maastricht. Augustus: Oklahoma van Tracy Letts is één van de mooiste hedendaagse toneelstukken. Letts heeft er zeer terecht een Pulitzer Prize voor gekregen. Maar makkelijk om te spelen is het niet. We hebben in Nederland al verschillende versies kunnen zien. De niet zo fantastische invulling van De Utrechtse Spelen, de film met Meryl Streep en Julia Roberts en het wonderschone ‘Augustus, ergens op de vlakte’ van NTGent.
Augustus Oklahoma gaat over een disfunctionele familie met veel verslavingsproblemen. De tekst is uitermate geestig, maar ook heel donker en pijnlijk. En de meeste personages zijn tussen de veertig en zeventig jaar oud. Dat wreekt zich bij de Maastrichtse twintigers. Ze hebben een prima regisseur in Daria Bukvić en het ziet er geweldig uit, maar de vraag is of het niet een te ambitieus project voor ze is. Het is duidelijk dat iedereen kan spelen en de tekst is zo goed dat het sowieso een spannende middag oplevert. Maar komt het stuk tot zijn recht? En is iedereen in staat eigen kunnen optimaal te laten zien?
De Vlaamse Laura De Geest, die moeder Violet speelt, in ieder geval wel. Het is zeer knap hoe de jonge actrice geloofwaardig een monsterlijke bitch van vijfenzestig neerzet. Ze is één van de weinigen die de geestige bijtende tekst echt recht doet en er is ook een moment, vlak nadat duidelijk is dat haar verdwenen man Beverly zelfmoord heeft gepleegd, dat je haar pijn voelt. Maar de prachtige donkere slotscène werkt niet. Hoeveel talent De Geest ook heeft, hier is ze vermoedelijk te jong voor.
Wat opvalt aan de voorstelling is dat de veelgeprezen stemtraining van Toneelacademie Maastricht zijn nadelen heeft. Er wordt weliswaar zeer duidelijk en met voldoende volume gesproken maar het klinkt af en toe erg toneelmatig. Sommige acteurs hanteren een fysieke manier van spelen die grappig bedoeld lijkt, maar het niet is.
Er zijn echter ook heel mooie momenten in deze voorstelling: de dinerscène is geweldig en het lied waar die mee eindigt verrassend en heel goed gekozen. Een aantal van deze acteurs kan mooi zingen, dat is op Nederlandse toneelscholen niet vanzelfsprekend.
Letts maakt in zijn stuk duidelijk dat het land waar de familie woont vroeger aan indianen toebehoorde. De manier waarop dat gegeven hier wordt vertaald is bijzonder. Aan het begin van de voorstelling dekt een gigantische Amerikaanse vlag het speelveld volkomen af. De drie dochters van de familie komen voor de vlag staan en zingen met veel lef en overdreven uithalen het Amerikaanse volkslied. Als de familie uit elkaar is gevallen en Violet troost zoekt bij de indiaanse bediende Johnna, die ze het hele stuk door heeft bespot, horen we een krachtig indiaans gezang. Een treffend einde.
NOMADEN – Sam Scheuermann, Toneelacademie Maastricht, regie
In een grote ruimte staat een doorzichtige glazen cabine waarin op een bankje een aantal performers volkomen in elkaar gestrengeld ligt. Je ziet haren, handen, voeten, maar of het mannen of vrouwen zijn en hoeveel mensen er in totaal liggen is niet te zien. In de theaterruimte staan wat stoelen tegen de muren, maar lang niet genoeg voor alle aanwezige toeschouwers. Het publiek loopt om de cabine heen of gaat op de grond zitten. We zijn allemaal vol verwachting maar er gebeurt niets, de kluwen blijft een kluwen.
Na een lange tijd zie je een paar vingers licht bewegen en dat maakt dat je nieuwsgierig wordt naar wat er nog meer te zien is. Want als je blijft zitten zie je maar één kant en er zijn vier kanten aan de cabine, althans op horizontaal niveau. Mensen die een stoel hebben bemachtigd, verlaten die om een ander perspectief te krijgen. Dit vraagt een zekere moed. Niet als iedereen nog zoekend is en rondloopt, maar wel als er een status quo is in de ruimte.
Deze installatieperformance lijkt even veel om het publiek te gaan als om de performers. Je kijkt zowel naar de cabine als naar je medebezoekers, want eerlijk is eerlijk, die doen vaak meer dan de performers. En wat ze doen lijkt spontaner, ontstaan uit een bepaalde noodzaak, bijvoorbeeld om iets anders te willen zien.
Op een gegeven moment ontstaat er meer actie: de kluwen ontrolt zich. En rolt weer in elkaar. En weer uit elkaar. Er gebeurt nog steeds niet echt veel. Toch is het niet saai of vervelend, daarvoor is dit een te onzekere situatie waarbij je het gevoel hebt dat je alert moet zijn, je impulsen moet volgen. Helaas lukt dat maar ten dele. Als de performers echt tot leven komen, kauwgom kauwen, contact maken met bezoekers en zelfs het hok verlaten, krijg ik allemaal ideeën. Als zij er uit gaan kan ik er in, toch? Maar ik durf niet en niemand anders doet het. Eén van de performers schrijft iets op een laptop, het publiek verdringt zich om te kunnen zien wat het is: wat woorden en een telefoonnummer. Later denk ik, waarom bel ik dat nummer niet? Kijken wat er gebeurt. Maar ook dat doe ik niet. Ben ik beïnvloed door het trage tempo? Waarom ben ik zo geremd?
Sam Scheuermann noemt Nomaden een museale en beeldende voorstelling over de mens die onderweg is. Ze wil met haar spelers onderzoeken wat voor invloed een plaats of een ander mens heeft op je gedrag. Het is duidelijk dat die invloed bestaat en dat je je daardoor soms anders gedraagt dan je eigenlijk wil, ook al staat niets je echt in de weg. Nomaden vormt een interessante en confronterende afsluiting van deze geslaagde slotdag van ITS 2017.