Wachten op de toekomst
Het is even doorbijten, de ruim twaalfhonderd pagina’s van Max, Mischa & het Tet-offensief, maar de aanvankelijke weerstand gaat snel voorbij. De betovering van deze coming-of-age roman over identiteit en – het zal ook eens niet – de liefde, is fenomenaal. Gewoon laten gebeuren.
‘We eroderen. Net als de plekken waar we vandaan komen,’ aldus Max Hansen, toneelschrijver en regisseur. Hij is op tournee met zijn laatste toneelstuk en brengt de nachten door in zijn auto op verschillende parkeerplaatsen. De slapeloosheid drijft hem uit zijn hotelkamer, de duisternis en de stilte brengen hem in een staat van beschouwing die een terugblik op zijn leven mogelijk maakt. ‘Ik schrijf dit voordat ik het vergeet.’
De dag begint
Max komt oorspronkelijk uit Stavanger, Noorwegen en is op puberleeftijd geëmigreerd naar de VS. Zijn linkse hippieouders kozen voor het ruime perspectief dat het land van de onbegrensde mogelijkheden hen te bieden had. Dat levert schrijver Johan Harstad (1979) zijn eerste thema op: hoe te aarden in een nieuwe, onbekende wereld die tegelijkertijd verheerlijkt en gewantrouwd wordt? De eerste zin in Max, Mischa & het Tet-offensief drukt zowel Max als de lezer direct met de neus op de feiten:
De dag begint. Niets aan te doen. Niets, door niets en niemand niet.
Het leven moet geleefd worden en dat zullen we weten ook. Max manoeuvreert zichzelf vanuit opstandigheid richting de omarming van zijn nieuwe omgeving. Hij leert Mordecai kennen, vriend voor het leven en geestverwant waar het de liefde voor het toneel betreft. Via hem komt hij in contact met de intrigerende Mischa en Max wordt hopeloos verliefd op de zeven jaar oudere kunstenares. Harstad laat zijn personages in het onderling aantrekken en afstoten de dynamiek van het samenzijn ondergaan. De verbondenheid is intens maar tegelijkertijd uiterst kwetsbaar, niet in de laatste plaats door invloeden van buitenaf.
De liefde overwint
Dwars door het verhaal van Max vlecht de schrijver de wederwaardigheden van Owen, de oom van Max. Owen, of eigenlijk Ove, is ook ooit naar de VS vertrokken en heeft zich in de jaren zeventig vrijwillig aangemeld bij het Amerikaanse leger om naar Vietnam uitgezonden te worden. Hier legt Harstad prachtige verbindingen met de jonge Max, die volledig in de ban is van de Vietnamfilm Apocalyps Now en een nogal gekleurd beeld heeft van de impact van die oorlog. De ijzersterke afwisseling tussen tragiek en welvaren wordt door de schrijver tot in het uiterste doorgevoerd, waarbij hij soms vervalt in uitweidingen en opsommingen die langer dan een paar bladzijden doorlopen. Niet vervelend; de aankleding van deze geschiedenis is overtuigend en alles lijkt op de juiste plaats te staan.
Hoe de onderlinge verhoudingen tussen Max, Mischa, Mordecai en Owen eroderen onder invloed van tijd wordt door Harstad op een magische wijze verwoord. Daarbij krijgt de buitenwereld een belangrijke rol: de Vietnamoorlog, de val van de Berlijnse Muur, de WTC-aanslagen en de verwoestende orkaan Sandy. Het vogelperspectief van de schrijver dringt diep door in de relaties die moeizaam overeind worden gehouden. Een confrontatie van belangen ligt vanzelfsprekend voor de hand.
Toch is het de liefde die in dit epos lijkt te overwinnen, met een natuurlijke bevlogenheid die ondersteund wordt door de kunsten. Harstads totaaltheater is doorspekt met scènes over de schilderkunst van Mischa, het acteren van Mordecai, de muziek van Owen en de toneelstukken van Max. Alle kunstuitingen zijn fictief, maar met een doorlopende vingerwijzing naar het belangrijkste thema van dit boek: wachten. Het ongedurige wachten dat begint in de jeugd en vervolgens niet meer ophoudt, het verlangen naar meer en beter terwijl alles ondertussen gewoon doorgaat. Er is geen houden aan: de volgende dag begint.